| |
| |
| |
Aantekeningen
De Aantekeningen beogen voornamelijk tweeërlei doel: 1o een verantwoording te geven van de tekstuitgave en 2o het bewijs te brengen dat de Dietse tekst uitsluitend op een Latijns origineel teruggaat. Dat we hier met vertaalwerk te doen hebben, en niet met in het Nederlands geredigeerde tractaten, waarvan men de ‘verdachte’ oorsprong onherkenbaar heeft trachten te maken door ze later naar de Latijnse Imitatio om te werken, vindt zijn bevestiging in het feit dat de huidige lezer deze Dietse Navolging alleen dan ten volle kan begrijpen wanneer hij voortdurend de Latijnse tekst naast de Nederlandse legt - iets wat trouwens geldt van verreweg de meeste middeleeuwse verdietsingen, van welke aard ook.
Als basis voor de vergelijking van deze Dietse vertaling van boek I-IV met de Latijnse grondtekst diende de nauwkeurige uitgave De Imitatione Christi, bezorgd door Michael Josephvs Pohl, Fribvrgi Brisigavorvm MDCCCCIIII. (Thomae Hemerken a Kempis, Opera Omnia, volvmen altervm). Het spreekt vanzelf, dat de vertalers andere handschriften hebben gebruikt dan de Brusselse Thomas a Kempis-autograaf die Pohl heeft uitgegeven. Tal van afwijkende lezingen uit het Leidse hs. vinden dan ook hun bevestiging in Latijnse varianten. Zolang er geen volledig variantenapparaat van de uit de Nederlanden afkomstige Latijnse Imitatio-hss. bestaat, moeten we ons behelpen met P.E. Puyol, Variantes du livre De Imitatione Christi, Paris 1898.
Niet àlle afwijkende lezingen zijn in de Aantekeningen gesignaleerd; waar bv. het Middelnederlands een comparativus weergeeft door een positivus of in tijden en wijzen van werkwoorden en in de woordorde afwijkt van het origineel, is dit niet steeds verantwoord. Op vele plaatsen, waar de Dietse tekst kennelijk corrupt is, zijn verbeteringen voorgeslagen of conjecturen gemaakt. Het was mogelijk dit te doen aan de hand van de Latijnse varianten. Deze helderen tevens tal van afwijkingen, weglatingen en toevoegingen in het Leidse manuscript ten opzichte van de grondtekst op.
De opmerkingen over de vertaaltechniek bepalen zich hier uitsluitend tot schoolse aanduidingen als ‘vrij’, ‘lett.’, ‘onnauwk. vert.’ enz. Boek III, maar vooral IV, is vrijer, maar ook met minder zorg vertaald dan I en II. Men bedenke dat de weinig critische lezerskring waarvoor zulk werk gemaakt werd, het taxeerde op zijn stichtelijke waarde en niet op zijn juistheid, en zeker niet op zijn literaire schoonheid.
De volgende afkortingen zijn gebezigd:
Kemp. |
De Imitatione Christi, ed. M.I. Pohl. |
var. |
Latijnse variant, gevonden bij Puyol, alwaar men opgave vindt van het hs. Enige varianten ontleend aan J. van Ginneken's Trois textes - uitgaven van 1940 en 1941; zie Bibliografie. |
geen var. |
geen van de Latijnse varianten beantwoordt aan de afwijkende lezing van het Dietse teksths. |
niet vert. |
de vertaling van één of meer woorden uit Kemp. ontbreekt in ons teksths. |
niet vert.; geen var. |
één of meer woorden uit Kemp. zijn niet vertaald in ons teksths., komen echter wel voor in alle andere door Puyol gebruikte mss. |
mnl. var. |
variant van de hier uitgegeven vertaling van boek II, ontleend aan Veldhuis, en van boek III, ontleend aan het varianten apparaat in dit werk. |
Waar zulks gewenst scheen, zijn ook lezingen uit andere vertalingen ter vergelijking met de Leidse tekst aangehaald. Aanduidingen van uitgaven of handschriften hiervan:
boek I: |
S |
C. Wolfsgruber, Vander Navolginge Christi ses boeke, Wien 1880. [basis: hs. Wenen, Schottenstift 322]. Ook gebruikt voor boek II, III en IV. |
|
W |
L. Veldhuis, De eerste Nederlandsdie tekstfamilie den Navolging van Christus, Nijmegen 1931. [basis: hs. Wenen, Nationalbibl. 7957]. |
| |
| |
boek II: |
N |
hs. Brussel II 2271 [aanduiding van L. Veldhuis overgenomen; zij beschouwt dit hs. ten onrechte als een lid van de eerste tekstfamilie, al heeft zij de zelfstandigheid van deze tekst wel geconstateerd]. |
boek III: |
B } |
Zie voor deze hss., resp. postincunabel, die dezelfde vertaling bevatten als ons teksths., blz. 205 |
|
C } |
Zie voor deze hss., resp. postincunabel, die dezelfde vertaling bevatten als ons teksths., blz. 205 |
|
D } |
Zie voor deze hss., resp. postincunabel, die dezelfde vertaling bevatten als ons teksths., blz. 205 |
|
E } |
Zie voor deze hss., resp. postincunabel, die dezelfde vertaling bevatten als ons teksths., blz. 205 |
|
D 56 |
hs. Deventer, Stadsbibliotheek 56. |
|
G |
hs. Gaesdonck, Priesterseminar 62. |
|
H |
P. Hagen, Zwei Urschriften der ‘Imitatio Christi’ in mittelniederdeutschen Übersetzungen, Berlin 1930 [basis: hs. Lübeck, Stadtbibl. Ms. germ. theol. 4o 15]. |
boek IV: |
N |
J. van Ginneken, De Navolging van Christus of het dagboek van Geert Groote in den oorspronkelijken Nederlandschen tekst hersteld en met de oudste Latijnsche vertaling vergeleken, Brussel-'s-Hertogenbosch 1929. [bases: hs. Nijmegen, Canisiuscollege 31 en Brussel, Kon. Bibl. 11171]. |
| |
Boek I
Midden bovenaan F. 1r in latere hand: I. boek.
Inhoudstafel.
prologus heeft hier de betekenis van ‘inhoudstafel’.
sommighe vermaninghen admonitiones, var. quaedam ammonitiones.
seer oerberlic utiles, varr. multum utiles, valde utiles.
| |
Cap. I
Boven hoofdstuk I heeft het handschrift geen titel; als opschrift is de omschrijving uit de ‘prologus’ overgenomen.
1 | manieren mores, S seden W zeden. |
3 | studieringe studium, S studium ende vliticheit W studeren ende.... aendachte. |
4 | Die leringhe Doctrina Christi, var. Doctrina.
manna dat is verburghen hemels broot absconditum.... manna, S dat verborgen
hemelsche broet W verborghenen smake ende sueticheit. |
6 | Cristus leven illi; geen var.; S den leven ons lieven heren W na Cristus leven. |
9 | sentire niet vertaald; ls. Ic begheer meer beweghinge des herten te ghevoelen? Vgl. S te gevoelen W ghevoelen.
beweghinge des herten compunctionem, S die ynnicheit des herten W compunctie of devocie. |
10 | alle der philozophen wijsheit omnium philosophorum dicta; vrij vertaald; S al die leer der heydenscher meysteren W al dat die phylosophen ghesproken hebben. |
12 | te trecken tot tendere ad, S te gaen tot W ons pinen .... te comenne. |
14 | int hoghe te verheffen in altum statum se extollere, var. in altum se extollere; S hem selven te verheffen W hem daer in te verheffene. |
16 | hopen optare, var. sperare. |
19 | stadelic frequenter; S ducwile W al bi tiden; cf. vs. 5 stadigen frequenti S duck W dicwile.
dat woort datmen seit proverbii, var. proverbii quo dicitur. |
20 | Studier Stude; S Vlytiget W pyndi. |
21 | die graci Dei gratiam; geen var.; ls. die gracie Gods? S die gracie gades W Gods gracie. |
| |
| |
| |
Cap. II
Titel. bevoelen sentire, S gevoelen W ghevoelene.
2 | een oetmoedich lantman sonder letteren humilis rusticus, var. perhumilis rusticus (in hss. waarin profecto ontbreekt, dat hier trouwens niet vertaald is) S een oetmoedich lantman W een omoedich ongheleert mensche. |
4 | inder minnen Gods in caritate; geen var.; ook S inder mynnen gades. |
5 | verstroeynis distractio, S verstroeyinge des herten W onnutte commer. |
6 | Die veel weten Scientes; geen var.; S Die wijs sijn W Die vele weten.
libenter niet vertaald. |
7 | welker wetenisse quae scire, var. quorum scire.
of niet parum vel nihil, ls. luttel of niet? S wenich W wenich oft niet. |
8 | enich dinc aliis, ls. enich ander dinc?
voerset intendit S andenct W hem.... becommert.
vorderen deserviunt, var. expediunt et deserviunt, S. dient W dienen. |
9 | vercoelt dat gedacht refrigerat mentem, S vermaect dat herte W doetse in vreden wesen. |
10 | wetes, ls. Hoe du veel meer ende bet wetes? |
11 | Ende, ls. En?
wetenis scientia, notitia.
op dattuse niet en misbruycste; in geen enkel handschrift iets te vinden wat hieraan beantwoordt; ook S of gi se niet wael en gebruket. |
12 | datter veel consten sijn quia sunt multo plura, var. quia multa sunt. |
13 | magis ontbr. in deze mnl. tekst evenals in een aantal Lat. hss.
onbekentheit ignorantiam, S onwijsheit W datstu weenich wetes. |
14 | inder ewen Gods in lege; geen var. |
16 | dijns selfs sui ipsius; geen var. |
17 | Een ygelic niet in Kemp. of andere hss. |
18 | beter ....dan hy meliorem, var. meliorem illo.
in gueden opset in bono; geen var.; S in enen gueden staet. |
19 | ontbr. in deze vertaling; wel vertaald in S en W. |
| |
Cap. III
Titel. rechter ontbr. in Kemp. en andere hss.
2 | vermoeden opinio, S guetduncken W waen.
warachtelijc ontbr. in Kemp. en andere hss. |
3 | ondersoekinge cavillatio, S hoge ende subtijl reden W grote onlede ende disputeren. |
4 | al willens ultro. |
5 | Oghen hebbende ende niet te sien Oculos habentes non videmus; var. Oculos habentes et non videntes. Ls. Oghen hebbende en sien wi niet of Oghen hebbende ende niet siende? |
7 | van veel twivelachtige vermoedinge a multis opinionibus, S van voel opinien W van menighen wane. |
8 | spreect (1ste en 2de) loquuntur, ls. spreken? |
9 | Nyement .... gherechteliken onbeholpen vertaald; één hs. heeft ‘et’ i.p.v. ‘aut’; beter W Sonder dit woort en es nyemant verstandich oft te rechte oordelende S Niemant en can yet verstaen sonder dat ewige woert noch recht geordelen. |
13 | swyghen taceant; onjuist vertaald; geen var.; S moet swigen W moeten swighen alle creatueren der aerden universae creaturae; vrije vert.; geen var. |
14 | meer hogher ende sonder groten arbeit plura et altiora sine labore, ls. meer ende hogher sonder groten arbeit. |
| |
| |
15 | wort .... verstoort dissipatur; ls. wort .... verstroeit; vgl. S wort .... verstroeyet W wort .... uutgekeert. |
16 | ghebreckeliker vitiosae, S quader W ongheordineerder. |
18 | toeneyghynghe inclinationis, S toeneygelicheit W gheneicheit.
verdieren arbitrium; onbegrijpelijke vertaling; beter S wil W vonnisse. |
20 | meninghe negotium, S arbeit ende vlijt W studeren ende werk. |
22 | bekenninghe cognitio, S bekennisse W bekennen.
Dijn oetmoedighe bekenninghe Humilis tui cognitio; geen var.; las vertaler Humilis tua cognitio? |
23 | ygelilic, ls. ygelic. |
24 | veel meer plures magis; onjuist vert.; geen var. |
25 | als tot dien dinghen te vernemen sicuti ad movendas quaestiones; geen var.; beter vert. in S als si subtijl ende cloeck sijn subtijl ende behendige reden voert te brengen W als si syn om hoghe questien voort te brenghen. |
26 | bene niet vert.; geen var. |
32 | overmids der ydelre glorien per vanam scientiam, var. per vanam laetitiam. |
33 | begeren eligunt, var. diligunt. |
34 | die groot is inder minnen qui magnam habet caritatem; geen var.; ook W die groot es inder minnen; S die grote mynne heeft in gade. |
35 | Vere niet vertaald; geen var. |
| |
Cap. IV
1 | raet instinctui; S ingeven W inspreken. |
2 | is.... te voersien est.... ponderanda, S salmen.... wegen W salmen .... oversien ende weghen.
et dicitur, niet vert.; geen var. |
3 | alle woorden omni enarranti; vrij vert.
haestich labilem; vrij vert.; S vellich W glidende ende onvast. |
6 | te werden gestuert instrui; S geleert werden W gheleert te zine. |
| |
Cap. V
1 | est niet vert.; gestaafd door var. veritas in.
niet in sconen sprake non eloquentia; onjuist vert.; geen var. |
5 | ons te; geen var.
Ende laet ons niet trecken Non te offendat; var. non te afficiat. |
9 | alte nauwe niet in Kemp.; geen var. |
10 | uter heiligher scriften niet in Kemp.; geen var.; ook in S in der heiliger scrijft. |
| |
Cap. VI
3 | perfecte niet vert.; ontbr. in een Lat. hs.
wort.... gheturbiert temptatur; beter S wort.... becaert W wort.... becoort. |
4 | seer niet Kemp.; geen var. |
5 | lichtelic leviter; behoort bij indignatur, dus onjuist vert. |
6 | wort hi beswaert van wederbitinghe ex reatu conscientiae gravatur, S soe wort hi in sijnen herten te onvreden, want hi bekennet W so wort hi in synre conscienci beswaert. |
| |
Cap. VII
3 | Ende, ls. En, cf. 2, 5, 6 enz. |
5 | enichs levenden creatuers cuiuscumque viventis.
ende die hem selven vermeten et de se praesumentes humiliat; onvolledig vertaald; ls. ende die hem selven vermeten vernedert of ende vernedert die enz. |
| |
| |
6 | si assunt niet vert. |
7 | Noch en .... machtich sijn; deze passage is uit 6 terechtgekomen in 7; men leze dus 6 met Kemp.: En wil niet glorieren in rijcheden, noch en verblide di niet in dinen vrienden dat si machtich sijn, mer in Gode enz. |
7 | starcheyt, niet in Kemp.; geen var. |
8 | van abelheit of van dijn begryp de habilitate aut ingenio tuo; S van uwer abelheit van synne W om datstu abel ende listich biste.
Deo niet vert.; ls. Gode niet en mishagheste. |
| |
Cap. VIII
5 | vry familiaris; S heymelic W heymelyc. |
6 | vriendelic familiaris; S heymelic W heymelyc.
Soli niet vert.; geen var. |
9 | van onsen versameninghe ex coniunctione nostra; letterlijk vertaald; beter S van onser gesellicheit W mit onsen biwesene. |
| |
Cap. IX
Titel. willich ontbr. in Kemp. en andere hss.
2 | Multo niet vert.; geen var.
dan boven in regiment te hebben quam in praelatura, var. quam in praelatura seu regimine; S dan een overste te wesen W dan in prelatuerscap of in regiment te wesene. De vertaling van Leiden 339 is weer het minst geslaagd. |
7 | si niet vert.; geen var.; ontbrak het in de Latijnse tekst van deze vertaler? Vertaling hierdoor onjuist. |
10 | ende dat, ls. ende du dat? |
12 | eenwillicheit pertinaciae, cf. S wederspennicheit W groter crighelheit. |
| |
Cap. X
1 | der der, ls. der. |
4 | raro niet vert.; geen var.
ende cum; geen var.; het Latijn komt door deze vertaling niet tot zijn recht.
sylencium silentium; onvertaald gelaten, omdat het een kloosterterm is? |
5 | onderlinghe spraeck mutuas locutiones; S te samen sprake W niet vert.
mit menigerhande ghedachten diversis cogitationibus; behoort bij ghemoeyt is fatigatum; beter ware daarom: dat ghemoeyt is mit menigerhande ghedachten. |
8 | haec niet vert.; geen var. |
9 | costelike niet in Kemp. of andere hss. |
10 | Ist gheoerloft Si loqui licet; ls. Ist gheoerloft te spreken. |
11 | onbewaringhe incustodiam; kras voorbeeld van lett. vertaling van een woord; C onbehuetheit W gebruikt omschrijving. |
12 | versament sociantur; ls. versament sijn. |
| |
Cap. XI
Titel. minne zelo; S neerstigen W begherte.
1 | die quoniam; geen var.; ontbr. een voegwoord voor die? |
5 | seipsos ten onrechte vertaald als behorende bij studuerunt. |
6 | van; ls. om of mit? |
9 | voer den volmaecten wech, ls. den volmaecten wech of doer d.v.w.? |
| |
| |
10 | worden wi .... of gheworpen deicimur; S sijn wi .... daer neder geworpen; minder letterlijk, dus beter vertaald in W sijn wi alte cleynmoedich.
et ad humanas consolationes convertimur niet vert.; geen var. |
11 | volcomelic profecto; geen var.; las vertaler perfecte? |
12 | certandi occasiones niet vert.; geen var.; S die sake des strijts W ocsoen te stridene. |
16 | dicwijl (2de) niet in Kemp. en andere hss.
onser (1ste) niet in Kemp., wel in var.
onser (2de) niet in Kemp. en andere hss. |
20 | Sed niet vert., geen var.
grote dinghen difficiliora; onnauwkeurige vertaling. |
22 | di wel te hebben te ipsum bene habendo; door vertaler ten onrechte getrokken bij sollicitior esses in plaats van bij het voorafgaande; zo levert de tekst een minder begrijpelijke zin. |
| |
Cap. XII
2 | wederseggers contradictiones, var. contradictores. |
5 | veel menschen multas humanas consolationes; geen var.; las vert. multos homines? |
7 | droecht tristatur; ls. droeft of droevet?; S wort hi bedroeft W es hi.... droevich. |
8 | langhe diutius; geen var.; S lange W langher. |
| |
Cap. XIII
Titel. manlic niet in Kemp. of andere hss.
1 | et temptatione niet vert.; ontbr. ook in sommige Lat. hss. |
2 | t leven des menschen vita humana, var. vita hominis. |
3 | tegen sijn temptacien circa temptationes suas, var. contra temptationes suas. |
4 | want et, var. quia. |
7 | sijn ontbroken defecerunt; weinig zeggende vert.; beter S sijn verworpen geworden W hebben niet volstaen. |
13 | alleynken paulatim; door vert. foutief genomen bij sel.... bevoelen sentiet in plaats van bij het volgende.
peius niet vert.; geen var.; vul in: cranckeliker?
ymmer immo; S mer; beter in W ja. |
14 | oetmoedicheit importunitate; foutief vert.; beter in S strengicheyt; nog beter in W druyst; ls. moedicheit? |
15 | alsmen dy woude sicut tibi optares fieri; gebrekkige, onvolledige weergave; S als gi met u selven wolt gedaen hebben van enen anderen of gi also weert W also du wouds dat di ghesciede. |
20 | dreppel Hollandse dialectvorm voor drempel.
ostium mentis niet vert.; geen var. |
22 | volboort assensio; S W consent. |
26 | male niet vert.; geen var. |
27 | of swaerliken niet in Kemp. of andere hss.
lichteliken leniter, var. leviter.
ondersceydenre niet in Kemp. of andere hss. |
29 | veroetmoedige (sic). |
31 | te wegen niet in Kemp. of andere hss.; omschrijvende vertaling.
die mensche ende vuerich, ls. die mensche vuerich?
dat is des groten voertgancs spes magni profectus erit; ls. dat is een hope des groten voertgancs, vgl. S dat is een hape eens groten voertganges in doechden W so machmen hopen dat hi in duechden sal toenemen. |
32 | die vernederinghe humiliati, ls. die vernederde. De gehele zin te letterlijk vertaald. tam door vertaler ten onrechte gescheiden van modicis. |
| |
| |
| |
Cap. XIV
1 | Laet u ghenoech wesen dat u consciencie u ontsculdich kent niet in Kemp. of andere hss. |
2 | dicwile saepius; door vert. ten onrechte getrokken bij laborat in plaats van bij errat.
hem selven te se ipsum.... iudicando; ls. hem selven te ordelen. |
5 | te samen pariter; S seer W ontbr. |
7 | staen ende niet in Kemp. of andere hss.; ls. tot haren genoechten gheschien? |
11 | begripelicheit industria; geen var.; onbegrijpelijke vertaling; S guetduncken W cloecheit.
onderworpende subiectivae; ls. onderworpenre; vgl. S onderworpenre.
selden of laet raro et tarde, var. raro vel tarde.
ondertreden transcendere; onjuiste vertaling; beter S overliden, nog beter W overgaen.... ende venvynnen. |
| |
Cap. XV
1 | libere niet vert.; ontbr. in sommige hss.
is.... te verhouden intermittendum est; S machmen.... achter laten W mach men.... laten. |
2 | en laet men dat werck niet opus bonum non destruitur, var. non deseritur. |
5 | uut hoe groter minnen ex quanto, var. ex quanto amore. |
9 | Het scijnt dicwile Saepe videtur esse caritas; onvolledig vertaald; ls. Het scijnt dicwile te wesen minne? Vgl. S Het scijnt dicwile te wesen mynne W Het schijnt dicwile minne ende caritate te sine.
daer van wesen abesse. |
13 | eerst fontaliter; beter vert. in W als uut den oorspronc.
sonder eynde finaliter; geen var.; duistere vertaling. |
14 | fore niet vert.; ontbr. in sommige Latijnse hss. |
| |
Cap. XVI
2 | werke merita; vrij vertaald. |
3 | op dat et, var. ut. |
10 | strenghelic niet in Kemp. of andere hss. |
11 | aendencken pensamus, var. amamus. Van geen beider Lat. verba is aendencken een getrouwe weergave. |
12 | om Gods, ls. om Gods wille of om God. |
13 | nemo sibi satis sapiens niet vert.; geen var. |
14 | quisque fuerit niet vert.; S een ygelick is W een yghelyc is; ls. dus Mer van hoe groten doechden een ieghelic is? |
| |
Cap. XVII
1 | mitten menschen cum aliis; geen var. |
4 | gheghyselt exulem; S ellendigen W ellendich. |
7 | sijnre salicheit animae suae salutem; ls. sijnre sielen salicheit, vgl. W sijnre zielen salicheit S heyl sijnre zielen. |
11 | Ghods (sic). |
| |
Cap. XVIII
Titel. Van exempel De exemplis, var. De exemplo.
1 | gheblencket refulsit, ls. gheblencket heeft? |
2 | ghelijct biden horen si illis fuerit comparata; S alst bi hoeren leven geliket wort W bi haren levene gherekent. |
| |
| |
3 | begheerten meditationibus; geen var.; onjuiste vertaling; beter S gedachten W aendachte. |
6 | leven, ls. leven hebben. |
12 | uren hora, ls. ure?
Gode ledich te wesene ad vacandum Deo; S gade an te dencken W tot hem te Gode te keerene. |
18 | dienstachtighe familiares; juist vert.? S wtvercoren W heymelike. |
19 | dochte dat si niet en waren videbantur tanquam nihili, var. videbantur nihili.
uutvercoren dilecti, var. electi. |
21 | dat ghetal der tragher luden subject.
noden provocare; S vermanen W verwecken. |
23 | scheenre viguit; geen var. |
25 | die geen ondertreder en wort si quis transgressor non fuerit; onjuiste vert.; ls. overtreder? Vgl. S die niet een overtreden en is sijns staets W die gheen overtreder en es. Zie ook cap. XIV: 11. |
26 | Och der laeuwer ende onser verghetelheit Oh teporis et negligentiae status nostri; S Ach der lauwicheit ende der versumelheit ons staets W Och der lauheit ende der onnachtsaemheit ons staets. De lezing in het Leidse hs. is bedorven; stond in de oorspronkelijke redactie Ach der laemvheit ende verghetelheit onses staets? |
27 | in te niet vert.; geen var. ls. dat in di enz. |
| |
Cap. XIX
Titel. der gueder religiosen boni religiosi, var. religiosorum.
2 | intus niet vert.; geen var.; ls. dus met S en W: Ende het soude billix meer wesen van binnen. Het slot van vs. 2 zo letterlijk vertaald, dat de zin verloren ging. |
7 | in eniger manieren variis .... modis; geen var.; ls. in meniger manieren?
verlies dispendio; S scaden W scade. |
10 | lichtelic macht daer na verwonnen worden facile postea poterit recuperari; beter in W dat moghen wi namaels lichtelyc verhalen. |
13 | ende sonderlinge voert an die dingen die voert an niet en hinderen et contra illa praecipue quae amplius nos impediunt. Onnauwkeurig en onvolledig vertaald; beter S ende sunderlinge die dinge die ons meest hinderlic moegen wesen W ende dat alre meest dat ons best mach vorderen. |
14 | Die dinghen van buten die ons toe behoren te samen ende inwendighe dingen Exteriora nostra et interiora pariter, var. Exteriora nostra pariter et interiora. |
17 | du selste, ls. ende du selste. |
18 | ex toto niet vert., ontbreekt ook in sommige Latijnse hss. studierende scribens. |
19 | mit schrappen? |
21 | et ad singularia promptior niet vert.; geen var. |
22 | ghif di dan redde te tibi; lett. vert.; S soe moechdy u dan tot u selven keren W soe moghestu di tot di selven keeren. |
24 | behoren magis sapiunt; geen var.; W smaken best S sijn te hebben. |
29 | De gehele zin slecht vertaald, bv. conversari hebben.
settinge om geestelicheit observantiam S gelaeften W daer wi toe ghehouden syn. |
30 | gheloven wi credamus; adhortativus. |
| |
Cap. XX
Titel. Vander minnen ende enicheit des swygens. De amore solitudinis et silentii; geen var.; ls. Vander minnen der enicheit ende des swygens.
1 | in ledigen tiden vacandi; onjuist vertaald en op verkeerde zinsnede betrokken; S di tot di selven te keren W tyt tot di in te keerene. |
| |
| |
4 | te leven servire, var. vivere. |
5 | Eeen leerre niet in Kemp. of andere hss.; ls. Een leerre. |
6 | dicwile saepius, var. saepe. |
8 | Facilius niet vert.; geen var. |
9 | mitten, ls. totten ad. |
14 | in se niet vert., ontbreekt in vele Latijnse hss. |
17 | behoef promittas, ls. beloef. |
18 | sijn ....ghevreset periclitati sunt; S hevet.... vol geweest van vresen W sijn .... ghevreest. |
21 | dumtaxat salutaria ac niet vert.; geen var. |
26 | die enicheit eam; slaat echter op celle (vs. 25).
seker bequaem gratissimum, ls. seer bequaem. |
28 | werden, ls. mach werden of werde. |
29 | God subject. |
30 | verholen te schrappen. |
31 | Het is loefliken.... die menschen te vlien, oec niet willen vanden menschen ghesien te wesen Laudabile est.... fugere videri: nolle etiam homines videre. Deze vrije vertaling niet gestaafd door de varianten. Vgl. S vlien gesien te werden ende oec nyemant te willen sien W scuwe die menschen ende van hem niet ghesien wesen. |
43 | Sluut op dijn doer Claude super te ostium tuum; ls. Sluut op di dijn doer? W Slute dijn duerken over di. |
| |
Cap. XXI
Titel. bewaringe compunctione, ls. beweginge, de gewone vertaling van compunctio. S beroeringe W beweghen.
2 | prekelinghe dat is niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
5 | ende en, ls. en. |
8 | hem .... weder setten se recolligere, var. se reducere, se redigere. |
12 | primum niet vert.; geen var.
voer prae ‘vóór’. |
13 | Indien de lezing van vs. 13b niet corrupt is, lijdt de vertaling aan slordigheid. |
15 | ydele ende vreemde troestinghe vanas et externas, var. vanas et externas consolationes. |
17 | ei niet vert.; geen var.; hem invoegen? |
21 | stadeliker ferventius, var. frequentius. |
24 | noch oec smekende minne et blandimenta adhuc amamus; corrupte lezing of foutieve vertaling; S ende wi oec meer mynnen genuechlicheit deser werlt W ende wi minnen dat den sinnen ghenuechlyc is. |
25 | wort beclaghet conqueritur; beter S claget ende cronet W claghet. |
| |
Cap. XXII
5 | Utique qui pro Deo aliquid pati valet niet vert.; geen var. S Voerwaer dat is die geen die gerne wat lijden wil om Gaeds wil W ontbr.! |
6 | veel teder crancke multi imbecilles et infirmi. |
8 | niet, ls. niet te hebben Non est hominis felicitas habere.
middelheit dat is middel tusschen ghebrec ende te veel mediocritas; de letterlijke vertaling middelheit op de voet gevolgd door een verklaring. |
9 | Het is warachtige keytivicheit Vere miseria est; geen var. Las vertaler Vera miseria est? |
11 | onder te leggen subiacere; letterlijke vertaling; S onderworpen is W ghenoech te wesene. |
| |
| |
11 | vry van allen liber ab omni peccato; geen var.; ls. vry van allen sonden vgl. S. vrie .... van allen sonden W vri .... van allen sonden. |
13 | Van minen noturftigen De necessitatibus meis; geen var.; ls. van minen noturfticheden of van minen noden; S van mijnen noeden W Van alle mijnre armoede ende noode. |
14 | we (sic).
dese onsalicheit hanc miseram, var. hanc miseriam. |
15 | bliven vivere; geen var.; ls. leven. Of bliven te beschouwen als een vrije vertaling?
luttel nihil; geen var. |
18 | herte spes; geen var.; S hape W hope. |
| |
Cap. XXIII
3 | so vergaet oec schier die gehoghenisse vanden gedachten etiam cito transit a mente; onjuiste vertaling; beter S so is hi balde vergeten W so gaet hi ooc sciere vander herten. |
4 | hertes (sic).
altemael magis; onjuist vertaald; S ontbr. W bat. |
11 | lange leven wert selden verbetert longa vita non semper emendat; geen var., onjuiste vertaling; weinig beter S dat lange leven en betert als niet W dat lange leven en wort altoos niet ghebetert. |
14 | bi aventueren forsitan; ten onrechte getrokken bij sterven.
langhe diutius, var. diu. |
21 | want also, ls. want du also. |
23 | Nam niet vert.; ontbreekt ook in sommige Latijnse hss.
bereyt promptitudo; ls. bereytheit.
vuerige begheerte te vorderen in doechden volgt op arbeit in penitencien, niet in Kemp. of andere Latijnse hss., wel echter in W! |
27 | nu die tide nunc tempestive; ls. nu te tide? Vgl. S te tijde W nu te tide. |
28 | pro te ipso niet vert.; geen var. |
30 | nutteliken utilius; geen var.; ls. nutteliker? W nutteliker, echter S orberlick.
in quo promereri vales niet vert.; geen var.; ontbreekt ook in S! |
32 | Gode ontbr. in Kemp., andere Lat. hss., S en W. |
34b en 35b | niet vertaald; geen var.; ontbreekt ook in S! |
35b | varen mit Christo ad Christum pergere, S tot Cristum gaen W tot Cristum varen. |
38 | mistroestich insperate; onjuiste vertaling; beter S onvoersienlic W onversiens. |
47 | tot wien niet en behoort ewighe onlede te scicken ad quem nihil spectat de mundi negotiis; gebrekkige vertaling; beter S den niet toe en behoert hem te onderwynden van desen eertschen dingen W tot wien niet en behoort met der werelt saken hem yet te becommeren. |
| |
Cap. XXIV
Titel. vander helscher pinen De.... poenis peccatorum, var. De.... poenis inferni.
1 | voer dat strenghe oerdel Gods ende niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
2 | den ghenen Deo, geen var.; S gade W den rechtere. |
4 | purgieren, ls. purgierende.
heeft groot ende salige purgaci Habet magnum et salubre purgatorium; deze zinsnede hoort bij 5a, en vormt niet het slot van 4. In S en W goed vertaald. |
8 | houden reservare; lett. vert.; S W beiden. |
10 | die sonden peccata tua; geen var., ls. dijn sonden. |
11 | Wanttu Quanto; ls. Hoe du of Want hoe du? S Soe gi u selven ... meer W Hoe du. |
12 | swaerlic gravius; geen var. |
14 | prae dolore niet vert.; geen var. |
| |
| |
17 | Het begin van deze zin (Ibi erit una hora gravior in poena) had beter kunnen luiden: Daer sel een ure in dier pinen swaerre wesen; vgl. ook de syntactische bouw van 16. |
18 | nulla consolatio damnatis niet vert.; geen var. |
21 | Latijnse tekst door vertaler niet begrepen. Cf. W Dan sal die mensche staen ende ander menschen ordelen die hem nu omoedelyc laet van andren menschen ordelen. |
22 | sellen over vrese hebben pavebit undique, ls. sel overal vrese hebben. |
24 | God niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
32 | versmadenisse contemptus divitiarum, ls. versmadenisse der rycheit S versmaetheit der rijcheit W versmadinghe der rijcheit. |
33 | seltu .... verhoget werden consolaberis; vrije vertaling; suldi .... getroest werden W sulstu di .... vertroesten. |
34 | scilencio silentio; cf. X: 4. |
35 | woorde opera, ls. werken, S W werken. |
36 | die nauwe consciencie stricta vita, var. stricta vita bona conscientia et ardua. |
37 | vanden groten swaren a gravioribus; geen var. |
40 | die ewige helle gehenna, S die ewige helle W die helsche pine. |
41 | wattu doeste ontbr. in Kemp. en andere Latijnse hss. |
42 | totum niet vert.; geen var. |
46 | die minne Gods amor, var. divinus amor; ook S W die minne Gods.
wederroept revocat; letterlijk vert.; S af .... trect van W wederhout van. |
47 | oerdel timorem; te vrij vert.; beter S W: vrese. |
| |
Cap. XXV
1 | wair om ad quid, var. cur. |
4 | ymmer immo; beter S ya W ja. |
5 | rijc locuples; beter S rijck ende milde W liberael. |
7 | Alsmen van enen leest die Cum quidam; vrije vertolking; S Een geestelic devoet mensche was eens W Het was een mensche die. |
8 | Te hants hoerde hi die godlike antwoerde van binnen: doch dat nu dattu doen woudes, oftu dat wiste ende dan doen woudes, ende du selste seker wesen Statimque audivit divinum intus responsum. Quod si hoc scires; quid facere velles? Fac nunc quod tunc facere velles: et bene securus eris. De tekst van het Leidse hs. is bedorven; men leze: ‘Oftu dat wiste, wat woudes du dan doen?’ Doch dat nu, dattu doen woudes, ende du selste seker wesen. Vgl. S of gi dat wist, wat woldi dan doen? Soe doe nu, dat gi dan doen woldet, ende gi sult wael seker wesen W ‘Ende ofstu dat wistes, wat woutstu dan doen?’ Doch nu, datstu dan doen woudes, ende du selles wel seker syn. |
9 | Te hants Moxque, var. Mox. |
11 | docht guet fac bonitatem, ls. doch tguet. |
13 | met crachten virilius, var. viribus. |
16 | een navolgher Cristi Diligens.... aemulator; vrij vert.; S een mensche die vlijtich ende neerstich is W Die vierich ende eernstich is. |
17 | daer of.... daer.... toe ad quod, var. ab eo ad quod.
om dat goede pro bono, var. pro eo bono. |
18 | gebreclic vitiose; S ondoechden of gebreken W onredelyc ende ghebreclyc.
die illa; lett. weergave; ls. die dinghe? |
20 | aendenc dat haestelic te beteren citius emendare te studeas, var. citius emendare studeas. |
24 | ist dat te versumen, ls. ist te versumen. |
26 | wanttu di niet meer en hebste dien te gheliken quia necdum magis illi te conformare studuisti. Hier is een volt. deelw. weggevallen, cf. S want gi u noch niet meer en hebt gevliticht. |
| |
| |
27 | vita et niet vert; geen var.; hem oefent, ls. oefent.
alle nutte ende overvloedighe dingen sel hi daer in vinden ende noturftige dingen omnia utilia et necessaria sibi abundanter ibi inveniet; gebrekkige, foutieve vertaling. Vgl. W al dat hem nut ende noot es, sal hi daer vinden overvloedich. |
29 | mint capit; geen var.; ls. nemt? Cf. S W neemt. |
32 | rumicheit laxiora, var. latiora; S lichtheit W vriheit.
remissi remissiora. S slaepheit W zonder bedwanc.
ander reliquum, var. alium. |
33 | alii niet vert.; geen var. |
34 | parum loquuntur niet vert.; geen var.
ripeliken mature; S vroe W vroech. |
35 | den B (sic). |
36 | in tam sancto opere niet vert.; geen var. |
39 | satis niet vert.; geen var. |
40 | perfecte niet vert.; geen var. |
41 | die ymmer cui.... utique; die dativus!
alle creatueren omnia; geen var.
incunctanter niet vert.; geen var. |
46 | God minnende diligens; geen var. |
47 | die gebreken vitiis et passionibus, var. vitiis.
lichaemlike corporalibus.... laboribus, ls. lichaemlike arbeit. Cf. S.
wtwendigen .... arbeit W lyfliken arbeit.
hantieren insudare. Vert. ls. v. Dijk: ‘in het zweet zijns aanschijns .... verrichten’. |
48 | verwinnet vitat; geen var.; S huedet, maar W verwint. Lazen de vertalers van L en W vincit? |
50 | excita te ipsum niet vert.; ontbreekt ook in een Latijns hs. |
| |
Boek II
Inhoudsopgave.
[Vander inwendigher wanderinghe]. Deze titel door veel latere hand toegevoegd, die tevens de capittelnummering verbeterd heeft.
| |
Cap. I
2 | et ad interioria te dare niet vert.; geen var. |
3 | gerechticheit, vrede ende blijscap pax et gaudium, var. justitia, pax et gaudium. |
6 | niet vertaald; geen Latijnse hss., waarin dit vs. niet voorkomt. |
7 | O lieve trouwe Eia anima fidelis; ls. met mnl. var. O lieve trouwe siel. |
9 | Gode Christo; geen var. |
10 | den Heer Christum; geen var.
dat di gheen noot en sel wesen ut non sit opus, var. ut non sit tibi opus. |
12 | et mortali niet vert.; geen var.; ls. met mnl. var. inden ghebrecliken sterfeliken menschen.
interdum niet vert.; geen var. |
15 | naersteliken intime; geen var.; beter S inwendeliken. |
17 | is debet esse; geen var.; beter S sal .... wesen. |
18 | pariter niet vert. |
19 | die die, ls. die; die tijtlike dinghen niet in Kemp. enz.; vrije toevoeging van de vertaler.
di selven.... toe.... voeghes weinig fraaie vertaling van inhaeras. |
| |
| |
20 | wort ghevoert dirigatur; beter S sal opgaen.
sonder middel sine intermissione; S sonder onderlaet. |
22 | preciosen pretiosa; behoort bij stigmata, niet bij vulnera.
niet nec multum; ls. met mnl. var. niet veel.
die woorde der aftersprekers verba detrahentia, var. verba detrahentium. |
23 | inder groter noot in maxima necessitate; geen var. N inder alder meester noot. van hemelschen vader ende niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
24 | om dat et; las vert. ut? |
26 | soudmen .... cronen of beclaghen coronabitur; deze dubbelvertaling bewijst òf dat de vertaler coronare niet heeft begrepen òf dat een afschrijver cronen heeft verward met beclaghen. |
21 | sijn, mnl. var. is. |
29 | hadstu een weynich sijnre minne et modicum de ardente amore eius sapuisses; ardente niet vert.; ontbreekt in een Latijns hs.; ls. met mnl. var. hadstu ghesmaect een weynich sijnre minne.
na dijns selfs profijt of oerboer de proprio commodo vel incommodo; profijt of oerboer dubbelvertaling van commodo; vel incommodo niet vert.; geen var. |
30 | et verus internus niet vert.; geen var. |
34 | ontbreect obest; mnl. var. ghebrect. Onjuiste vertaling; beter N S hindert. |
35 | ghevaerde gestus; N S zeden. |
36 | uutwendich dinc res; vrije vertaling. |
38 | dicke beroerense di et saepe conturbant, var. et te saepe conturbant. |
39 | et implicit niet vert.; geen var. |
40 | ghemeenlic frequenter; N stadelic S stedelicken. |
| |
Cap. II
Titel. Vander oetmoedicheit De humili submissione; geen var. N Van een oetmoedich vertien ons selves S Vander oetmoediger ondergevynge.
1 | weghe age; geen var.; mnl. var. merc. |
4 | du selste .... hebben videbis; vrij vert; geen Lat. var. |
7 | valde niet vert.; geen var. |
8 | die menschen .... hem veroetmoedighen, ls. met mnl. var. die mensche .... hem veroetmoedicht.
vergeeft placat; mnl. var. verdraecht; N versoent S verswoent. |
9 | helpt liberat; vrij vertaald; N verlost.
sine gracie gratiam magnam; geen var.; mnl. var. sine grote gracie. |
| |
Cap. III
3 | Een onvredich mensch tred alle dinc int quade. Homo passionatus etiam bonum in malum trahit: et faciliter malum credit. Onvolledige vertaling. Beter teksths. ed. Veldhuis: Een onvredelike mensche, dat goet is, dat trect hi int quade, ende lichtelike gheloeft hi dat quade. |
4 | in doechden in bonum; geen var.; vrije vertaling. |
5 | van hem en vermoet niement quaet de nullo suspicatur; onjuiste vertaling; beter N. van niemant en vermoet hi quaet S die en siet geen dinck quellick an.
et commotus niet vert; geen var. |
8 | iuste niet vert; ontbreekt ook in één Latijns hs.
minnen zelare; beter N besorgen S neernsticheit hebben. |
9 | horen rechtverdighen recipere; vrije vert.; mnl. var. horen, N S ontfangen. |
10 | Beter lustius; mnl. var. Rechtvaerdigher, N rechtverdeger. |
13 | die sijn sins volgende sijn secum sentientes; vrijer vert. dan in N S die mit hem gevoelen. |
| |
| |
15 | etiam niet vertaald; ontbreekt ook in een Latijns hs. |
16 | semper niet vertaald; ontbreekt ook in een Latijns hs. |
18 | in hac misera vita niet vert.; ontbr. alleen in het Leidse hs. van deze vertaling; ls. met mnl. var.: in desen onsalighen leven. |
19 | vinder victor, geen var.; onjuiste vertaling; ls. met mnl. var., N en S: verwinre. |
| |
Cap. IV
3 | ende puerheit van gedachten puritas apprehendit et gustat; onvolledig vertaald; geen var.; beter S puerheit grijpten ende smaecten N ende puerheit vercriget God ende smaket hem. |
4 | intus niet vert.; geen var. |
6 | te recht rectum; ls. met mnl. var. recht.
simpel ende puer niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
dan soudste alle creaturen wesen tunc omnis creatura .... esset; onjuist vert.; geen var.; S soe sal ons al creatuer wesen N soe waren di alle creatueren. |
8 | soudstu .... doen caperes; nauwkeuriger N S nemen. |
10 | een ygelic niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
van binnen (2de) exterius; ls. met mnl. var. van buten. |
11 | utique niet vertaald. |
12 | enighe niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
of et; geen var.
die hoc; ls. dit of met mnl. var. dat? |
13 | rootheit rubiginem; teksths. Veldhuis: roesticheit, N S roest.
Ende recht als yser in dat vuer gheworpen wort, ls. met mnl. var.
Ende recht als yser dat enz. |
| |
Cap. V
1 | wi.... sellen possumus, var. debemus.
minne sensus; ls. met mnl. var. sinne. |
4 | qualiken peius; ls. met mnl. var. qualiker. |
5 | ghebreke passione; geen var.; beter vert. in N S passien. |
6 | grote dinghen majora; comparat. niet vertaald. |
7 | et ponderamus niet vert.; geen var. |
8 | hi en soude niet vinden non esset; geen var.; vrije vertaling. |
9 | voir yement, ls. met mnl. var. voir yement anders. |
10 | van enen anderen de alienis, var. de aliis. |
17 | aliqua niet vert.; geen var. |
18 | lett. vert.; vgl. S N Die ziel die god mynt, die versmaet al dlnck, dat beneden god is. |
19 | vroechde solatium; mnl. var, N en S solaes.
groot immensus; N onghemeten. |
| |
Cap. VI
3 | valde (2de) niet vert.; geen var. |
4 | semper niet vert.; ls. met mnl. var. is altoes vervaert. |
8 | mala niet vert.; geen var. |
9 | den mime Gods amanti; Gods ontbr. in Kemp., Latijnse hss. en mnl. var. |
13 | is van Gode de Deo et in Deo est; ls. met mnl. var. is van Gode ende in Gode.
vander rechtverdicheit de veritate; onjuist vert.; geen var.; N waerheit. |
15 | wert verwonnen convincitur; vertaling te letterlijk; S dat is een teyken dat. |
19 | dat dy God kent quam Deo teste sis; ls. met mnl. var. dan dy God kent. |
22 | Die menschen die menschen die, ls. Die menschen. |
23 | die mensche kan vervallen, cf. N. |
| |
| |
24 | hope fiduciae; nauwkeuriger N betrouwen. |
26 | ait beatus Paulus niet vert.; geen var.; N seit sint Pauwels S seget paulus. |
27 | intus niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
ende gheen begheerte van buten te houden nec aliqua affectione teneri foris; vertaling onjuist; cf. N ende niet gehoelden te worden met enigher begeerten van buten S ende mit geenre onnutter begeert becommert te wesen. |
| |
Cap. VII
Titel. ons Heren Iesu; geen var.
1 | een hem selven te versmaden; een kan vervallen, cf. N. |
5 | noch hi en sel dat niet liden nec patietur; ls. met mnl. var. noch hi en sel niet liden.
di verloren te wesen perire, var. te perire. |
7 | ende beveel hem dijn salicheit et illius fidelitati te committe; geen var.; beter vert. in S ende beveelt u sijnre trouwen N bevele di synre getrouwicheit.
dattu waenste bi di te bliven niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
8 | toevoegen, ls. met mnl. var. hem toevoegen. |
10 | Paene niet vert.; geen var. |
11 | nee innitaris niet vert.; geen var.; N en wilt niet rusten. |
12 | die vertoninghe des uutwendigen menschen externam hominum apparentiam; geen var.; uutwendigen ten onrechte getrokken bij menschen. |
13 | in yement in aliis; onjuiste vertaling; geen var.
woninge lucrum; geen var.; ls. winninge? Vgl. N gewin vinden ende niet in Kemp. of Latijnse hss. |
16 | Veel scadeliker ist den mensche Plus enim homo novicior sibi; onnauwkeurig vertaald. |
| |
Cap. VIII
Titel. Vander vriendelicheit des gheselscaps ons Heren De familiaria amicitia lesu; S Vander heymeliker vrientscap mit Jhesus N Van der geesteliker vrieniscap tusschen Jhesus ende der zielen.
7 | sine Iesu niet vert.; geen var. |
10 | imo bonum super omne bonum niet vert.; ls. met andere mnl. hss.: ja goet boven allen goet. |
13 | scire (1e) niet vert.; ontbr. ook in Latijnse hss. |
19 | Igitur niet vert.; geen var.
verlaetste laetaris; vertaling onduidelijk; vgl. N verblidest S verblijt. |
20 | eer Jhesum, ls. met mnl. var. dan Jhesum? |
21 | Voer Ex; geen var.; vrij vertaald.
totus niet vert.; geen var.; mnl. var. Jhesus alleen; las men solus in plaats van totus? |
24 | op dat wi hem alle moghen kennen ut omnes ipsum cognoscant; onjuist vertaald; beter in S dat si hem al bekennen .... moeten N op dat si hem alle bekennen. |
28 | puer nudum, var. mundum.
sien vacare; N S aendencken. |
31 | selmens, ls. met mnl. var. selmen.
In desen en selmens niet verwerpen In his non debet deici; beter vertaald in N S Maer in desen sal die mensche niet verslagen worden.
totten wille Gods .... gelijc staen ad voluntatem Dei aequanimiter stare; onbeholpen vertaling; S geduldelic hem hebben totten wil .... gaeds. |
| |
| |
| |
Cap. IX
Titel. berovinghe carentia; N te ontberen S dervinge.
5 | gheleert wort ducitur; vertaling hiervan ontbreekt in andere mnl. hss.; ls. gheleit wort? Vgl. N geleit wort. |
6 | uutwendich solaes solatio; geen var. |
11 | Wel Multum; ls. met mnl. var. Veel.
scheyden certare; ls. met mnl. var. striden. |
13 | sed magis in de vertaling ten onrechte getrokken bij het eerste gedeelte van de zin. |
14 | a Deo niet vert.; ontbreekt ook in een Latijns hs.
die gaven Gods eam; vrije vertaling onder invloed van het volgende Dei munus, hoewel het slaat op consolatio. |
15 | ydeliken mit di vermeten inaniter praesumere; ls. met mnl. var. ydeliken di vermeten.
die ure sel gaen transibit hora; beter ware: die ure sel voerbi gaen; S sal en wech gaen. |
16 | di (1ste) niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
17 | so is dicke alsulken gheschiet fuit saepe talis alternationis modus; ls. met mnl. var. so is dicke alsulken wandel gheschiet. |
18 | propheet ontbr. in Kemp. en andere Latijnse hss.
ende kan vervallen. |
19 | quid in se fuerit expertus: adiungit niet vert.; geen var.; |
20 | in desen inter haec. |
21 | Dominus factus est adiutor meus niet vert.; geen var. |
22 | Ende hi seit voirt niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
Sed in quo niet vert.; S Mer waer in? |
24 | die propheet Job beatus lob; NS die heilige man Job.
du verwandelste visitas; ls. met mnl. var. du vandeste. |
25 | mach hi possum; ls. met mnl. var. mach ic. |
27 | modicum sapiunt niet vert; S smaken luttel. |
29 | minrenge diminutionem, hs. min renge. Mnl. var. verminderinghe. |
30 | Nie heilich Nullus sanctus. |
| |
Cap. X
2 | Sette dy selven Pone te.... magis; ls. met mnl. var. Sette dy selven meer.
tot blijscappen der werlt ad laetitiam, var. laetitiae mundanae; vgl. mundi delicias in vs. 4 en deliciae mundanae in vs. 5. |
4 | mundi delicias et niet vert; geen var. |
5 | omnes niet vert; geen var.
uut reynre ghedachten puris mentibus; door vertaler in samenhang niet begrepen; S den reynen herten (ingestort). |
7 | der dingen Gods supernae visitationi; mnl. var. den wille Gods.
dat een mensche hopet in hem selven magna confidentia sui; mnl. var. dat een mensche grotelic in hem selven hoept. |
8 | int gheven troest sijnre gracien consolationis gratiam dando. Men zou verwachten: int gheven die gracie sijnre troest. Teksths. Veldhuis: want hi ghevet syn gracien. N int geven der gracien der consolacien S gevende die gracie der consolacien. |
11 | die van di niet en comt quae mihi aufert compunctionem; uiterst vrije vertaling; beter teksths. Veldhuis: die mi verhovaerdicht. Vgl. N die my afneempt compunctie oft berou des herten S die my neemt compunctie ende beraeringe des herten. |
12 | omne niet vert; geen var.; ls. met mnl. var. Noch alle dat hoghe.
semper niet vert; geen var. |
| |
| |
13 | ende meerre vresen timoratior; ls. met mnl. var. ende in meerre vresen. |
14 | die gheleert is in ontreckinge der woorden eruditus subtractionis verbere. Las vertaler verborum? N S ende geproeft metter ontreckinge der consolacien. |
15 | ghif .... lof gratias .... tribue; vrije vertaling. |
20 | super omnia niet vert.; geen var. Het tweede gedeelte van 20 vrij vertaald. |
| |
Cap. XI
Titel. ons Heren Iesu; geen var.
6 | der scaemten des cruces, ls. met mnl. var.: in der scaemten des cruces. |
7 | mer als hem wederspoet coemt, so murmereren si niet in Kemp., Latijnse of mnl. hss. |
9 | se absconderit niet vert.; geen var.
hem eos. |
10 | gheliken in sicut in; ls. ghelijc in? N gelijc als in. |
11 | eis niet vert.; ontbreekt ook in sommige Latijnse hss.
semper (2de) niet vert.; geen var. |
12 | vel amore niet vert.; geen var. |
13 | omnes niet vert.; geen var. |
16 | invenitur niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss. |
21 | Hiaat vs. 20-21 niet gestaafd door Latijnse var.
minus niet vert.; geen var. |
24 | sel hi .... kennen pronuntiet; S rekenen. |
25 | Want ic alleen arm bin Quia unicus et pauper sum ego; ls. Want ic alleen ende arm bin? Vgl. N Want ic ben enich ende arm S Want ic byn eensam ende arme. |
| |
Cap. XII
Titel. leven via; geen Lat. var. Las vertaler vita? Ls. met mnl. var. weghe. Cristi niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
1 | multis niet vert.; geen var.
volghe mi na sequere Iesum, var. sequere me. |
2 | Gaet discedite a me; ls. met teksths. Veldhuis Gaet van mi. |
5 | al hier in vita; geen var. |
7 | alle doghede summa virtutis, var. summa virtus.
alle volmaectheit perfectio; geen var. |
8 | salicheit salus animae; geen var. |
9 | hy sel di leyden ibis; geen var.; vertaling onjuist; N du saelt gaen. |
12 | een daghelix sterven quotidianae mortificationis. De genitivus komt in de vertaling niet tot zijn recht. |
13 | sekeren securiorum; sekeren dus op te vatten als comparativus. |
15 | altoes niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
droevich wesen ende niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
16 | selstu selstu, ls. selstu.
ende somwilen, ls. met teksths. Veldhuis ende somwillen gheoefent. |
17 | gheledicht worden alleviari; ls. met teksths. Veldhuis verlicht worden of met var. ghelicht. |
18 | illi niet vert.; geen var. |
28 | die daer is den conincliken wes [sic] des cruces quae est via sancta crucis, var. quae est regia via sanctae crucis; ls. met teksths. Veldhuis: die daer is den conincliken wech des cruces. |
29 | Ende dat leven Cristi Tota vita Christi; geen var.; ls. met teksths. Veldhuis Al dat leven Cristi. |
| |
| |
30 | Du dwaelste mit allen Erras, erras, var. Erras et profecto erras.
dan liden ende tribulacie quam pati tribulationes. Ls. met teksths. Veldhuis dan te liden tribulacie. |
31 | hoe hi dicker ende swaerre crucen vint tanto graviores saepe cruces invenit. Ls. met teksths. Veldhuis hoe hi dicke swaerre crucen vint.
ex amore niet vert.; geen var.
dat hi also lange ballinge blijft uten ewighen leven niet in Kemp.; een vrije toevoeging van de vertaler ter uitwerking van ellende? |
32 | ende, ls. met teksths. Veldhuis en.
troest (sic); teksths. Veldhuis troests.
grote vruchte fructum maximum, var. fructum magnum.
accrescere niet vert., geen var. |
33 | sponte niet vert., geen var. |
34 | hoe dat vleysch quanto caro magis; ls. met teksths. Veldhuis hoe dat vleysch meer. |
35 | dat hi niet en woude, ls. met teksths. Veldhuis dat hi niet en woude wesen. |
38 | ad te ipsum niet vert.; geen var.; als kan vervallen. |
39 | in Gode in Domino; geen var. |
42 | in desen leven in hac misera vita; geen var.; ls. met teksths. Veldhuis in desen onsalighen leven. |
43 | tribulatione niet vert.; geen var. |
46 | al waert datse een mensche alleen mochte liden etiam si solus omnes posses sustinere; een mensche niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; omnes niet vertaald. N heeft: al waert oeck datse een mensche altemael alleen mochte liden. |
47 | tribulacien tribulatio, var. tribulationes. |
49 | dattu gaerne lides ad quod esse debes scilicet ad patiendum et moriendum; onvolledig vertaald; geen var. |
52 | quanta exsultatio.... proximi niet vertaald; geen var. |
55 | moechstu te oportet; ls. met mnl. var. moestu of moetstu.
Ende eer yement, ls Ende hoe yement? |
57 | in desen leven in mundo isto; geen var. |
58 | genoechten consolationibus; vrij vertaald.
verblijt te wesen recreari; vrij vertaald.
gemeenlic magis conformior; ls. met mnl. var. gemeenliker. |
59 | Zeer onnauwkeurig vertaald. Beter S Want onse verdienst ende die voertganck ons levens en steet niet in voelre sueticheit ende troestinge te gebruken, mer meer in voel swaernisse ende tribulacien te lijden. |
61 | verweget hy hortatur; geen var.; teksths. Veldhuis beweghet hi; andere mnl. var. verwect hi; NS vermaent hi; ls. dus verweckt of beweghet? |
62 | dat laetste eynde conclusio finalis. |
| |
Boek III
Titel ontbreekt. In margine heeft latere hand bijgeschreven III boeck.
| |
Cap. I
Titel. Gods Christi; geen Latijnse var.
1 | die Heer Dominus Deus; geen var.; ls. met B C D E die Heer God. |
3 | die in die aderen, ls. die die in aderen of die die aderen; zie de mnl. varianten. |
7 | mit Gode ledich te wesen Deo vacare; S Gade ledich te wesen G oer herte ende oer ghemoede ledich te maken tot Gode D 56 Gode an te dencken. |
8 | horen, ls. met mnl. var. horen moghes. |
| |
| |
| |
Cap. II
5 | potius niet vert.; geen var.; sonder die sine te. |
6 | possunt niet vert.; geen var. |
7 | Si leren suverlike Pulchriter dicunt; geen var. S Schoenlick spreken si D 56 Si spreken te male schoen G Si spreken zeer schone. |
8 | dat verstant intellectum signatorum; geen var.; onvolledige vertaling; cf. S dat verstant der dingen die beteykent sijn G verstant der verborgenheit; ook D 56 onvolledig: dat verstant daer van. |
13 | dat horen verstandenisse, ls. met D E dat horen der verstandenisse. |
| |
Cap. III
1 | bovengaende conste ende wetenheit alle der wiser philosophien deser werelt omnem philosophorum et sapientium huius mundi scientiam excedentia, var. omnium philosophorum etc.
der wiser philosophien philosophorum et sapientium; geen var.
philosophien, ls. met B D philosophen. |
2 | sijn.... over te gheven, ls. met B te overweghen; cf. S sijn... te wegen D 56 sijn.... te pensen G die men.... verstaen.... can. |
6 | veel menschen Plures; geen var.; S Voel menschen G D 56 Veel menschen. |
7 | hoghe .... dinghen summa; S die alre hoechste .... dingen G die alre hoechste .... guede D 56 die alre overste .... dinghe. |
8 | in allen dingen in omnibus; behoort bij dient servit. |
11 | om dat grote loon pro praemio inaestimabili; onnauwkeurig vertaald; S om dat onbegripelike guet D 56 om dat onvermoedelike loen.
om die hoge eer pro summo honore; S voer die hoechste eer. |
13 | van haren horen a spe sua; ls. met mnl. var. van horen hope. |
18 | mit (2de), ls. ende mit. |
19 | te troesten exhortando; S toeherdende G toeharde D toe te troesten. |
23 | arme pauperrimus; geen var.
et contemptibilior niet vert.; geen var. |
25 | omnia praestas niet vert.; geen var. |
| |
Cap. IV
Titel. in oetmoedicheit ende inder waerheit in veritate et humilitate, var. in humilitate et veritate.
2 | in veritate niet vert.; geen var. |
3 | te niet vert.; ls. met mnl. var. Ist dat di die waerheit vriet. |
8 | in droefheit, ls. met mnl. var. B ende droefheit.
om dijn guede werke propter opera bona, var. propter opera tua bona. |
9 | becommert ende besondicht obnoxius et implicatus; vgl. S bescult ende bewonden G besmyt ende becommert D 56 bevlochten. |
10 | Ende altoes gaestu afterwaert bi di selven Ex te semper ad nihil tendis. Vertaling onjuist; vgl. S Wt di selven denkestu altoes tot niet G Van di selven gaetstu altoes te nyete D 56 Van di selven gaestu te niete. |
13 | nil reputatione appareat dignum; nil altum nil vere laudabile niet vert.; geen var. Wel verdietst in andere mnl. vertalingen. |
14 | grote maxima. |
15 | et fugias niet vert.; geen var. |
16 | Die sommige wanderen doechdeliken voir mi Quidam non sincere coram me ambulant, ls. met mnl. var. Die sommige en wanderen niet doechdeliken voer mi. |
| |
| |
17 | et peccata niet vert.; geen var.
van mijnre verhengenisse me eis adversante; onjuist, althans onnauwkeurig vertaald; vgl. S want ic on wederstae G want ic bin hem tegen D 56 want ic hem teghen bin. |
21 | est niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss. |
| |
Cap. V
7 | malis niet vert.; geen var. |
8 | een guet dinc magna res; geen var.; ls. met mnl. var. E een groet dinc?
dat swaer is omne onerosum; omne dus niet vertaald, ontbreekt ook in enige Latijnse hss. |
12 | geen hinder ne.... implicationes sustineat; ls. met mnl. var. B geen hinder en lide. |
13 | nihil latius niet vert.; geen var. |
15 | uno niet vert.; ontbr. ook in een Latijns hs. |
17 | die minnende amor; ls. met mnl. var. die minne. |
18 | begheer, ls. begheert. |
19 | si set hoer begheerte te diensten effectui mancipat; geen var. Las vertaler affectui?
S settet te werck G brenget toe wercke D 56 volbrenghet. |
21 | gedreighet territus; geen var.; onnauwkeurig vert.; S verveert G D 56 benauwet.
vriliken secure; geen var.; onnauwkeurig vert.; S G sekerlicke D 56 sekerlic. |
23 | tot Cristum niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
24 | bereet dilata; ls. met mnl. var. breet.
opdat mach leren ut discam; ls. met mnl. var. op dat ic mach leren. |
26 | ic sel minen gheminden volghen sequar te dilectum meum; ls. met mnl. var. ic sel di minen gheminden volghen. |
30 | cuych, ls. met mnl. var. cuysch of spellingvariant? |
| |
Cap. VI
4 | inder beteringe in temptationibus; ls. met mnl. var. in becoringe. |
9 | quam velles niet vert.; geen var. |
12 | manieren materia; geen var.; ls. met andere vertalingen materie? |
13 | rectam nief vert.; geen var. |
14 | somtijt aliquando .... subito; ls. met mnl. var. somtijt haestelic. |
15 | Want du lijdstet node Illas enim invite magis pateris quam agis; onvolledig vertaald; andere mnl. hss. van deze vertaling: Want die lidestu node; magis .... quam agis niet vert. Vgl. S Want die lijdestu meer onwillichliken dan datstu die duet G Want die fantasien lidestu meer onwillichlike dan du die doetste. |
16 | desiderium tuum niet vert.; geen var. |
21 | aldusdanighe talia; ls. met alle mnl. var. aldusdanighe dinghen. |
22 | macht partem; vrije vertaling. |
27 | die ic dy sel gheven niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; zelfstandige toevoeging van de vertaler. |
| |
Cap. VII
4 | niet en hebste habueris; ls. met mnl. var. B hebste.
studio niet vert.; geen var.
ja dattu niet en vertragheste ita quod tunc .... non torpeas; ls. met mnl. var. ja also dattu dan niet en vertragheste.
ja niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
alle dine ander werken reliqua opera tua; alle niet in Kemp. of andere hss. |
6 | vallen in traecheden fiunt .... desides. Vgl. S werden .... traech D 56 vertraghen.
alte wel bene; ls. met mnl. var. wel. |
| |
| |
7 | et cui vult niet vert.; geen var. |
8 | onbehoetliken incauti; geen var.; las vertaler incaute?
over weghen, partic. praeter.; B overgheweghen. |
14 | et parva intelligentia niet vert.; geen var. |
16 | satis niet vert.; geen var. |
17 | satis niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
te rechte virtuose; beter S doechdeliken en mnl. var. te deghen
nimis niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
niet minus; vertaling minder juist.
quam oportet niet vert.; geen var. |
19 | sonden offensam; vertaling onjuist; beter S D 56 vertoerninge. |
21 | ontoghen, ls. met mnl. var. ontoghen hebbe. |
24 | vera niet vert.; ontbr. ook in sommige Latijnse hss.; ls. echter met mnl. var. in ghewarigher oetmoedicheit. |
| |
Cap. VIII
3 | alsoe sel dan dijn gracie, ls. met mnl. var. also ic bin, dan sel dijn gracie [vert. v. sicut sum ontbr. in het Leidse hs.]. |
5 | so en ist niet dan alle crancheit ecce nihil et tota infirmitas; vrije vertaling. |
8 | ut vere dicam niet vert.; geen var. |
10 | Jhesu niet in Kemp., wel in andere Latijnse hss. |
11 | gaven bonis; ls. met mnl. var. D E goeden? |
12 | starcheit, ls. met mnl. var. onse starcheit. |
| |
Cap. IX
4 | omnia niet vert.; geen var.; ls. met mnl. var. diet al. |
5 | die, ls. met mnl. var. ende, ook in overeenstemming met de Latijnse variant sic omnia considera et singula.
sijn sy, ls. met mnl. var. sijn sy tot mi als; Kemp. ad me tamquam. |
6 | vivo niet vert.; geen var. |
7 | dinghen bono; vrij vertaald.
sel ....verblijt werden dilatabitur, var. delectabitur. |
10 | daer men verjaghet qua fugatur; ls. met mnl. var. daer men mede verjaghet. |
11 | droefheit des herten contractio cordis, var. contritio cordis.
onnutte minne privatus amor; vertaling onduidelijk; vgl. S heymelike liefde G eygen minne of eygen soekelicheit D 56 eyghen minne. |
12 | verblijt dilatat; geen var. Las vertaler dilectat, of is verblijt een corrupte lezing van verbreet? Cf. S verbreit G verbreydet ende vermeerret D 56 verbreydet. |
| |
Cap. X
8 | Du hebste ontfermherticheit Fecisti.... misericordiam; ls. met mnl. var. Du hebste ontfermherticheit ghedaen.
mi, mine niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; vrije toevoeging van de vertaler. |
9 | Want ten alle, ls. met mnl. var. Want ten is alle. |
11 | magnum.... et niet vert.; geen var.; ls. met B meer groot ende wonderlijc.
mi niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; zie vs. 9. |
13 | Voerwaer Verumtamen vice versa; onjuiste vertaling; S onvolledig; Nochtant. |
15 | du woudste ordineren ordinasti; woudste niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
17 | voir alle dese gueden pro omnibus istis milibus bonis; milibus ontbreekt in een Latijns hs.; ls. echter met mnl. var. voir alle dese dusent gueden. |
21 | minen niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
24 | sulken, ls. met mnl. var. sullen habebunt. |
| |
| |
26 | vryheit des herten mentis libertatem, var. cordis libertatem. |
28 | daemonibus terribilem niet vert.; geen var.
Gode behaechlic Deo placabilem, var. Deo placibilem.
cunctis niet vert.; geen var. |
29 | salighe niet Kemp. of in andere Latijnse hss. |
| |
Cap. XI
2 | is sunt; geen var. |
5 | dijns niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
6 | behaghe placuit; ls. met mnl. var. behaghede.
ende voir dat beste hieltste et quasi pro meliore zelasti; quasi ontbreekt inderdaad in enige Latijnse hss.; zelasti onnauwkeurig vertaald. |
| |
Cap. XII
Titel. lijdsaemheit patientiae et; ls. met mnl. var. lijdsaemheit ende.
2 | Ende Nam; geen var. |
4 | in veel teghenheden et in multas contrarietatibus; ls. met mnl. var. ende in veel teghenheden. |
5 | wel multa; ls. met mnl. var. veel. |
6 | semper niet vert.; geen var. |
9 | die zwaerste delicatissimos; geen var.; ls. met mnl. var. die alre suetste. |
11 | putas niet vert.; geen var. |
12 | vergaet niet Kemp. of andere Latijnse hss.; geen var.; vrije vertaling. |
14 | pijn ende droefheit doloris poenam; geen var.; vrije weergave. |
16 | alle sondelike genoechten omnes, var. omnes scilicet cogitationes et delectationes istae. |
18 | quaden niet Kemp. of andere Latijnse hss. |
21 | arbeides labore; ls. met mnl. var. arbeit. |
22 | die oude ghewoente inolita consuetudo; vgl. S ingewassen G olde D 56 quade.
sel di weder houden obsistet; onjuiste vertaling; cf. S sal daer wederstaen. |
| |
Cap. XIII
1 | nititur niet vert.; geen var. |
4 | hoe niet Kemp. of andere Latijnse hss. Citius niet vert.; geen var.
onderworpen devastatus; onnauwkeurige vertaling; vgl. S verdorven G verwoestet D 56 verwonnen. |
5 | bisten, ls. biste. |
6 | enichsins omnino; geen var.; onjuiste vertaling; ontbr. in S en G; D 56 ummer. |
8 | die stof biste ende ghemul qui pulvis es et nihil; geen var. Vgl. de dubbelvertaling stof ende ghemul in 10 en stof ende vuylnis in cap. XIV: 10 van pulvis.
humiliter niet vert.; geen var. |
15 | lijdsamicheit patienter; ls. met mnl. var. lijdsaemliken. |
| |
Cap. XIV
Titel. die.... oerdel judiciis; ls. met mnl. var. die.... oerdelen.
5 | der enghelen panem angelorum; ls. met mnl. var. der enghelen broot.
ghevoecht [sic], ls. met mnl. var. ghenoecht. |
8 | dattuse, ls. met mnl. var. dattu? |
9 | dattuse, ls. met mnl. var. dattu? |
| |
| |
11 | werden wi verbetert erigimur; foutieve vertaling; las vertaler corrigimur? S, G en D 56: werden wi opgericht. |
16 | die sculdige latebra; ls. met mnl. var. die sculinge.
datt, ls. dat?
van der aengenomenre doghet de virtute concepta, var. de virtute accepta. |
17 | dat diepte profunditate; diepte neutrum. |
20 | verheffen, ls. met mnl. var. hem verheffen. |
21 | alle die sijn hope qui totam spem suam; ls. met mnl. var. die alle sijn hope. |
22 | prysen loquuntur; geen var.; vrije vertaling. |
| |
Cap. XV
Titel. ac dicendum niet vert.; ontbr. in een Latijns hs.
ghenoechliken desiderabili; vrij vertaald.
4 | mihi niet vert.; geen var. |
5 | en is non est; ls. met mnl. var. en is niet. |
6 | pro vero niet vert.; geen var.
die drijft te impellat; die als spellingvariant van di komt meer voor in dit hs. |
10 | Da quod vis et quantum vis; de vertaling hiervan ontbreekt in het Leidse hs.; ls. met andere hss. van deze tekst: Ghif dattu wilste ende hoe veel du wilste. |
19 | amare niet vert.; ls. met mnl. var. begheren (versmaet.... te werden) |
22 | Amen ontbr.; geen Lat. var.; ls. met mnl. var. Amen. |
| |
Cap. XVI
6 | Dit vs. onvolledig; ls. met alle andere mnl. hss. Laet di die tijtlike dingen wesen in ghebruken, die ewighe dinghen in begheerten. |
8 | et felicitas niet vert.; geen var. |
9 | gheprijst ende gelovet wert videtur et laudatur; beter S gesien ende gelaeft wort. die ghelovige Cristi boni Christi fideles; ls. met mnl. var. die goede ghelovige Cristi. geestelike reyn spirituales et mundicordes; ls. met mnl. var. geestelike ende reyn. |
13 | is sit; ls. met mnl. var. si. |
14 | mi niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
| |
Cap. XVII
5 | des dummodo. De mnl. variant dat geeft een betere lezing. |
6 | dattu doeste quidquid de me feceris; ls. met mnl. var. dattu mit mi doeste. |
7 | in dat licht dijnre gracien in luce; geen var.; vrije, omschrijvende vertaling.
mi gewaerdiges, ls. met alle mnl. var. di ghewaerdighes mi? |
10 | rijc ende welich plenus et dives; andere mnl. hss. rijc ende vol. |
| |
Cap. XVIII
Titel. dese niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
2 | nye non; ls. met mnl. var. niet. |
4 | onsalighe misellus, var. miser; verduldeliken lide, ls. met alle mnl. var. mi verduldeliken lide? |
5 | zwaer ende lastich is ende gevoelt wert onerosa sentitur; ls. met mnl. var. zwaer ende lastich gevoelt wert. |
6 | inder ewen in lege vetere, ls. met mnl. var. inder ouder ewen. |
7 | dijns niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
tunc niet vert.; geen var. |
| |
| |
| |
Cap. XIX
Titel. hoe quis; andere vertalingen wie.
4 | brenghen, ls. met mnl. var. brenghes. |
7 | dijn ghemoede van ghewoenten animo et usu; geen var.; ls. dijn ghemoede ende ghewoenten. |
8 | dat mi staet te liden sicut patienda videro, var. quae patienda videro. |
10 | ende dat hem behaget et a quo sibi placuerit; onnauwkeurig weergegeven. |
12 | totum niet vert.; geen var. |
21 | is alte salich valde salubre est animae meae; ls. met mnl. var. is alte salich mijnre sielen. |
| |
Cap. XX
Titel. des levens huius vitae; geen var.
1 | den Heer niet Kemp. of andere Latijnse hss.; |
3 | wesen, ls. met mnl. var. sal wesen. |
6 | siet aen vide; ls. met alle mnl. var. siet? |
7 | icket, ls. met mnl. var. icker. |
8 | glidende labilis; letterlijke vertaling; vgl. S onstedich. |
9 | Et si non omnino ad consensionem niet vert; geen var.
tamen, etiam niet vert.; geen var.
navolghinghe insectatio; onjuiste vertaling; vgl. S vervolginge. |
11 | Vergave God van Ysrael Utinam.... Deus Israel, ls. met mnl. var. Vergave God dattu God van Israhel; fortissime onjuist vertaald door bi aventueren. |
12 | onsalige miserrima; ls. met mnl. var. alre onsalichste. |
13 | stricken laqueis et; ls. met mnl. var. stricken ende. |
14 | so opcomen daer veel noch ander noch ander; ls. met mnl, var. so opcomen daer noch veel ander. |
16 | dootsiecten mortes et pestes; ls. met mnl. var. doots ende siecten. |
19 | sommighe alia; ls. met alle mnl. var. sommighe dinghen. |
22 | divinam [bij dulcedinem] niet vert; geen var.
bedriecht fallitur, var. fallit. |
| |
Cap. XXI
5 | super omnem spem et promissionem; de vertaling van deze woorden, het begin van vs. 5, ontbreekt; ls. echter met alle mnl. var. boven alle hope ende belofte. |
6 | troestinghe iubilationem; vrije vertaling. |
7 | boven alle dat alle dat hemelsche heerscap, ls. boven alle dat hemelsche heerscap. |
9 | bona et niet vert; geen var. |
10 | mi niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
praeter te ipsum donas: aut niet vert.; geen var.; wel vertaald in B C D so wattu mi gheefste sonder di selven of; deze woorden inlassen.
openbaerste ende beloefste revelas vel promittis; ls. met mnl. var. openbaerste of beloefste. |
14 | van groter minnen prae amore tuo; onjuiste vertaling. |
20 | Hi come tot sinen armen knecht Veniat ad me pauperculum suum; ls. met mnl. var. Hi come tot mi enz. |
21 | dijn blijscap is die mijn tu laetitia mea; geen var.; blijkbaar las de vertaler tua laetitia mea. |
23 | interim niet vert; geen var.
spes mea niet vert.; geen var. |
| |
| |
24 | ende segghes niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; waarschijnlijk zelfstandige toevoeging van de vertaler. |
25 | Siet ic bin hier bi di Ecce assum; ecce ego ad te; onvolledige vertaling.
die oetmoedicheit humilatio tua; ls. met mnl. var. dijn oetmoedicheit. |
28 | dijn goedertierenheit hanc bonitatem; geen var.; las vertaler tuam bonitatem? |
31 | et niet vert.; geen var.
al dingen, ls. met mnl. var. alle dingen? |
| |
Cap. XXII
4 | Ic bin ghedachtich Minor ego sum; geen var.; vertaler las kennelijk Memor ego sum.
hebste hebste, ls. hebste. |
9 | die ander ditiori; geen var.; onjuiste vertaling, of las de bewerker alio? |
12 | waer cur; ls. met mnl. var. waerom. |
14 | daer of, ls. met mnl. var. daer.
vel deiectionem niet vert; geen var. |
15 | tot versmadenisse van deser werlt huic mundo despectos; onjuist vertaald; de bewerker las despectus; beter B D E ende versmade van deser werelt. Vgl. S die deser werelt versmaet sijn. De lezing van B D E wel de oorspronkelijke. |
17 | die versmaetheit quae mundus abhorret; getrouwer vertaald in hs. B dat die werelt versmaet E dat die weerelt vreeset. |
21 | data vel niet vert.; geen var. |
| |
Cap. XXIII
11 | ontvredet impacatum; de lezing van de andere mnl. hss. onghevredet de oorspronkelijke? |
13 | sijt in mijn hulpe in auxilium meum respice; ls. siet in mijn hulpe? Vgl. S ansiet in mijn hulpe.
ydele ghedachten variae cogitationes, var. vanae cogitationes. |
15 | tibi niet vert; geen var. |
16 | soe moetet gheschien fac; vrij vertaald. |
20 | dico niet vert; geen var. |
23 | et optimum niet vert; geen var.; ls. met mnl. var. goede vrucht ende die alre beste vrucht. |
26 | ydel ende onnutte frivola, var. frivola et vana. |
| |
Cap. XXIV
2 | tu niet vert.; geen var. |
8 | umbra niet vert.; geen var. |
9 | blintheyt obscuritas; vrije vertaling. |
| |
Cap. XXV
9 | en vermoede niet non.... aestimas te; ls. met mnl. var. en vermoede di niet. |
16 | quasi haec tantaque pati non deberes: sed me in omnibus dispositionibus iustificaveris niet vert; geen var. |
| |
Cap. XXVI
Titel. voerdel eminentia; vrije weergave; S G D 56 hoecheit.
bidden supplex oratio; S D 56 innich ghebet G gebede.
1 | intentione niet vert; geen var.
multas niet vert; geen var.
voerdel praerogativa; vgl S D 56 vordel G hoecheit. |
| |
| |
2 | overmids wederstaen molestiis fractus; vertaling duister, of corrupte lezing? Vgl. S van moyenisse gebraken D 56 G te broken van moyenisse. |
3 | begheren ambit; ls. begheert [die object, die werltlike ydelheit subject]; ic wil libuerit; ls. met mnl. var. si wil. |
4 | inwendigher aeternorum, var. interiorum.
om aen te sien intuitu; te vrij vertaald; beter S mit enen scijne G mit eenrehande schijn D 56 om een schijn. |
9 | voetsel sulke talibus fomentis; ls. met mnl. var. alsulke voetsel. |
10 | want si die natuer onthouden quia natura sustenda est; niet juist vertaald; vgl. S want die natuer salmen mede behalden. |
| |
Cap. XXVII
Titel. heymelike verburghen minne privatus amor; vgl. S die sunderlinge liefde G die eygene wille sijns selfs D 56 eygen minne.
Capittel XXVI, ls. Capittel XXVII.
1 | niets niets nihil; sic; andere mnl. hss. niets niet. |
2 | dijns minne amor tui ipsius; ls. met mnl. var. dijns selves minne. |
4 | puer ende simpel purus simplex; ls. met mnl. var. puer, simpel. |
10 | luttel non; geen var. |
13 | ist dattet hert si .... status cordis; onvolledig vertaald; ende niet sed non; ls. met de mnl. var. mer niet. |
14 | orta et niet vert.; geen var. |
16 | laet mi niet getogen, ls. met mnl. var. laet mi niet getogen worden. |
18 | dit ita, var. ista. |
20 | voir bi.... gaen declinare; vgl. S schouwen D 56 miden. |
| |
Cap. XXVIII
Titel. des achterclappers obtrectatorum; geen var.; ls. der achterclappers?
Capittel XXVII, ls. Capittel XXVIII.
1 | onwaerdelike aegre; beter mnl. var. B cranckeliken. |
2 | snoder noch crancker infirmiorem, var. infirmiorem aut inferiorem. |
5 | betalen interpretati fuerint; Is. met mnl. var. becallen; vgl. S gevoelen G voelen D 56 trecken. |
| |
Cap. XXIX
Titel. loven benedicendus; vrije weergave.
becoringhe tribulatione, var. tentatione.
Capittel XXVIII, ls. Capittel XXIX.
3 | passien des lidens passione; ls. met mnl. var. passien. |
6 | wat ic mach ic, ls. wat mach ic. |
7 | op dese tijt etiam hac vice; etiam niet vert.; geen var.; vgl. S oec tot desen mael D 56 oec in desen stonden. |
9 | ende beter et melius fiat; ls. met mnl. var. ende het beter worde. |
10 | machtige omnipotens; geen var.; onvolledig vertaald.
dijn ontfermherticheit misericordia mea. Las vertaler tua? Overigens heeft hij dit niet gezien als appositie bij Deus meus. Vgl. S mijn God, mijn barmherticheit. |
| |
Cap. XXX
3 | lancsaem tardius, var. tardus. |
4 | eer dattu aendachteliken biddes antequam me intente roges; ls. met mnl. var. dattu mi. |
| |
| |
5 | noch sonder mi en niemant nec est extra me; ls. met mnl. var. en is niemant. |
6 | vergader .... weder dinen resumpto spiritu; ls. met mnl. var.: dinen geest. |
14 | het is onmogheliken humanum est; geen var.; onbegrijpelijke vertaling. Alle andere mnl. hss. van deze vertaling hebben moghelic. Is dit de authentieke lezing? Of is de oorspr. tekst menschelic geweest?
ghetoghen te werden, ls. met mnl. var. ghetoghen te werden tot. |
15 | bedrieghe, ls. met mnl. var. bedrieghet. |
19 | paene niet vert.; geen var. |
24 | het seer oerberlic multum expedit; ls. met mnl. var. het is seer oerberlic. |
| |
Cap. XXXI
1 | dat ubi; ls. met mnl. var. daer. |
2 | libere niet vert.; ontbreekt ook in een Latijns hs. |
5 | te niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
sien, ls. met mnl. var. sie. |
7 | daer isser veel pauci; ls. met mnl. var. luttel. |
8 | op heff ende neme rapiat; hs. B C neme D E opneme; ls. met mnl. var. opneme of neme? |
9 | magni niet vert.; geen var.
verheven van elevatus et; ls: met mnl. var. verheven ende van. |
10 | unum niet vert.; ls. met mnl. var. dat enighe ongemeten ewige goet. |
12 | die wijsheit een verlichten.... mans, ls. met mnl. var. eens.
Vertaler heeft de zin van 12 blijkbaar niet begrepen. |
16 | verganclike dinghen ende snode pro transitoriis et vilibus; ls. met mnl. var. verganclike ende snode dinghen. |
23 | starc si fortis dives; mnl. var. B starc si, rijc. |
| |
Cap. XXXII
6 | want immo; geen var.; onjuiste vertaling. |
7 | alle dijnre niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
8 | tecum niet vert; geen overeenkomstige var. |
10 | treden concultantem; ls. met mnl. var. tredet. |
| |
Cap. XXXIII
2 | vrolijc levis, var. laetus. |
3 | of wat side vel qua parte; ls. met mnl. var. of van wat side. |
4 | et idem niet vert.; geen var.
onbeweghet inconcussus; ls. met mnl. var. onbeweghelic?
verwandelinghe eventus; vertaling onjuist; vgl. S geval G val der onstadicheit D 56 misseliker ghevalle. |
5 | vresen procellas; minder nauwkeurig vertaald; vgl. S wagen O storme der zee D 56 ghelven. |
6 | siet .... in respicitur, var. respicit |
9 | media niet vert; ontbreekt ook in enige Latijnse hss. Is de lezing van de mnl. var. ende het is boven alle wandelbaerheden tot mi waert te stueren de oudste? |
| |
Cap. XXXIV
2 | mer den minnende, niet die die werlt sed amanti verbum: non mundum nec ea quae in mundo sunt; verbum niet vert; ontbreekt ook in sommige Latijnse hss.; nec ea quae in mundo sunt niet vert; geen var.; ls. met mnl. var. of die dinghen die inder werelt sijn. |
| |
| |
5 | ghestadich herte cor tranquillum; weer minder nauwkeurig vertaald; S G rustich. |
7 | et bene sapere: [oportet] gratiam tuam adesse est niet vert.; geen var.
smake condimento; nauwkeuriger vert. in S crude G D 56 solte.
ghetempereert wesen condiri; cf. S bestroyet G gesolten D 56 ghetemperiert. |
10 | in dijnre smakeliker wijsheit in sapientia tua; geen var.; vgl. vs. 2. |
12 | smaket sapit Deus, ls. met mnl. var. smaket God. |
13 | et multum dissimilis niet vert.; geen var.; ls. met mnl. var. ende seer onghelijc.
der creatueren creaturae. |
15 | laetifica niet vert; ontbreekt ook in sommige Latijnse hss. |
21 | Stoer Dissipe; vertaling onjuist; cf. S Verstroy G Verstroye D 56 verstrey.
quetsen contere eas; cf. S verderf si G te wryve se D 56 te wrive se. |
| |
Cap. XXXV
3 | over undique; ls. met mnl. var. over al. |
4 | der becoringe niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; toevoeging van de vertaler?
victorien palmam; vgl. S loen D 56 seghe. |
7 | so quomodo; ls. met mnl. var. hoe. |
8 | magnam niet vert.; geen var.
tot lijdsaemheit ad magnam patientiam; ls. met mnl. var. tot groter lijdsaemheit. |
10 | ontellike siecheden infirmitates; ontellike niet in Kemp. of andere Latijnse hss. iniurias niet vert.; geen var.; S D 56 onrecht.
versprekinghe oblocutiones reprehensiones; ls. met mnl. var. versprekinghe berispinghe. Vgl. S achterclap begripinge G opspreken .... bestraffinge D 56 versprec achterclap. |
15 | betrouwen confisi sunt; ls. betrouweden? |
17 | mistroesten diffidere; ls. met mnl. var. mistrouwen. |
| |
Cap. XXXVI
1 | ghedachten cor; vrij vertaald.
guet pium; onnauwkeurig vertaald; S gotdienstich G goddienstich. |
12 | mitten croonachtigen verbis querulosis; verbis niet vert.; geen var. |
| |
Cap. XXXVII
5 | Kint niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
7 | Wanneer Quomodo; onjuist vertaald. |
8 | claerliker ende also sincerius tanto; ls. met mnl. var. claerliker, also. |
11 | puri niet vert.; geen var.
verenige, ls. met mnl var. vereninge. |
16 | hoc.... hoc ontbr.; geen var.
nudus niet vert.; geen var. |
| |
Cap. XXXVIII
Titel. inwendigen externis; geen var.; ls. met mnl. var. uutwendigen.
5 | aensien met enen luchteren oge qui transitoria sinistro intuentur oculo et dextro caelestia; onvolledig vertaald; ls. met mnl. var. die dese verganclike dinghen aensien mit enen luchteren oge ende die hemelsche dinghen mitten rechteren oghe. |
6 | rusten summo; ls. met mnl. var. oversten; di ea |
7 | du .... selste .... ommegaen lustras; vrije vertaling; cf. S du oversietste D 56 ondersuecste. |
| |
| |
8 | last improbitatibus; vertaling zeer vrij; of bedorven lezing van laster? S barmhicheit [sic] G vragen D 56 onstuer. |
9 | intentius niet vert.; geen var. |
10 | Want daerom enz.; deze vertaling van de zin is onjuist; propterea behoort bij decepti. |
| |
Cap. XXXIX
3-4 | De volgorde 4-3 alleen in het Leidse hs. |
3 | satis niet vert.; geen var.
aendacht cogitatio; de lezing ghedacht van alle andere mnl. afschriften de oudste? |
4 | die toecomende dingen futuris eventibus; var. die toecomende aenvalle der dinghen. |
5 | den mensce homo; den mensce subject. |
8 | is hier tegen in alle manieren omnibus bonis adversans; geen var.; las vertaler modis i.p.v. bonis? Cf. S wederstaende allen mynschen G die daer wederstaet allen gueden [S en G lazen blijkbaar hominibus i.p.v. bonis] D 56 die allen gueden menschen tegen is. |
| |
Cap. XL
1 | rekens visitas; geen var.; blijkbaar las vertaler een ander Latijns verbum S D 56 vandes G vandeste. |
3 | gheves feceris; vrij vertaald. |
7 | semper niet vert.; geen var. |
9 | ende sive; ls. of?
mogeliken merito, var. bene; S billix G billics D 56 billiker. De vertaling mogeliken geeft geen zin. Trouwens de vertaling van de gehele zin laat aan duidelijkheid veel te wensen over. In XLI: 5 merito goed vertaald. |
16 | ghenoechte te setten delectari; alle andere mnl. afschriften hebben ghenoechte te hebben. |
17 | Dijn .... werden Laudetur nomen tuum. Het vervolg ‘non meum: magnificetur opus tuum non meum’ niet vert.; ls. met mnl. var.: Dijn naem moet gheloeft worden, niet mijn naem; dijn werc, niet mijn werc moet groet ghemaect worden. |
| |
Cap. XLII
Titel. De afschrijver had geen ruimte over voor het woord capittel of een afkorting hiervan.
1 | mede te leven convivere; ls. mede leven? |
4 | doech valet. |
9 | mit mijnre gracien cum magna gratia; las vertaler mea voor magna? |
12 | bevlecket vitiat; vgl. S maket daer gebreck in G toevet di D 56 bevlecket die ziele. |
| |
Cap. XLIII
3 | verbum niet vert.; geen var. |
9 | alle cunctorum; behoort echter niet bij angelorum, maar bij auditurus lectiones. |
11 | in een corte tijt in puncto; in onrechte verbonden met ut plures aeternae veritatis capiat rationes in plaats van met qui humilem.... elevo mentem. |
12 | suspicien opinionem; minder juist vertaald. |
13 | ewighe dingen te soeken, die ewige dingen te soeken, ls. die ewige dingen te soeken |
16 | gheestelike dinghen specialia; geen var.; las vertaler spiritualia? |
| |
| |
| |
Cap. XLIV
2 | magis niet vert.; geen var. |
3 | mit kyvende woorden hem daer teghen te setten contentiosis sermonibus deservire; geen var.; vertaling onjuist. Vgl. S kijfliken woerden dienen G dan men mit kijfachtigen woerden becommert si D 56 scheldende reden of woerde te ghebruken. |
5 | die tijtlike dingen ende tijtlike scade damnum .... temporale; alle andere mnl. hss. hebben hiervoor tijtlike scade, hetgeen wel de oorspronkelijke lezing is.
neringhe quaestu; minder nauwkeurige weergave; vgl. S verwerf G ghewynne D 56 ghewijn. |
| |
Cap. XLV
Titel. van [sic; hs. vā] lapsu; ls. met andere mnl. hss. val.
1 | ibi niet vert.; geen var. |
9 | begrepen implicatus; cf. S bewonden. |
14 | ontbr. vertaling van praecavere; vul uit andere mnl. hss. aan voerhoeden. |
15 | ontbr. vertaling van Si praevisa saepe etiam; vul uit handschrift B aan: Ist dat die voorsienighe dinghen. |
20 | alle menschen is omnis homo; ls. alle mensche is; of moet men met de andere hss. alle menschen sijn lezen?
al ist oec waer dat hi seit quod rectum in facie sonare videtur; nauwkeuriger S dat recht inden ansicht scijnt te luden. |
21 | des menschen huusghenoten sijn vianden inimici hominis domestici eius; ls. des menschen vianden sijn sijn huusghenoten. |
23 | cautus esto (2de) niet vert.; geen var.; wel herhaald in B C D E; ls. dus mensche.... weest voerhoedich. |
26 | doet verre van my fac a me, var. longe fac a me. |
28 | indifferenter niet vert.; geen var. |
29 | heer niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
30 | alle mijn inwendicheit omnia intima et externa, ls. met andere mnl. hss. alle inwendicheit ende uutwendicheit. |
31 | O heer seker Quam tutum; ls. met mnl. var. O hoe seker.
lof apparentiam; onjuist vertaald; vgl. S vertoeninge G dat behagen D 56 schine boven die ander. In cap. XLVI: 21 goed vertaald.
videntur niet vert.; geen var. |
| |
Cap. XLVI
2 | den steen, ls. met mnl. var. den steen niet. |
4 | Tis cleyn ghenoech Parum satis, var. Parvum satis. |
6 | du soekes oersaken [var. omstandinghe] di selven mede te ontsculdighen excusationum umbracula quaeris; vrij vertaald; cf. S du suekes omwege der ontsculdinge G mer du suecste dijn scande te bedecken myt onschuldingen D 56 ende suecste die sciemen di te ontsculdigen. |
17 | ad singula niet vert.; geen var. |
18 | selmen .... genoech wesen innitendum; S men .... sal .... vast staen. |
19 | sel .... bedroeft worden conturbabitur, var. contristabitur.
a Deo niet vert; geen var.
gheproeft prolatum; geen var.; las vertaler probatum? |
23 | broecheyt, ls. broescheyt of spellingvariant? |
26 | mijn donckere rechtverdicheit mea opinata iustitia; geen var.; las vertaler obscura? Vgl. S vermoede G guet dunckele D 56 ghewaende. |
| |
| |
| |
Cap. XLVII
8 | vryliken viriliter; vrij vertaald; vgl. S menlike G manlicke D 56 manlic.
die overste vrede pax firma; geen var.; vrij vertaald. |
9 | des tijts huius temporis; ls. deses tijts? |
10 | des doots huius mortis; ls. deses doots? Cf. des levens huius vitae, titel cap. XLVIII. |
13 | begeerten ende blijscappen gloria; geen var.; ls. met de andere mnl. hss. blijscappen. |
16 | dien profunde; ls. met mnl. var. diep. |
| |
Cap. XLVIII
5 | wi .... suchten gemunt. |
19 | ende die ongestorven tijtlike dinghen ende passien; ongestorven immortificatae; toehoort by passiones; door vertaler blijkbaar niet begrepen; ls. met alle andere afschriften mer die tijtlike dinghen ende die onghestorven passien verdrucken mi. |
22 | die scare der vleyscheliker ghedachten carnalium turba, var. carnalium turba cogitationum; of neque, ls. met mnl. var. noch. |
31 | ex usu niet vert.; geen var. |
32 | ewighe waerheit veritas, var. veritas aeterna. |
37 | dencke audio; ls. met mnl. var. hoer.
als sulke, ls. alsulke. |
38 | om den Heer propter te Domine; ls. om di Heer? |
39 | qui naturae vim facit niet vert; vul aan uit mnl. var. die der natueren ghewelt doet. |
| |
Cap. XLIX
1 | make .... bereit so dilata et; ls. met mnl. var. make .... bereit ende. |
5 | sommige menschen begeerten aliquorum desideria; ls. met mnl. var. sommiger menschen begeerten.
vry sonder becoringhe a temptatione.... liberi; ls., evenals S, vry van becoringhe? |
6 | Dit vers niet juist vertaald. Vgl. S Al daer om en doen si niet te samen puer om die eer gaeds, dat si so begeerlic van on bidden. G Daer om en soeken se nyet alleen puerlicke die eer Gods als se soe begerlicke bidden verloest te werden D 56 Daer om en doen sijs niet altemael puerlijc om der eren Gods dat si so begheerlic van hem bidden. |
7 | du segste insinuasti; onnauwkeurige vertaling; cf. S dattu anbrachtes D 56 ghekundighet hebste. |
9 | delectabile et niet vert.; geen var.
mijn ordineringhe meam ordinationem; door vertaler ten onrechte verbonden met iudicas in plaats van met praeferre .... ac sequi. |
11 | des hemelschen vaderlants caelestis patria; geen var.; ls. dat hemelsche vaderlant? |
19 | mit wil ultra; geen var.; las vertaler ultro? |
23 | du selste .... ghescicket werden iudicaberis; nauwkeuriger S du salste .... geordelt werden; ls. met B gheordelt.
tot niet niet nuttes, ls. tot niets niet nuttes of met mnl. var. tot niet nuttes. |
26 | Dit vers leverde de vertaler blijkbaar te grote moeilijkheden op.
alleen tantundem; onjuist vertaald; geen var.; beter S also seer.
ghevonden werden iubentur; ls. met mnl. var. gheboden werden.
mi minus; ls. met mnl. var. min. |
31 | alle rijcheit des guets, sonder vrese te verbliden ende te verliesen.
totius facultas boni, sine timore amittendi; geen var.; ls. met mnl. var. die rijcheit alles goets, sonder vrese te verliesen. |
| |
| |
34 | Daer ic weder gheven sel Ibi reddam; ls. met mnl. var. Daer sel ic weder gheven. |
37 | hi si prelaet, hi si overste praelatus; geen var.
onderste iunior, var. minor.
begheert innuerit; cf. G. begeert D 56 ghevet te verstaen.
te vervolgen ende te vervullen adimplere; ls. met mnl. var. te vervullen. |
39 | De vertaling van dit vs. ontbreekt; vul in naar mnl. var. Du selste begheren dat God altoes in di worde gheeert het si overmits dat leven of overmits die doot. |
| |
Cap. L
5 | in arbeide in laboribus meis, var. in laboribus. |
7 | soeticheden modulatione; vgl. S sueten sange G vrouden D 56 vroliken sanghe. |
9 | ghisteren sicut heri; ls. met mnl. var. als ghisteren.
die lanterne dijnre gracien lucerna tua; geen var.; omschrijvende vertaling. |
12 | so dat ut; beter ware hier dat. |
13 | vertaler begreep niet dat met Paululum een nieuwe zin begint; mensche hominibus; ls. menschen? |
16 | ende gesciet niet, ls. en gesciet niet. |
19 | ondervindelike inscrutabile; foutieve vertaling; vgl. S dat niet ondersuekelick en is D 56 onbegripelicke. |
20 | Here niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
mi niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; mi in laten vervallen overeenkomstig varianten?
mit slaghen der minnen verberibus amaris, var. verberibus amoris. |
21 | medicus niet vertaald; cf. S arzedier G aerste D 56 ghesontmaker. |
24 | eenwillige stivicheit tortuositatem; omschrijvende vertaling; vgl. S ongesciectheit G verkeertheit D 56 verworrene cromheit. De laatste vertaling is de beste. |
25 | also du wel pleghes sicut bene facere consuevisti; ls. met mnl. var. also du wel pleghes te doen.
al tot dinen wil ad omnem nutum tuum; ls. met mnl. var. tot allen dinen wil. |
31 | dat te weten quod sciendum est; ls. met mnl. var. dat te weten is. |
32 | noch gheen sentencie gheven en moet naden horen der onwiser menschen neque secundum auditum aurium hominum imperitorum sententiare, betere lezing in hs. B noch en gheen sentencie gheven na den horen der oren der onwiser menschen. |
34 | alleen van desen sienlike dingen oerdelen in iudicando; ls. met alle mnl. var. in te oerdelen. |
35 | een homo; ls. met mnl. var. een mensche. |
37 | die oetmoedige Franciscus ait humilis sanctus Franciscus, var. ait humilis Franciscus. |
| |
Cap. LI
1 | Ist dattu altoes niet en moghes staen in vuerigher begeerten. Fili non vales semper in ferventiori desiderio virtutum stare. Blijkbaar las vertaler Si in plaats van Fili; zo levert de vertaling in de context geen begrijpelijke zin. Geen Si-variant in andere Latijnse hss.
virtutum niet vert.; geen var. |
2 | om die oerspronclike ghebreclicheit ob iriginalem corruptelam; vgl. S om die angeeerfde broesheit G om crancheit der natueren D 56 om die yerste broeke. |
4 | naersticheden studiis; beter S D 56 oefeninge. |
5 | contemplacie visitationem; geen var.; ls. met mnl. var. visitacie. |
6 | ghevandes, ls. ghevandet. |
7 | uutwendigen interna; geen var.; ls. met hs. B inwendighen. |
| |
| |
| |
Cap. LII
Titel. reum niet vert; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
3 | Unde niet vert.; geen var. |
4 | als ic alle dit overweghe mit ghewarigher reden vera pensata ratione; vrij vertaald; cf. S als men die waerheit weget D 56 na waerre reden te pensen. |
6 | troest confabulationes; vgl. S samenclappinge G callinge D 56 tsamenkallingen. Zie Cap. LIII: 3. |
11 | kinderen niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
13 | sondich mensche reus; beter S D 56 schuldich. |
14 | Peccavi, o Heer peccavi, Domine, peccavi; ls. met mnl. var. Peccavi, O Heer, ic heb ghesondicht. |
15 | swaerheit caligine; ls. swartheit? |
16 | reo et niet vertaald; ontbreekt ook in een Latijns hs. |
17 | die ongeure consciencie perturbata conscientia. Vgl. S verstoerde D 56 verstuerde. |
20 | bedreven contractum; vgl. S getagen G mysdaen D 56 vergadert. |
| |
Cap. LIII
Titel. wijsheit sapientibus; geen var. Las vertaler sapientia?
3 | tibi niet vert.; geen var.
medecallinge confabulationem; S samenclappinge G menschen troest D 56 te samen kallinge. |
4 | die ledicheit Gods Dei vacationem; letterlijke vertaling; vgl. S gade ledich te wesen G dijn herte te ledigen tot my D 56 die godlike roepinge (< Lat. var. vocationem). |
5 | pariter niet vert.; geen var. |
7 | vreemde advenas; vgl. S G incomelinge D 56 vreemde. |
9 | gefondeert segregatum; vertaling onjuist; geen Lat. var.; cf. S gesceiden G D 56 verscheiden. |
11 | dy temet ipsum; ls. met mnl. var. dy selven. |
13 | dat is, ls. met mnl. var. dat.
reden reden, ls. reden. |
17 | uut te gaen, ls. met mnl. var. uut en gaen. |
18 | creatueren nulli creaturae; ls. met mnl. var. gheenre creatueren. |
| |
Cap. LIV
2 | menen praetendunt. |
4 | oetmoedeliken finaliter; geen var. Blijkbaar las de vertaler humiliter. Vgl. S eyntelic D 56 eyndelic. |
6 | humanae niet vert.; geen var. |
8 | magis niet vert.; geen var. |
12 | Het ontbrekende vs. 12 alleen in hs. B: mer die gracie verblidet hoer om die naem Jhesu versmadenisse te liden. |
16. | in oetmoedigen ende in simpelen dingen simplicibus .... et humilibus; ls. met mnl. var. in simpelen ende in oetmoedigen dingen. |
20 | sonde ende sonderlinge dinghen singularia; ls. met mnl. var. sonderlinge dinghen. |
28 | der vianden amicorum; ls. met mnl. var. der vrienden. |
30 | gaven der gracien charismata; omschrijvende vertaling. |
33 | pro se certat et arguit; vertaling hiervan ontbreekt; aanvullen uit mnl. var. si strijt ende argueert voer haer selven. |
35 | ondervinden experiri; geen var.; onjuiste vertaling. |
| |
| |
37 | coenheit ostentionem. Andere mnl. hss. van deze tekst hebben toenbaerheit.
De oorspronkelijke lezing zal wel toenbaerheit geweest zijn; zie Mnl. Wdb. 8, 557. Vgl. S vertoeninge D 56 vertoninghe.
die dinghen die warachtich sijn loven ende te verwonderen laudanda et digne miranda humiliter abscondere. De lezing van het Leidse hs. is corrupt; ls. met mnl. var.: die dinghen, die warachtich sijn te loven ende te verwonderen, te verberghen; humiliter niet vert.; geen var.
ende ende, ls. ende. |
39 | die van et de; ls. met mnl. var. ende die van. |
40 | meer, ls. met. |
| |
Cap. LV
Titel. maticheyt efficacia; onjuiste vertaling; geen passende Latijnse variant; vgl. S bequeem vermakelicheit G cracht D 56 [niet vert.]; ls. met E machticheyt.
1 | tot mijnre sielen salicheit ad salutem; vrije omschrijvende vertaling; men leze echter met mnl. var. tot mijnre salicheit. |
2 | ingestort werde infusa; ls. met mnl. var. ingestort. |
6 | wat dan licet; cf. Mnl. Wdb. IX, 1840. |
7 | ende ic straffe oec alle dat quaet is ende die sonde te vlien arguens etiam omne malum et peccatum fugiendum. Onjuist vertaald. Vgl. S straeffende oec al quaet ende sunde te schouwen G ic weet dat dijn gebodt .... straffet alle quaet. |
9 | so ghebreke ic lichteliken van enen cleynen wederstoet ex levi resistentia resilio et deficio; vrij vert. Vgl. S soe val ic weder om ende ontbreeck wt lichter wederstant G soe valle ic vanden gueden opsette ende ontbreke van cleynen ende lichten wederstote. |
10 | dat ic die den wech, ls. dat ic den wech. |
12 | dijn gracie gratia, var. gratia tua. |
14 | dijn gracie gratia, var. gratia tua. |
15 | proprium niet vert.; geen var.
edeliken geteykent insigniti; vrije omschrijvende vertaling. |
16 | mirakelen te doen signorum operatio; vrije, goede weergave; S werkinge der teykenen. |
17 | alle niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
tibi niet vert.; geen var. |
19 | neyghe di descende; mnl. var. dael(t di). |
20 | voir alle ander dinghen ceteris non obtentis; vrij vertaald. |
| |
Cap. LVI
10 | ende volge mi na niet in Kemp. of Latijnse hss. |
17 | en is meerre, ls. met mnl. var. en is niet meerre. |
19 | lesen, ls. lese. |
22 | O Heer, daer om Domine Iesu, var. Igitur Domine.
of ict verdienen can et mini promeri contingat; vertaling niet nauwkeurig; cf. S ende my geval te verdienen G soe moetet my geschien te verdienen D 56 ende dat gheschil dat icket verdienen moet. |
23 | suscepi [2de] niet vertaald; ontbreekt ook in enige Latijnse hss..
et portabo niet vertaald; ontbreekt ook in enige Latijnse hss. |
26 | broeder fratres; ls. met mnl. var. broeders. |
28 | ende niet in Kemp. of Latijnse hss. |
29 | vryliken viriliter; cf. S G manlick D 56 manlic. |
| |
| |
| |
Cap. LVII
2 | gheset dictum; ls. met mnl. var. gheseit. |
4 | si diu vixeris niet vert.; geen var. |
10 | niet minus; vrij vert.; geen var.
luden parvuli; vrij vert.; geen var. |
14 | tebroken frustratum; geen var.; onnauwkeurig vertaald. Las vertaler misschien fractum? Vgl. S G verloren D 56 is .... om niet. |
16 | moghen posses.... permanere; ls. met mnl. var. moghen bliven.
den enghel inden angelo in caelo; ls. met mnl. var. den anghel inden hemel. |
18 | monde ori meo; ls. met mnl. var. minen monde. |
19 | meis niet vert.; geen var. |
21 | Ghi Da; ls. met mnl. var. Ghif. |
| |
Cap. LVIII
9 | tot dese of tot dien heiligen ad hos vel ad illos, var. ad hos sanctos vel ad illos.
die begheerte sed....; ls. met mnl. var. mer die begheerte. |
12 | Ic hebse voir bekent ghemint voer tbeghin der werelt ego praescivi dilectos ante saecula; letterlijk vertaald. Vgl. S ic heb die gemynde voer geweten voer die werlt G ic hebse voer bekent gemynt te wesen voer die werlt D 56 ic heb bekennet mine gheminden voer die verleden [sic; ls. werelden]. |
15 | mit verweender minnen inaestimabili dilectione; vrije vertaling; vgl. S D 56 mit onvermoedeliker liefte(n) G myt onwtsprekelicker lieften. |
16 | bin sonder, ls. met mnl. var. bi sonder. |
22 | of kere, ls. met mnl. var. of keren. |
25 | Si werden mit veel natuerliker begeerten.... getogen Multum adhuc naturali affectu.... trahuntur. Ls. met mnl. var. Si werden noch veel mit natuerliker begeerten.... getogen. |
26 | tusschen die onvolcomen menschen dencken quae imperfecti cogitant; ls. tusschen dat die o.m.d. of tusschen die dinghen die o.m.d.? Vgl. S die die onvolcomenen dencken D 56 tusschen die dinghen die etc. |
27 | pijn di meer magis satage et intende; geen var. |
32 | als quippe; beter S want.
die die, ls. die.
want ic hem altemael ghegeven, ls. met mnl. var. want ic hebt hem altemael ghegeven. |
37 | vs. 37b luidt in het hs.:
daer si groot sijn alle,
ende si sellen alle
kinder Gods gheheten
werden ende het sel werden.
ende quia; geen var.; vertaling onjuist; ls. met mnl. var. daer si alle groot sijn, want; ende het sel werden et erunt; geen var.; G D 56 si sullen wesen. E, de postincunabel, leest ende sijn, wat de beste zin geeft. |
39 | in regno caelorum niet vert.; geen var. |
41 | die oetmoedige doere humilis ianua; letterlijke vertaling. |
42 | oec niet in Kemp. of Latijnse hss. |
43 | dat dat, ls. dat. |
| |
Cap. LIX
Titel. te setten is est figenda, var. est ponenda.
2 | welc, ls. met mnl. var. welcs. |
3 | ye niet in Kemp. of Latijnse hss. |
7 | des is mi noot necesse est; dit is echter al vertaald in moet ic. |
| |
| |
8 | In yement In nullo; ls. met mnl. var. In nyement.
denique niet vert.; ontbreekt ook in sommige Latijnse hss.
in behoerlike node in necessitatibus.... opportunis; vgl. S in behoerliker noetdruefticheiden G in noetdorftigen saken D 56 in minen noeden. |
10 | du minste praetendis; bedorven lezing; ls. met mnl. var. du meynste. Vgl. S du voerneemste G du.... voersettes D 56 du hebste.... voerghenomen. |
11 | my niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
13 | O Heer mijn God Domine Deus, var. Domine Deus meus.
mijn toevlucht refugium, var. refugium meum.
alle mijn tribulacie omnem tribulationem, var. omnem tribulationem meam. |
13 | ic siet altemael ende ongestadich, so wat ic buten di vinde totum infirmum et instabile invenio: quidquid extra te conspicio. De mnl. hss. van deze vertaling hebben dezelfde tekst, lezen echter altemael onvast. Invenio en conspicio in de Dietse tekst verwisseld; men leze daarom: ic vindet altemael onvast ende ongestadich, so wat ic buten di sie. Vgl. S alle vinde ict cranck ende onstedich, soe wat ic buten di sie. |
14 | dat boec der leerraers libri doctorum, var. liber doctorum. |
15 | et amoenus niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
heymelike locus .... secretus; ls. met mnl. var. heymelike stede. |
18 | mijn ogen sijn, ls. met mnl. var. sijn mijn ogen? |
21 | overmids dijn gracie comitante gratia tua; vrije, vereenvoudigende vertaling. Vgl. S navolgende dijn gracie D 56 mit dijnre medevolghender gracien. |
| |
Boek IV
Inhoudsopgave (bij cap. VII) des eyghenre consciencie (sic), cf. cap. 8, vs. 1; cap. 15, vss. 1 en 14 en cap. 16, vs. 10.
4 ende ende, ls. ende.
| |
Cap. I
Titel. van ons niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
Die stemme des discipels Vox discipuli; geen var. Beurtelings heeft het Leidse hs. als vertaling hiervan Die stemme der discipels en Die discipel.
1 | O Heer Christe; geen var.
voerseide niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; ook N voergesproken.
quamvis non uno tempore prolata niet vert.; geen var. Vgl. S al ist dat si tot eenre tijt niet gesproken en sijn. |
3 | wanttu et tu; geen var. |
4 | lieflic libenter; S gerne N geerne.
te bet artius, var. aptius. |
5 | dijn hoghe verburgentheden tanta mysteria; geen var.; vrij vertaald; las vertaler tua?
mijn onpuer consciencie impura conscientia; mijn niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
6 | vermaent provocat; S verwect N trecken.
mi belast onerat, var. onerat me. |
7 | mit gueden betrouwen fiducialiter; omschrijvende vertaling; S N betrouwelick.
die gheestelike spise immortalitatis.... alimoniam; vrije vertaling; S N dat voetsel der onsterfelicheit. |
9 | inden oren in aure; geen var. |
12 | Wat meent Quid sibi vult; var. Quid vult. |
13 | hebbe mihi conscius sum; het Latijn niet goed weergegeven; beter in S van my .... weet N in mi .... weet. |
| |
| |
16 | wie soudet gheloven quis verum esse crederet; onvolledig vertaald. |
18 | mit luttel sielen cum paucis; geen var. |
20 | imputribilibus niet vert.; geen var.; S onvergenckeliken N dat niet verrotten en conde.
die tafelen der ewen Gods tabulas legis; geen var.
waerdelic niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
21 | snode creatuer putrida creatura; evenzo N; nauwkeuriger S stijnckende creatuer.
een setter der ewen conditorem legis; S scepper des testaments N die maker des wets. |
23 | die arke des vreden arcam foederis; vgl. vs. 29; geen var.; S die arck. |
24 | niet vix; ook S vertaalt niet!
mit devocien digne; vrije, in het verband goede vertaling. |
25 | dese voir genoemt illi; N dese voer seide mannen; vgl. vs. 1.
agere niet vert.; ontbr. ook in enige Latijnse hss. |
26 | hoe cleyn ist wes dat ic doe quam pusillum est quod ago; wes schrappen?
u alre heilichste lichaem tontfaen ad communicandum; S totter heiliger ontfanginge N om te ontfanghen dijn sacrament. |
28 | daer niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
29 | valde niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
tusscen tusschen, ls. tusscen. |
30 | alre reynste niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
31 | myn magis, ls. meer. |
32 | dijn alre waerdichste lichaem tua sancta; vrij vertaald.
die heilighe coninghen reges; geen var.
die godlike oeffeninge cultum divinum; S dienst gaeds N godlicheit. |
33 | heilige devotissimus; onnauwkeurig vertaald; S alre ynnichste.
verblide hem saltavit; onnauwkeurig vertaald; S hevet gesprongen N spranc. |
34 | frequenter niet vert.; geen var. |
36 | wort .... ghehadt agebatur; vrij vertaald.
extitit niet vert.; geen var. |
37 | van enen ygheliken kersten mensche omni populo christiano. |
39 | apud me niet vert.; geen var.
heiligen (bij outaer) niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
40 | des menschen hominum; geen var. |
41 | heilighen (bij sacrament en outaers) niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
41 | totus niet vert.; geen var.
homo niet vert.; geen var. |
42 | den mensche niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
45 | dijn hoc; geen var. |
46 | welke dijn guede ghelovighe menschen bekennen quam norunt tantum Christi fideles; niet geheel juiste, althans onvolledige vertaling. Beter in S dat alleen bekennen die kersten menschen. |
47 | in anima niet vert.; geen var.
overmids die sonde per peccatum; behoort bij deformata ontverwet en niet bij amissa verloren.
ontverwet deformata; getrouwer vertaald in S mystalt. |
48 | bevoelt, ls. bevoelt dat? |
49 | salvandorum niet vert.; geen var. |
50 | der enghelen ende niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
51 | wes teghenwoerdicheit quod; geen var. |
| |
| |
52 | grote niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
55 | al niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
56 | geloeft moetstu sijn gratias tibi; vrij vertaald.
alloquio niet vert.; geen var. |
| |
Cap. II
Titel. liefte ende guetheit bonitas et caritas, var. caritas et bonitas.
heilighen niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
4 | Hoe dar ic een sondaer, ls. Hoe dar een sondaer. |
7 | Overmids dijn grote guetheit Propter temet ipsum; geen var.; vrij vertaald.
die minne te breder wassen soude caritas amplior ingeratur; wassen soude te vrije weergave van ingeratur. Getrouwer vertaald in S dijn liefde werde meer in gedragen. |
8 | mi (2de) niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
9 | tibi niet vert.; geen var.; ls. so behoort mi di te bewisen? |
14 | ende Ecce, var. et. |
16 | sane niet vert.; geen var.
nederghedaelt descendisti; ls. nederghedaelt biste of nederghedaelt is? |
17 | weder; van mi niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
23 | dijn hoge godlike verburghentheit tua mysteria; omschrijvende vertaling.
waerdelike ontfangen accipere; omschrijvende vertaling.
di niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
quae ad tuum praecipue honorem et memoriale perenne sanxisti et instituisti niet vert.; geen var.; ontbreekt echter ook in N! |
24 | ghif Gode lof gratias age Deo; vgl. S segge gade danck N dancke Gode.
ghelaten, ls. ghelaten heeft. |
25 | waerde niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
28 | wanneer dattu.... dat heilighe sacrament ontfangheste cum celebras; cf. S wanneer du dat offer offerste N als du dat licham Christi ontfangheste.
waert novum; geen var.
inden maechdeliken lichaem Marien in uterum Virginis; vrije omschrijvende vertaling.
an die galge des cruces in cruce. |
| |
Cap. III
Titel. ende het is noot dat wi ons seer veroetmoedighen niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
1 | Deus niet vert.; geen var. Of is lieve Heer, aan het begin van vs. 2 in deze vertaling, als zodanig bedoeld? |
3 | lieve Heer Jhesu Domine Iesu; lieve niet in Kemp. of andere Lat. hss. |
5 | dijn heilighe lichaem corpus tuum; heilighe niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
6 | is valet; niet juist, althans te vrij weergegeven. |
8 | om et. |
9 | aliquando niet vert.; geen var.
hongerich ieiunos; vgl. S wastende N nuechteren. |
10 | diestu contaminatievorm? |
12 | also rasch ende beghin te traghen tam cito torpesco; ls. also rasch beghin te traghen.
frequenter niet vert.; geen var.
overmids langhe onttreckinghe vanden voernoemden verdienteliken werken diutius
|
| |
| |
|
abstinendo; goede, vrije, omschrijvende vertaling. Vgl. S overmits langer afhaldinge N als ic lange tijt geabstineert heb vander gemeenscap. |
15 | wanneer dat ic gae ten heiligen sacrament quando communico aut celebro.
wat soude ic wesen quid fieret; geen var.; ook N 1ste persoon wat solde ic wesen, maar S wat solde dan daer af werden. Vgl. cap. II: 23. |
16 | niet bequaem aptus nec .... dispositus. |
19 | felix mens et niet vert.; geen var.; ontbreekt ook in N!
devote niet vert.; geen var.
in dier ontfanghinge in tua susceptione; ls. in dijnre ontfanghinge? |
20 | haer huus niet in Kemp. of andere Latijnse hss., wel in N!
quam iucundum recipit socium niet vert.; geen var.; de vertaling hiervan (+ quam fidelem acceptet amicum) ontbreekt ook in N.
clept si omme amplectitur; ls. clempt si omme? S omgrijpt si N omhelset si. |
| |
Cap. IV
1 | totti atso groten sacrament ad tuum magnificum sacramentum; ls. tot dijn also groten sacrament. N tot dijnre etc. S tot dijnen etc. |
2 | lichaem torpore, var. corpore.
ghesmaket wert latet; geen var.; vertaling onjuist. Vgl. S sculet N gelegen is. |
5 | Niemant en worter bequaem Non enim .... idoneus .... reperitur; ls. Niemant en worter bequaem ghevonden. Vgl. S Want daer en wort nyemant .... bequeem gevonden. |
6 | et capere niet vert., geen var.
sacrament secreto, var. sacramento. |
9 | liquefiam niet vert., geen var. |
10 | sonderlinge niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
wert ons ghegheven infunditur; vrij vertaald. |
11 | daghelix saepius; vrij vertaald.
den goeden menschen dilectis tuis; vrij vertaald. |
14 | Dit laetstu gheschien dinen vrienden hier om Quod idcirco cum electis tuis dispensanter agis; goede, vrije vertaling. Vgl. S dattu hier om mit dijnen uutvercoren verdrechlick werkeste N Dyt doestu voersiende myt dinen gemynden. |
16 | vol niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
18 | et superabundans: ignis iugiter ardens niet vert.; geen var.; blijkbaar weer een fout van de afschrijver. |
19 | ymmer saltem; S N doch. |
21 | onse niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
23 | Deus niet vert.; geen var. |
| |
Cap. V
2 | dat waerde sacrament Christi sacramentum; geen var.
ontfanget sumat; vrij vertaald. |
3 | van onsen Heer niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
5 | quidem niet vert.; var. enim.
auctor et niet vert.; geen var. |
7 | totten heilighen sacrament ad hoc opus, var. ad hoc sacramentum. |
| |
| |
8 | O du priester niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
impositionem niet vert.; geen var. |
9 | ende du biste verbonden mit meerre volmaectheit der heilicheit et ad maiorem teneris perfectionem sanctitatis; vertaling onduidelijk; cf. S ende du bist sculdich tot groter volcomenheit des levens. |
11 | omnibus niet vert.; geen var. |
12 | popularibus et niet vert.; geen var. |
12 | menschen viris; geen var.; vrij vertaald. |
13 | oetmoedeliken suppliciter et humiliter; geen var.; S ynnichliken ende devotelic. |
14 | en, ls. ende.
des heylighen cruces dominicae crucis; geen var.; ook S heiligen. |
17 | heeft gerit; vrij vertaald. |
18 | opdat donec; onjuist vertaald; cf. S thent so lange dat.
voer Gode niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; ontbreekt ook in S. |
19 | misse doet celebrat; S ynnichlik misse haldet.
die heilige kerc ecclesiam; ook S die heilige kerke.
ghenade requiem; geen var.; vrije vertaling; S rust. |
| |
Cap. VI
5 | seer oerberlic utile; geen var. |
| |
Cap. VII
1 | mit groter waerdicheit cum .... supplici reverentia; geen var.; cf. S mit eenvoldiger enicheit; [eenvoldiger; blijkbaar las vertaler simplici; enicheit aldus hs.?] N mit.... nederboghene waerdicheit. De vertaler van het Leidse hs. die in cap. V: 13 suppliciter onvertaald liet, weet ook hier geen passende vertolking. |
2 | maecse reyn eam munda et clarifica; S make se reyn ende claer N reynighe di also.
ende mit voldoen niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
totten heilighen sacrament niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
10 | tot meerre vryheit ad laxiora; cf. S tot gemake. |
11 | te begheren amplectenda; vrije vertaling. |
14 | verdrietelic importunus; S (var.) onbelwerlick N iachtich. |
15 | te horen niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; zelfstandige toevoeging van de vertaler. |
25 | ghebreke niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; toevoeging van de vertaler.
groten (bij rouwe) toevoeging van de vertaler. |
26 | mit vrien wille integra voluntate; minder nauwkeurige vertaling van integer; cf. S heel N helen.
ontfange, ls. ontfangen. |
27 | geen gheen, ls. gheen. In de volgende regel kan een vervallen. |
| |
Cap. VIII
1 | des, genit. sing. fem. in plaats van der. |
3 | te studeas niet vertaald; geen var. |
4 | mi niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
5 | poterit niet vertaald; geen var. |
6 | dijn offerhande oblatio, var. oblatio tua. |
7 | minen vader patri; minen niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
al heel mijn lichaem ende mijn bloet.... in een spise ende in een dranc totum corpus meum et sanguinem in cibum, var. totum corpus meum in cibum et sanguinem in potum. |
| |
| |
9 | van Gode niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
11 | Ic heb ghesproken Est firma sententia mea; firma dus niet vertaald, evenmin S Want dit sijn mijn woerde, wel N Het is mine vaste sentencie. |
12 | Tu ergo si optas meus esse discipulus niet vertaald; ontbreekt ook in een Latijns hs. (Puyol m 8). |
| |
Cap. IX
Titel. vorr, ls. voir.
2 | ende di ewich te bliven et tuus perpetue permanere; getrouwer S ende dijn ewich te bliven N ende ewich dijn te bliven. |
5 | alle mijn sonden peccata et dilecta mea; et dilecta niet vert.; geen var.
ende alle dijnre engelen sanctis angelis tuis; sanctis niet vert.; geen var.; alle niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
6 | incendas et niet vert.; geen var. |
7 | dijn godlike gracie gratiam tuam; godlike niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
omnia mihi plene indulgendo niet vert.; geen var.
dijns vreden pacis; dijns niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
10 | nae mijn crancke vermoghen pro posse, var. pro posse meo. |
13 | na mijnre boesheit secundum meam malitiam et iniquitatem; et iniquitatem ook niet vertaald in S en N! |
14 | Ende o lieve Heer niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
ende ut; las vertaler et? Geen var. |
15 | semper ad meliora trahas; nec non niet vertaald; geen var.; ontbreekt ook in S!
heilighen beatum; geen var. |
16 | goede pia; geen var. |
17 | hebben begheert desideraverunt et petierunt, var. desideraverunt.
iam niet vert.; geen var. |
18 | nu ende inder ewicheit niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
hope opem; geen var.; vertaler moet spem gelezen hebben. |
19 | offerhande des vreden hostias placationis; vgl. S ostie dijnre behagelicheit N offerhande der versoeninghe. De laatste vertaling verdient de voorkeur.
scande damnum; geen var. Moet men lezen scade? Vgl. S scade of vervolginge N scaden. |
21 | pariter niet vert; geen var. |
24 | deelachtich digni; geen var.; vertaling onjuist. |
| |
Cap. X
1 | temptationes et niet vert.; geen var. |
2 | hier om so arbeit hi in als hi can omni modo et occasione nititur.... quantum praevalet. Er moet na in wat weggelaten zijn in het afschrift; in ieder geval ontbreekt de vertaling van omni modo et occasione; vgl. S mit alre wijsen ende orsaken. Enige andere vertalingen hebben al dat hi mach (zie Parallelteksten). |
3 | dan op anderen tyden niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
4 | beganghen perplexos; cf. S swaermoedich N begaen.
goede begheerte affectum; goede niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
gaen si niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
seer laeulic ende sonder devocie of vuericheit cum tepore, var. cum torpore vel tepore. |
8 | alle niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
9 | aliis niet vert.; geen var. |
| |
| |
12 | Festina accipere remedium niet vert.; geen var. Vgl. S snelle dy totten artzedien te ontfangen N haeste di medicine te ontfanghen. |
13 | swaerre maius; vrij vertaald. |
15 | diu anxiari niet vert.; geen var.
ghebreke obstacula; niet getrouw weergegeven. |
16 | Immo plurimum nocet niet vert; ontbr. ook in enige Latijnse hss..
consuevit niet vert.; geen var. |
19 | ende sonder berispinghe mochte doen, ls. ende hi dat sonder berispinghe mochte doen?
berispinghe nota; beter S verstoringe N merckelicheit. |
20 | of overmids een redelike sake aut legitima impediente causa; vrij vertaald; ontbr. in S en N. |
21 | Mer ist dat hem die traecheit of trecket Si autem torpor obrepserit; te vrij vertaald; beter S weert oec dat die traecheit heymeliken inginge. |
22 | redelic legitime; ontbr. in S en N. |
25 | als hi devotelic overdenct die verburghentheit der gheboorten Cristi ende sijn menscheit, op dat hi dat liden Cristi overdenct quotiens incarnationis Christi mysterium passionemque devote recolit Vgl. S so duck als hi eert dat wonderwerck of die mynsheit Cristi ende sijns lidens N als hi devotelic overdenct die gheboerte ende passie ons heren. Geen enkele van deze vertalingen volkomen getrouw. Zie nog de vergelijkende tabel van vertalingen van cap. 10 in de uitgave Wolfsgruber, blz. xxi-xxvii. |
27 | Domino niet vert.; geen var.
Het slot van cap. X Non sis in celebrando .... quam propriae devotioni vel affectui ontbreekt in deze tekst, evenals in enige andere vertalingen. In de door Puyol onderzochte hss. is hier echter geen hiaat. |
| |
Cap. XI
Titel. dat heylighe lichaem Cristi corpus Christi; heylighe niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
die godlike scrift sacra scriptura; geen var.
1 | Domine niet vertaald; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
dan dan, ls. dan. |
2 | guedertieren pia; beter N goddienstighe. |
4 | ende in dijnre heiliger enghelen, ls. ende in die teghenwoerdicheit dynre heiliger enghelen of ende dijnre heiliger enghelen? Vgl. N in dijnre teghenwoerdicheit ende dijnre heiligher enghelen. |
11 | des Heren eius; geen var.
dat woort Verbum Dei; geen var.; ook S N dat woert! |
12 | Ic sel ghedencken der wonderliker dinghen Memor horum mirabilium; niet geheel juist vertaald; beter N Als ic overdencke dese wonderlike dinghe S Wanneer ic overdenck dese wonderlike dingen. |
16 | lieve, alle, inder tijt niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
17 | mede niet in Kemp. of andere Latijnse hss.; S oec. |
19 | haec niet vert.; geen var. |
20 | sterfeliken niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
22 | mijnre sielen mentis, var. animae.
dat is die heilige scrift niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
23 | bene niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss. |
| |
| |
24 | De vertaling van het Leidse handschrift kan men, ondanks wat Wolfsgruber S 244 betoogt, de voorkeur geven boven die in S. Het enige, wat men de auteur kan verwijten, is dat hij hic et inde te letterlijk door hier ende daer vertaalt, en in gazo-phylacio, een woord dat hij blijkbaar niet kende, door inder ghemeenscap. S laat het veiligheidshalve onvertaald. |
25 | onthoudende est .... habens; ls. is onthoudende? |
26 | ende volcomelic leydende tot ynreste daermen sonder decsel scouwet den heilich der heilighen et firmiter usque ad interiora velaminis ubi sunt sancta sanctorum perducens; het mnl. geeft wel zin, maar is toch geen getrouwe vertaling van de grondtekst. Vgl. S die daer sterkeliken voert totten bynnensten decsel in die heilige der heiligen. |
27 | o Here Jhesu Criste Domine Iesu, var. domine Iesu Christe.
licht (2de) (sic). |
28 | gratias tibi Creator ac Redemptor hominum, qui niet vert.; ontbreekt ook in enige Latijnse hss.
grote liefte caritatem; geen var.
een lam datter was een figuer agnum typicum; cf. S dat voer beteykende lam.
dijn alre heilichste tuum sanctissimum corpus; ls. dijn alre heilichste lichaem. |
29 | deser niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
alle salicheden ende weelden des paradijs omnes deliciae paradisi, var. omnes diviriae et deliciae paradisi. |
30 | in sekeren tiden niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
31 | die meester der puerheit auctor puritatis; cf. S die vermeerre der reynicheit. |
32 | ontfaent, hs. ontfaēt, ls. ontfaet. |
34 | in caelum niet vert.; geen var. |
35 | Die priester Sacerdotibus; geen var. |
| |
Cap. XII
3 | mijn paesschen pascha; mijn niet in Kemp. enz. Wel S N mijn paesschen. |
4 | den ouden sonden vetus fermentum; geen var. Ook S die olde sunden. Vrije vertaling, of las men peccatum? N dat olde desem. |
5 | alle opstaen der sonden omnem vitiorum tumultum; vgl. S den oploep alre sunden N alle weelde ende onle der sonden.
alle dine ghebreken excessus tuos; alle niet in Kemp. enz.; excessus nauwkeuriger vertaald door S overtredinge; cf. N boesheit. |
6 | ontfangen, ls. ontfanget? |
9 | ende du selste gaen uut vuericheit et diligenter facito; vertaling niet juist, althans zeer vrij; cf. N ende doedet neerstelick. |
12 | Ist dattu gheen gracie en hebste Si non habes, var. Si non habes gratiam.
een dropel der godliker graden micam aut guttam gratiae salutaris, var. unam guttam. S een crume der saliger genaden N een cleyn droepelken van der saligher gracien....
godliker salutaris, geen var.; getrouwer vertaald in S N saliger. |
14 | om te heilighen me sanctificare, ls. om mi te heilighen, vgl. S my te heiligen N om my hillich te maken. |
17 | ontfangen, ls. ontfangen hebste? |
18 | -19 Deze verzen enigszins gewrongen vertaald. Vgl. S mer na der ontfanginge en behoert niet mynne bewaringe dan voer totter bereidinge. Want die guede bewaringe is die alre beste bereidinge te vercrigen grote genade N Ende oec salstu dy na soe bewaeren, alstu dy ierst devotelicke bereyt hebste. Want die guede bewaringe is die alre beste bereidinge te vercrigen grote genade. |
| |
| |
20 | quippe, exeo niet vert., geen var.
van binnen niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
21 | hierom, dijns herten niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
| |
Cap. XIII
Titel. Die geminde Vox discipuli, ls. Die stemme des discipels (of Die discipel).
1 | et aperiam tibi totum cor meum niet vert.; geen var.
lieve Heer niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
2 | dus magis; onjuist vert.; beter N meer ende meer. Of is magis niet vertaald, evenals in S?
overmids den waerdighen ontfanghen des heilighen sacraments per sacram communionem ac frequentem celebrationem. Vgl. S doer die heilige ontfanginge of mysse te holden N overmits die ontfangenisse des sacraments. |
3 | ghekeert absorptus; onjuiste, althans onnauwkeurige vertaling; beter S verdroncken. De vertaling ghekeert past in de sfeer van de devotie. |
8 | ten, hs. tē, ls. te. |
9 | alia niet vert.; geen var.
datter, ls. dattet. |
10 | Waer Quae; vrij vert.; geen var.
lichaem carne; vrij vert.; geen var. |
12 | bewijst impensus; cf. N bewesen en de foutieve vert. in S anhangende. |
13 | voer dese edele liefte pro caritate tam eximia; S voer soe daen liefde N voer dese hoghe minne. |
14 | minen Heer niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
16 | mit (1ste) mihi, ls. mi. |
| |
Cap. XIV
2 | hem bereyden te niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
4 | sonder devocie sine affectione cordis; vrije vertaling. |
5 | grote liefte sensibili cordis amore; nauwkeuriger in N bevoelike minne. |
6 | Heer Deum, geen var. |
8 | Dese dese, ls. Dese.
den Heer Dominum suum; geen var. |
9 | ghrote (sic).
is leyder .... verre longe est, var. longe proh dolor est. |
11 | mijn hope spes, geen var. |
12 | O Heer niet in Kemp. of andere Latijnse hss.
hs. barnen den, ls. barnenden.
inden barnenden gheest in spiritu ardoris; getrouwer weergegeven in S N inden geest der vuericheit. |
13 | all, ls. al.
gheesteliker specialium, var. spiritualium.
tuorum niet vert.; geen var.
orans et desiderans niet vert.; geen var. |
| |
Cap. XV
1 | die maet terminum et modum; ontbr. in S en N.; geen var.
des oversten, des genit. sg. fem. in plaats van der; cf. cap. 8, vs. 1.
dattet, ls. dat hi? |
2 | om inordinate, ls. onordinierlic; cf. S onscickelic. |
5 | niet en wert non datur; ls. niet en wert ghegheven. |
| |
| |
6 | meer potius; vrij vertaald. |
8 | di selven in hem te in ipso, var. te in illo.
mit hem niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
10 | aldus niet in Kemp. enz. |
12 | ende hem sel toevloeyen et affluet; beter S sal hi.... overvlieten. |
13 | ende niet in ydelheit ende mint sijn siel nee in vanum accipit animam suam. Bedorven tekst; ls. ende niet in ydelheit en neemt sijn siel? Vgl. S ende sijn ziel niet en heeft ontfangen in ydelheit. |
14 | des genit. sg. fem. in plaats van der.
et consolationem (1e) niet vert.; geen var. |
| |
Cap. XVI
1 | in legghe, ls. ic legghe. |
2 | ende om verlichtinge pro consolatione et sublevamine te deprecor; geen var.; zeer onvolledige vertaling. Cf. S om troest ende opheffinge bid ic ynnichliken N ende troest ende om verlichtenisse soe bidde ic dy. |
3 | die alle dinghen weetste niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
7 | in amaritudinem niet vert.; geen var.; ls. Keer mi alle dese aertsce dinghen in bitterheit? Vgl. S keer my al eertsche dingen in bitterheit N Verwandelt in my alle eertsche dingen in bitterheit. |
10 | comburas et in te niet vert.; geen var.
des, cf. cap. 8, vs. 1 en cap. 15, vss. 1 en 14. |
| |
Cap. XVII
1 | vele menschen multi sancti, var. multi.
in heilicheit in sanctitate vitae, var. in sanctitate. |
4 | begheerten favore; nauwkeuriger S gunsten N gonste. |
5 | mit vryen wille sponte et libentissime, var. libentissime. |
6 | minne puritate, var. caritate.
ende liefte niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
7 | antwoerde, segghende respondit, var. respondit dicens. |
8 | heilige beatus; geen var.; cf. cap. 9, vs. 15.
gelijc den verblidende laetabundus; wat gelijc den in dit verband betekent, is niet duidelijk; bedorven lezing? |
11 | alle vuerige begeerten uut die jubilerende herten alre devoter menschen omnium devotorum cordium iubilationes, ardentes affectus; geen var.; vertaling geeft wel zin, maar komt niet overeen met de grondtekst. Beter in S suete sange alre ynniger herten ende vueriger (var. vurige) begeringe N alre devoeter herten gheestelike vroude, bornende begheerte.
alle hertelike opghetoghenheit mentales excessus; alle niet in Kemp. enz. Vgl. S (synlike) overtredinge N overganghe des verstandes.
loven laudibus.
bevolen commendatis, ls. bevolen sijn. |
12 | begheerten vota; S lof ‘gelofte’.
onmeliker, hs. ōmeliker immensae, ls. onmeteliker, vgl. cap. 18, vs. 22; S onmetiger. |
13 | bidde invito; cf. S lade N toenoeden. |
14 | te niet vert; geen var.
iubilacione jubilacie. Vgl. vs. 11 en S verblijdinge N blijscap. |
15 | o lieve Heer niet in Kemp. en andere Latijnse hss. |
16 | ghebrukelike fruibili unione, ls. ghebrukelike vereninghe. Cf. S mit eenre gebrukeliker vereninge N die soete vereninghe.
mit horen ghebede niet in Kemp. of andere Latijnse hss. |
| |
| |
| |
Cap. XVIII
Titel. meer sed, ls. mer.
den ghelove sacrae fidei; sacrae niet vert.; geen var.
1 | alre hoechsten profundissimi; geen var. |
4 | scrifte sententias; vrij vertaald; S ordelen.
dese is te liden tolerabilis, var. tolerabilis est.
De vertaling van vs. 4 enigszins gewrongen. |
9 | Gheve di onder Subdere Deo; Is. Gheve di onder Gode? Vgl. S Mer onderwerpe di gade. |
11 | noch en wille niet antwoorden totten twivelachtighen des bosen nec ad immissas a diabolo dubitationes responde. Er ontbreekt waarschijnlijk iets na twivelachtighen. Vgl. S ende antwoert niet totten inseyndinge der becaringe des duvels. |
13 | multum niet vert.; geen var.
fideles niet vert.; geen var. |
15 | ganc voert perge .... et .... accede; et accede niet vert.; geen var.
oetmoedigher supplici; cf. S sympelre < var. simplici. |
20 | Alle reden natuerlike ondersoekinge Omnis ratio et naturalis investigatio; ls. Alle reden ende natuerlike ondersoekinge. |
21 | sanctissimo niet vert.; geen var. |
|
|