Hoofdstuk 2
Luuk
Na haar dracht, haar zwangerschap zoals de mensen zeggen en de zware zorg van de eerste zes weken voor een nest van negen puppies, was Troela eigenlijk opgelucht dat haar mensen de verkoop regelden van de acht puppies.
Troela bleef achter met Luuk en de zorg voor zijn opvoeding.
Het was maar goed dat haar mensen daarbij hielpen. Luuk was een beetje hardleers en een moederskindje; ze werd er soms wanhopig van. Vooral haar Mamamens, Moe, had daar begrip voor. Soms vond Troela haar wel wat erg toegeeflijk, maar over het algemeen was ze blij een deel van de zorg voor zo'n potenbindertje over te laten aan Moe. Luuk was zo onhandig en speels.
Echt een jonge hond, altijd aan het rondrennen en kattenkwaad uithalen.
En wat is het ‘kattenkwaad’ dat een hond uithaalt? Vogelnestjes uithalen.
Dat was zijn favoriete bezigheid, niet iets wat Troela respectabel vond voor haar zoon, meer iets dat bij een jonge kat paste, maar ja, ook zij moest de realiteit accepteren. Luuk was als jonge hond een ‘enfant terrible’ en daar had je als moeder maar mee te dealen.
Gaandeweg ontdekte Troela een aantal herkenningspunten in het gedrag van Moe, dingen die ze zelf ook had meegemaakt. Ze begon warempel een moederinstinct te ontwikkelen en een nestdrang. Na verloop van tijd begreep ze dat Moe ook bezig was met een dracht, ze was zwanger en Pa was de vader. Nu werd het tijd om serieus het proces van het groeien naar volwassenheid van Luuk aan te pakken. Troela was lang genoeg onder de mensen om te weten dat zij negen maanden zwanger zijn en dat terwijl honden maar negen weken dragen. Er was dus nog wel een beetje tijd, maar toch... voor een hond duurt het minimaal een jaar voor hij volwassen is. Zoveel tijd was er nu ook niet meer voordat de zwangerschap van Moe zou eindigen met een mensenpup.
Het was dus aanpoten geblazen. Luuk werd ernstig toegesproken en meer dan eens hardpotig tot de orde geroepen, maar hij kreeg toch wel de kans om te spelen en te ravotten. Er werd door Troela vooral een beroep gedaan op zijn gedrag als jonge hond van een groot ras, die moet leren voorzichtig te zijn met kwetsbare dingen om hem heen, vooral met een mensenbaby. Luuk vond het allemaal wel best. Hij zou wel zien, maar hij had wel begrepen dat er iets belangrijks stond te gebeuren, en dat voorzichtigheid geboden was.