en wij waren als kinderen maar al te bereid met gerammel van vorken en lepels Pieke aan zijn verstand te brengen dat het nu welletjes was. Blazend van woede trok het manneke dan af, maar was de volgende dag weer present, goed uitkijkende dat hij Pa en soms niet Ma trof om hem zijn sigaren te geven. De dag ná Sinteberb kwam Pieke, die ook lid van Sinteberb was, in geuren en kleuren het verloop van dit souper vertellen met nieuwe adviezen voor de feesttafel van acht December.
Was de grote dag voorbij, dan had Pieke weer stof voor de eerste weken, want er was nog al wat verkeerd gelopen naar zijn zin. Kunnen ze nu niet vier broeders sturen die even groot zijn? De hele processie had het beeld van de Sterre der Zee scheef gehangen. De soep was veel te pikant geweest, de Bordeaux smaakte naar de kurk, en broedermeester X, die was stapel gek. Die vond het nog niet genoeg met ‘witte hèsje en witte das’ in de processie te gaan, maar trok 's morgens al zijn wit vest aan én witte slopkouse! En vijf guide voor het dragen van de vaan, dat was afzetterij! En het was een schandaal, dat de kosters nog vóórdat de Benedictie afgelopen was het beeld al ontdaan hadden van de mantel en hup, één, twee, drie weer op het altaar terug gezet hadden! Neen, menier Pierre was allesbehalve gesticht geweest, maar dat kwam allemaal omdat geen mens zo goed als Pieke Poomans wist hoe het hoorde naar oude deftige traditie, en zeker niet die jonge kapelaantjes, die Pieke zo'n beetje als zijn aartsvijanden beschouwde.
Misschien is 't wel aan Pieke Poomans te danken, dat Sinteberb trouw gebleven is aan de flambouw, en men nog altijd de broedermeesters ziet stappen elkaars rokpanden met kaarsvet besprenkelend, dik-