Daarna keerde hij naar de groep terug.
- De gevangenen los! gebood Bruno andermaal.
Nu werden de twee ruiters van de paarden geheven.
Het bleek thans dat de handen op den rug waren gebonden, en dat, onder den buik der paarden, eene koord hunne beenen onbeweeglijk maakte.
Eene grijze kap was hun over het gelaat getrokken.
Ze werden van hunne boeien bevrijd, doch de kap wierd niet weggenomen.
- Voorwaarts, gebood Bruno. Gij, Laureijs, en gij, Lemmens, brengt de paarden naar den Viersprong en weest op uwe hoede.
De aangeduide ruiters namen de paarden bij den toom en, voorgegaan door Dirix, die hun de poort opende, verlieten zij het plein.
Spoedig waren ze tusschen de hooge boomen van het bosch verdwenen.
Dirix had weer de groep vervoegd en ging nu dezen vóór naar den uitersten hoek van het plein.
Bruno had hem eenige woorden in het oor gefluisterd.
Daarna was hij in den breeden zuilengang gestapt en richtte zich naar de kamer waarin Heinke Bult den geheimen ingang ontdekt had.
Bruno liet zich in één der oude eiken zetels zakken en bleef geruimen tijd in diepe gedachten verslonden.
Eindelijk stond hij op, ging naar het venster en scheen met vorschende aandacht naar den kant te blikken waar Heinke eene uur vroeger het witte spook bemerkt had.
- Gekheid, gekheid, allemaal gekheid, mompelde de zonderlinge gast wiens gelaatstrekken nog steeds onder het zwarte masker verborgen waren. De dooden staan niet op uit hunne graven en spoken kunnen mij niet benauwd maken. Laat ons eens zien wat wij verder te beslissen hebben.
Terwijl de nachtelijke bezoeker alzoo luidop aan zijne gedachten lucht gaf, was hij naar de tafel gestapt. Hij nam zijnen breedgeranden hoed af waarop eene lange, pikzwarte haneveer stak, wierp zijne golvende haren achterwaarts, ontdeed zich van het zwarte masker en sloeg dan vuur.