mee ging naar het hoog water kijken, en dan volgde zo'n onvergetelijke excursie naar Heugem, naar Scharn of Limmel, want de Maas hield veel van deze stad en legde iedere winter een arm om Wijk heen, zodat je aan alle kanten altijd op de winterbedding van de rivier stootte. De Heerderweg had toen een voetbrug, de Meerssenerweg zelfs twee, maar de karren reden vrolijk door het water.
We hadden zo onze eigen waterstandsberekeningen met iedere negatie van het A.P. Als de stenen engel van Wijk met zijn voeten in het water stond, dan was de Maas in Heugem ‘uit’. Stond de Maas helemaal op de laatste weg van het stadspark, dan was het werkelijk hoog, en de rest berekenden we met de zoveelste stoep van de stenen trap in het park. Op knapenleeftijd gingen we wel in de voormiddag met de fiets gauw kijken waar we het best op de middag-excursie met onze buurmeisjes naar toe konden gaan, speelden dan 's middags op benarde plekken de volkomen door het water verrasten om vervolgens als galante ridders de kinderen uit en over plassen en greppels te helpen waar we hen schijnheilig eerst in geholpen hadden.
Ja, dat hoge water. Volledige danscursussen zijn er wel eens in terecht gekomen.
Een medescholier uit Borgharen bezorgde ons op het gymnasium eens de sensatie, dat hij bij hoog water... te paard naar school kwam en wij vonden het zeldzaam gemeen, dat hij het arme beest niet in het fietsenhok of op de speelplaats mocht stallen.
De meest imposante watervlakte bood altijd de Heerderweg, waar vanaf het dorp Heer tot aan de Sint Pietersberg in de verte, één enorm meer stond, waar alleen de spoordijk en de ijzeren brug doorheen liepen. En wie herinnert zich niet die onver-