Overpeinzingen uit een hondenleven
(2010)–Marja Themen-Sliggers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
Hoofdstuk 9
| |
[pagina 25]
| |
In ruil voor het onderhoud van de gehele boedel konden Pa en Moe daar hun boerderij hebben en hun eigen woonhuis, zolang ze maar zorgden dat het weekendhuis, met alles wat daarbij hoorde in het midden van het terrein, altijd in goede staat was en gebruiksklaar. Stadse mensen met een weekendhuis op boiti gedragen zich anders dan districtsmensen, dat hadden de dieren al opgemerkt. Direct had Troela haar strategie voor de andere dieren klaar. Allereerst nam ze Luuk apart en sprak met hem af dat ze ervoor zouden zorgen dat hun eigen mensenpuppies, KAA'tje en WOW'tje zo veel als mogelijk bij hun eigen huis bleven. Een moeilijke opgaaf want mensenkinderen trekken nu eenmaal naar elkaar en je kunt ze ook niet de omgang met hun eigen soortgenoten ontzeggen. Lap en Oma moesten er maar bij helpen dat ze niet te veel in verkeerd gezelschap zouden verkeren. Die waren daar direct toe bereid, evenals de andere teven uit de roedel. Oma zou er ook bij helpen dat de kleine hondenpuppies die vreemde stadsmensen niet voor de voeten zouden lopen als ze aan de oplettendheid van hun eigen moeder waren ontsnapt. Lap zou extra op haar kittens letten.
Troela vertelde hoe ze niet alleen had gezien dat die stadsmensen hun eigen kinderen klapten, maar ook dat de grote en de kleine mensen naar de andere honden sloegen of met zand en stenen gooiden als ze toevallig langsliepen. Onbegrijpelijk, wat een gebrek aan kind- en diervriendelijkheid! Met elkaar waren ze het er wel over eens dat ze hun eigen mensenkinderen konden beschermen. Troela had al eens laten zien hoe je dat heel eenvoudig kon doen. Omdat er geen hekken of omheiningen tussen de huizen waren konden die vreemde mensen ook zomaar naar het woonhuis van haar eigen mensen lopen. Troela had lang geleden een keer meegemaakt dat zo'n stadse tante haar KAA'tje oppakte van de grond en hem omhoog tilde. Het arme jong begon te huilen. Hij was geschrokken. In plaats van hem neer te zetten hield die tante hem maar vast. Troela had gewaarschuwd, lippen optrekken, tanden laten zien, de waarschuwing die eigenlijk volgens de mensen niet mocht. Het had niet geholpen en KAA keek zo zielig met dikke tranen in zijn ogen. Hij was echt bang voor dat mens. Troela kon niet anders dan haar tanden zetten in die dikke kuit van tante. Het resultaat was precies zoals Troela zich had voorgesteld. Tante schrok zich een aap, zette KAA neer, die direct tegen Troela aan kroop, daar was hij veilig. Tante ging ervandoor. Ze had niet eens flink doorgebeten alleen maar een schram. Net goed! Eigenlijk vonden haar mensen dat ook, want Troela werd niet gestraft voor het bijten en die tante heeft KAA daarna nooit meer opgetild. Ja. Ze konden heel goed zorgen voor hun eigen puppies en kittens en ze beschermen, maar moesten ze niet ook zichzelf en hun eigen mensen beschermen? Over het beschermen van zichzelf waren ze het gauw eens, ze waren allemaal volwassen en ze konden hun mannetje, of nog beter hun beestje staan. | |
[pagina 26]
| |
Op weg naar hun securitywerk in de stallen of de weilanden konden ze omlopen, ze hoefden niet langs dat huis. Maar hoe konden ze hun eigen mensen beschermen? Dat vraagstuk konden ze niet zomaar even oplossen. Dit was een mensenaangelegenheid waar Troela al zo lang over peinsde. Ze was er nooit in geslaagd haar mensen te leren dat ze hun eigen soortgenoten niet zomaar moesten vertrouwen.
Op dat punt waren haar mensen hardleers. Het was een probleem voor een lange-termijn-oplossing. De dieren zouden zich eerst concentreren op de korte termijn zaken die ze wel direct aan konden. Gelukkig maar, die korte termijn problemen speelden alleen in het weekend. Door de week was de rust, de vrede en de harmonie gegarandeerd onder het strakke bewind van Troela.
Er gebeurde ook van alles waar Troela en haar collega's de poten aan vol hadden en waar ze hun kop bij moesten houden. |
|