Junie. Donderdagavond.
Wat is nou één vrije dag? Van morgen 'n beetje uitgemaft, en toen de rest van de ochtend besteed om het portret van m'n klas op te hangen.... vanwege die harde muur, en omdat ik het nieuwe behang niet bederven wou. Het hangt wel aardig zo boven m'n bureau, en ik vind het een leuk idee, dat ze me die kiek gegeven hebben. Ook attent van ze, om m'n vrouw te raadplegen over de soort hout van de lijst, 't had anders niet zo mooi bij onze boel gekomen.
Toen we samen de kiek bekeken, heeft m'n vrouw 'n opmerking gemaakt, die me bevreemdde. ‘Aardig stel toch zo, hè?’ zei ik, smakelik wijzend met m'n pijp.
‘Ja, de stakkers,’ sprak ze meewarig.
Ik keek haar even aan.
‘D'r zit zo iets.... 'k weet niet, zo iets armoedigs, zo iets zieligs aan de kinderen, als je die kiek bekijkt.’
‘Je bent bedonderd,’ zei ik, mal-geraakt, ‘ze zijn juist op d'rlui Paas-best.’
‘Dat zie ik ja,’ antwoordde zij kalm.
Ik zit voor mijn bureau, om 'es te proberen, of ik niet een beter begin voor dit dagboek kan maken, dan wat ik gisteravond en daareven schreef. En ik kijk naar de kiek van m'n klas. Ik kan het niet helpen, maar ik vind het 'n allemachtig aardig stel; 'n flink stel ook. Maar mijn vrouw heeft wel meer van die nuffige oordeeltjes.
Is dat een stel om medelijden mee te hebben? Had ze ze gisterochtend mee moeten maken!
Maar dat klasje dat ik nu krijg, morgenochtend, daar zal ik een model-klas van maken.... èn.... op m'n slofjes. 'k Heb er zin in.
Het dagboek hou 'k voor mezelf, dus die inleiding komt er geen cent op aan - laat ik doodeenvoudig weg, da's veel gemakkeliker dan van avond te piekeren over het begin.... Het begin komt vanzelf, als ik met m'n klas begin!