Zitzka het bestaan durfde in deze vergadering te verschijnen, zijne manschappen in getalsterkte in den omtrek moesten aanwezig zijn.
Het eerste oogenblik van ontsteltenis was echter spoedig voorbij, en, hunne degens trekkend, traden zij op den Bohemer toe, vast besloten zich door hunne vijanden heen te slaan of, ten minsten kloekmoedig met den degen in de vuist te sterven, en zich op den geduchten Zitzka te wreken.
- Houdt op, edele ridders, riep Ernest van Colmar, nu eensklaps vooruitspringend en zich tusschen de edellieden en den Bohemeraanvoerder werpend, steekt uwe degens in de schede, want Zitzka komt wellicht met vredesvoorstellen tot u, en niet met eene oorlogsverklaring.
De edellieden traden eenen stap terug, en Zitzka, die tot nu toe onbewegelijk was blijven staan, wierp een blik van innige vriendschapsbetuiging op den jonger ridder en sprak dan:
- Edellieden, neemt weer bezit van uwe plaatsen, en aanhoort de voorwaarden waarop gij uw leven redden kunt; want, dat gij verdiend hebt hetzelve te verliezen, heeft uw onridderlijk gedrag tegen zijne Excellentie Ernest van Colmar bewezen.
- 't Is wel inderdaad, zooals ik het dacht, riep de graaf van Oudburg, zijne woede niet langer meer kunnende bedwingen. Deze vreemde bedrieger was de vriend en de spioen van den Bohemeraanvoerder.
- Indien het geene lafheid ware eenen man te vertrappen, die reeds ten gronde ligt, antwoordde van Colmar, dreef ik u deze nieuwe leugen terug naar de keel.
- Leugen, brieschte van Oudburg bleek van toorn! Dat de lafaard sterve die mij op deze wijze honen durft.
Hij sprong toen met zulk ontstuimig geweld naar den ridder Ernest van Colmar, dat het duidelijk was dat hij hem met zijnen degen wilde doorboren voordat deze den tijd had zich ter verdediging gereed te maken.
Snel als de gedachte was Ernest van Colmar opgesprongen, en, een paar schreden terugwijkend, had hij gelegenheid zijn degen te trekken en zijnen aanvaller te slaan.
- Lafaard! moordenaar! mompelde hij, ten hevigste verontwaardigd over de schandelijke handelwijze van den graaf van Oudburg.
Deze echter was als een woedende stier, en stormde, met gevelden degen tegen Ernest van Colmar in. Deze weerstond den