De schadt-kiste der philosophen ende poeten(1621)–Jan Thieullier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Nievw liedeken op de wyse; Op een Helena schoon. COmpt nu in desen tijt Goddin Diana soet, Spoet v ter jacht met vlijt, V honden loopen doet, VVant Pluto nu ontschaeckt Proserpina seer schoon, Cupido vierich blaeckt Met Venus in persoon. Calisto is bedroeft Oock om der liefden brant Iupiter haer beproeft, Doen Iuno niet en vant, Dat hy wt hemels dal Gedaelt was, neder siet, Maeckten sy groot misval Van ellend' en verdriet. Piramus wijt vermaert, Om Thisbe lijdt hy pijn, VVant stout en onueruaert Nam hy het leuen sijn, Doen Thisbe dit beuont, Stack oock haer seluen doot, Al met sijn sweert sy wont, VVas dat gheen liefde groot. Leander die verdronck, Om Hero dat hy haeckt, Al in die zee hy sonck, Die felle doot hy smaeckt, Het was een trou minnaer, VVant hem niet en verdroot, Blijckt aen sijn liefde daer, Hy compt in grooten noot. Prince. Iason een Prins seer coen Had Medea verleyt Door velden beemden groen, Al had sy't vlies bereyt, Doen hy had sijnen wil, Verliet hy dees kerssou, Scheyden met woorden stil Soo van sijn echte vrou. Hovt Eenicheyt en Vrede. Wie weet wanneer. Vorige Volgende