Daarom wordt hij vaak droevig, als hij zich daaraan tracht te onttrekken en vertoornt zich zelfs lichtelijk op hem die hem in zijn begeerten wederstaat.
2. Maar als hij dan verkregen mocht hebben wat hij begeert: dan voelt hij zich dadelijk bezwaard door de beschuldiging van zijn geweten: omdat hij zijn hartstocht nageloopen is, die hem echter niet kan helpen aan den vrede, dien hij zoekt.
Daarom wordt de ware vrede des harten alleen gevonden, doordat men zijn hartstochten te keer gaat, en niet als men hun slaaf is. Daarom is er ook geen vrede in het hart van een vleeschelijk mensch, noch in dat van hem die aan het aardsche gehecht is: neen, zij zetelt alleen in dat van hèm, die vurig en geheel en al geestelijk is.