Oud Jaar
WAFELS bakken was een der weinige keukenbedrijven, waarbij we als kinderen werkelijk assistentie mochten verlenen. Wafels zijn blijkbaar recalcitrante dingen. Ma maakte van dunne deeg dikke wafels en van dikke deeg dunne wafeltjes. Wat hebben we genoeglijke uren zitten bakken boven het fornuis, de ijzers smeren met een linnen zakje waar de boter in zat, op de sissende ijzers de deegpropjes leggen.
Na enkele koolzwarte gebrande mislukkelingen stapelden de wafeltjes zich weldra op de ijzeren baardjes hoog op. Er braken er nog al veel, want die gebroken waren mochten we meteen opeten. Voor de rest heeft dat ouwe jaar voor ons nooit iets bijzonders betekend. Ma voelde er niets voor om die avond met enigerlei feestbetoon op te luisteren. En als iemand de gedachte opperde om van oud naar nieuw te vieren kreeg hij altijd een uitbrander: ‘Niks te viere! Dat deit me neet! Beijt uug mer vaan 't aajt nao 't nuij jaor’. En 't moet gezegd zijn, als ik nog wakker was op het moment dat de twaalf uren klok sloeg, een fabriekssirene of sleepboot begon te gillen en in de verte enkele schoten vielen, dan heb ik altijd gauw onder de dekens dit advies gevolgd en mikte een Onze Vader vliegensvlug zó dat het begon in het oude en eindigde in het nieuwe jaar. En alles wat Ma voor het naar bed gaan ons nog even had voorgehouden over het nieuwe jaar, en dat betrof altijd rapport-onvoldoendes, vroeger opstaan om naar de kerk te gaan, wat meer het éne te doen en het andere te laten, dan heb ik dat allemaal maar heel gauw bij dat Onze Vader onder de