Nievw liedeken op de wyse;
Comt Iuno met der spoet.
VErciert v schoon ghedaent,
Ganimedes seer jeughdich,
V aenschijn vocht betraent,
Van hemels Nectar vreughdich,
Flora brenght uwen roosen,, crans
Schout faunum met sijn boosen,, pans
Treckt aen v nieu ghewaet.
En wilt v sinnen scherpen,
Phoebus speelt op sijn herpen,
Orpheus al met sijn snaren,, clanck
Io soet comt met haren,, danck
Iopas oock hier naer spoort.
Phemi comt uijt den hoeck,
Speelt hier onder malcander,
Comt singt speelt die musijcken,, soet
Tot lof van Rhetorijcken,, vroet
In Pallas hooghsten graet.
Brengt voort Ambrosi broot,
Ceres wilt op ons dencken,
Bacche met v hooft bloot,
Comt wilt den Nectar schencken,
Pomona wilt niet toeuen,, meer
Vertumnus comt v proeuen,, meer
| |
Prince.
Comt voort t'is open hof,
Die Musen sijn hier meden,
En crijghen hier geen steden,
Nereyden comt uyt Thetis,, dal
Schout Acheron en Lethis,, val
Vesta in schoonheyt bloeyt.
In schoonheyt Bloeyende.
Const vindt Herbergh.
|
|