neerde vroegmisgangers dit al lang gedaan hadden, maar ‘z'ne Paosse hawwe’ was toen nog iets waar op gelet werd, en ik verzeker u, dat Tina vrij nauwkeurig wist wanneer die of die zijn Pasen hield. Vooral de mannen, die nog al graag een dröpke lustten of anderszins reputatie hadden, werden door het gelovige vrouwvolk duchtig in de gaten gehouden - met de beste intentie natuurlijk - en ik herinner me nog onder het koffiedrinken in de keuken het verhaal gehoord te hebben van ‘dee sjoene vaan...’, die, toen hij ging biechten - Tina had het duidelijk gezien! - eerst een pepermuntje in zijn mond stak omdat de kapelaan niet ruiken mocht dat hij een paar dröpkes gehad had. Op deze mensen en ánderen die de kerk niet plat liepen, werd op Witte Donderdag méér gelet dan voor eigen devotie goed was. Ook de braafste mens heeft behoefte aan vergelijkingsobjecten voor zijn devotie. In deze behoefte voorzagen vroeger op nuttige wijze de liberalen, vrijmetselaars en roojen, zoals in onze dagen de communisten.
* * *
Tegen elf uur werkten we ons bij de Bruine Paters tot in de voorste rijen om niets te missen van de plechtige Voetwassing, die hier nog altijd gebeurt. Twaalf paters die hun echte blote voeten lieten wassen, en dat in de kerk, dat zag je niet elke dag, en daar moesten we natuurlijk bij zijn. In de gewone kerken met kapelaans daar deed men zo iets niet. Ook in de namiddag gingen we op pad. Dan gingen we kerken bezoeken. Het was dan 's Zondags en feestelijk in de stad. Iedereen ging die dag uit, en het geviel wel eens, dat de Goede Week al prachtig zomerweer was, en ik herinner me nog hoe, bij het buiten de lange Gang komen van uit de Servaaskerk,