enger thuis te laten komen, waar de knaap voor een handvol sigaretten de mooiste liederen zong, zodat Ma en Tina er de tranen van in de ogen kregen. Iets ouder geworden wisten we altijd nauwkeurig welke missen uitgevoerd werden in de verschillende kerken en zochten ons dan een kerstprogramma bij elkander, zodat we de Gloria in Sintervaas en de Credo in Onze Lieve Vrouw hoorden, en toch ook nog op tijd waren voor het slotaccoord door de solisten in Sint Joezep gegeven, waar na de Hoogmis de beste zangers - maar ook wel eens de minder goeden - zich lieten horen. Dit was de Kerstmis van het oksaal! Het was geen Kerstmis geweest wanneer we niet ergens het herdersduet van ‘Coridon’ gehoord hadden en Herman met ‘Minuit Chrétien’. Dit deden we natuurlijk in de ochtend, want 's nachts waren we al in de nachtmis geweest, telkens teleurgesteld dat het niet gesneeuwd had, en telkens ontroerd door de Grote Klok van Sintervaas. Ja, die klok! Ammeke, onze Bonmama, kon ze nooit horen of ze begon te huilen...... en ik weet dat het zo met meer mensen gesteld is, zeker als ze door de Kerst-nacht luidt. Maar bij de latere Missen zakte die nachtelijke kerststemming wel eens, en - als de zangers in hun repetitielokaal of op de pastorie hun koffie met leverworst gehad hadden, werd de kerststemming luchtiger en lustiger, en na het lof in Sint Joezep, waar het oksaal zo gezellig binnen het gezicht der kerkgangers ligt, bereikte deze stemming wel eens het hoogtepunt, en zaten we ons te verkneukelen aan deze devote zangerslust. De solisten verdrongen zich dan met hun muzieknummer om het orgeltje en we hebben de organist tegen de queu makende baritons en tenoren eens tot beneden horen zeggen: ‘Ich kin gein twie partiture tegeliek opzètte!’ Een