zinnen bijna elke avond opgevoerd wordt? Dat de moeder haar kinderen uit de huiskamer verjaagt, om ze op een apart kamertje aan hun huiswerk te zetten; òf, de heilige huiskamer vernedert tot een soort namaak-schooltje. En dan moet men eens zien, welk een abnormaal en waardeloos gedoe het natuurlijke, gezellige huiskamerleven vervangt!
Sommen maken. Becijferingen met angstig grote kans op vergissen; die daardoor uitdijen tot urenverslindend werk. Of puzzles van te beredeneren vraagstukjes, waarvan er geen enkel ooit half zo interessant is, als het meest ordinaire kruiswoordraadsel.
Taaloefeningen of vertalingen, soms zelfs nog thema's, die het kind telkens met z'n penhouder nameet, of het nog niet over de helft is...
Aardrijkskunde- of geschiedenislesjes, die ‘GELEERD’ moeten worden, hetgeen betekent, dat ze zo half en half worden gememoriseerd, waarbij het fantaseren, dat is: het zich iets voorstellen, achterwege blijft tengevolge van de volslagen schrijf-onbekwaamheid der boekjes-auteurs, en vervangen wordt door 'n, HET HELE BEDRIJF TYPEREND, onthouden van: de plaats der zinnen op de bladzijden, links of rechts, onderaan of bovenaan; van lettersoort enz. Een onthouden dan nog, totdat het overhoren op school heeft plaats gehad, maar vooral niet langer. Zodat er periodieke repetitie-tijden nodig zijn, die de huiskamer tot een hel maken; omdat het repeteren niet anders is dan een van-voren-af-aan ‘leren’, maar nu van erg-veel in één keer.
Jaartallen, die in hun volslagen steriliteit afdoende gekarakteriseerd worden door het feit, dat er wel eens een nog onthouden wordt, d.w.z. het cijfer, maar niet de gebeurtenis, die bij het cijfer hoort.
Ik zou een jaar lang elke week een half uur voor de microfoon moeten spreken, om naar mijn zin voldoende duidelijk te doen zien, tot welk een parodie op natuurlijke menselijkheid het stukje school ontaardt, dat als huiswerk onze huiskamers binnen dringt.
En dat moet dan dienen, om de jeugd te wennen aan ‘zelfstandig werken’! Jawel, maar wie eens op een ochtend in een forensentrein heeft gezeten, weet, hoeveel huiswerk der kinderen slechts met vereende krachten van ouders en grote broers of zusters overmeesterd wordt; hoe de ene vader de andere met belangstelling vraagt, welk cijfer HIJ verleden week voor dat landkaartje van Drente heeft gekregen; hoe vaak een wanhopige moeder, in een vaag aanvoelen van het probleem van de achturige werkdag, het kind naar bed