om nog op tijd de Wieker Broonk te zien die al de Rechtstraat uit en in trok dwars over de Percé als daar mijn zusje op de brug uitgelaten begint te schreeuwen dat haar vrettelke weg was, helemaal weg. Wij hadden dat jaar nauwelijks geduld het einde van de processie af te wachten om dit heugelijke nieuws thuis te vertellen, en ieder jaar werd op de dag van de Wieker Broonk de geschiedenis van het vrettelke opnieuw verteld. Zo vulden de processies met hun mooie luister en muziek voor ons de schoonste dagen van het jaar. Mensen, die niet zo processieachtig waren, zeiden wel eens: ‘'t is toch altijd 't zelfde’ maar er zijn altijd dwarse mensen die boulde-Berlins met Kerstmis zouden eten en harde eieren met Nieuwjaar.
Juist die processies met hun regelmaat van ieder jaar hetzelfde, daar ging je ook niet naar toe om te kijken, maar, ja hoe moet ik dat zeggen, daar keek je naar met de ogen van je hart of van je ziel. En dan heb ik U nog niets verteld van de processie van de vijftiende Augustus, de processie van Onze Lieve Vrouw, maar dat was dan ook ónze processie, die bij óns langs kwam, waarvoor wij het strooisel plukten, de kijk-uiten sierden, plechtig nonkes en tantes gingen inviteren om de processie te komen zien. Onze eigen processie, dáárvan zou ik U dagen lang willen vertellen.