Nievw liedeken; op de wyse:
Edel Kerssau.
Brenght mijn jonck hert in trueren,
Om heur nu achter straten,
Mach ick niet met heur praten.
Ghinck ick Aurora claghen,
Van my ten seluen daghen,
Al deur mijn traenkens heet,
Tot mijnder hulp te comen,
Heeft sy met heur genomen.
Om dienstbaerheyt te doen,
Flora met heur blomkens schoon,
Quam oock tot mijnder baten.
De neghen sangh Goddinnen,
Tot veur mijns liefkens deur,
Vreucht en jolijt beginnen,
Men hoorden geen getreur,
Mijn lief quam doen veur,
Orpheus met sijn Herp soet,
Die speelden op sijn snaren.
| |
Prince.
Met heur danssen hanteren,
Ick creech heur Trou te pandt,
VVorden wy daer gebonden,
Haddens heur onder wonden.
Wt Vrevcht en Iolyt.
|
|