Versjes en liedjes voor 't jonge volkje(ca. 1925)–Hendrik van Tichelen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Rein Jantje. In Moeders groote tobbe Vol water, hel en rein, Zit Jantje zich te wasschen, Te plonsen en te plassen, Zoo prettig als 't kan zijn. Zijn Moeder zeept hem 't hoofdje En borst en armpjes in; En met het frissche water Wascht zich de kleine snater, Recht jolig naar zijn zin. Zoo komt ons Jantje glimmend En blozend uit het nat; En op zijn frissche kaakje Zoent Moe haar lieve snaakje Voor dat gezegend bad. En helderreine kleedjes Krijgt lieve Jantje aan. Wat heeft dit prettig schrobben In Moeders groote tobbe Ons ventje goed gedaan! Vorige Volgende