den grond.’ De romp wordt daarbij zooveel mogelijk loodrecht gehouden, en de armen aan den buitenkant der beenen. ‘Het water is diep, dus als je niet rechtop blijft, spoelt het over je hoofd heen.’
5. en 6. Een rhythmisch knie-oprukken zonder het onderbeen te spannen.
7. Een krachtige oefening voor de kniestrekkers, langzamerhand, wanneer de ruggen recht gehouden worden, eveneens voor de rugstrekkers.
8. Inleiding tot zijwaarts uitvallen en tevens isoleeringsoefening. Wordt in het begin b.v. ‘Sta met den linkervoet stevig op den vloer, allen schieten met de rechterhand, richt het geweer (rechterarm wijst schuin naar boven, het hoofd draait naar rechts), nu schieten we - pang!’ (Het schot wordt aangegeven doordat de rechtervoet door knieheffen naar rechts wordt verplaatst en met een stamp wordt neergezet.)
9. Om den steen te kunnen oprapen, moeten de knieën diep gebogen worden en rug gestrekt gehouden, om niet met 't hoofd onder water te komen.
10. Doel het leeren van rugliggend beenzwemmen. In het begin geheel vrij, later in 3 of 4 tijdmaten.
1) knie-opbuigen (b), 2) beenen zijwaarts uitstooten (c), 3) beenen sluiten (a). In 4 tijdmaten; op de eerste maat geen beweging, op de andere maten de bovenstaande bewegingen in dezelfde volgorde.
Voorbeeld ter verzwaring der bewegingen.
Aanwijzing: ‘Nu duiken we eenige keeren onder! Stop!’ Dito in commandovorm: ‘Duiken - Nu! Stop!’ Commando: ‘Rhythmisch kniebuigen en strekken - een, twee.’