Verloren stroom(1920)–Hilarion Thans– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] V. Ik heb voor veler vreugd gevreesd, doch voor ùw vrede vrees ik niet: het is uw ééne blik geweest, die me uw geluksgeheim verried. Ik heb aan eigen hart gekend, de krankheid van elk menschenkind, ik weet waarheen verlangen wendt, den weg waar 's levens leed begint. Als velen, heb ik rust gezocht bij wankel hart, in eindig ding; zoo 'k blijheid, schaarsche! vinden mocht, ze is heden slechts: herinnering! [pagina 58] [p. 58] Dit leerde leed: maar Eén is goed, is wààr, en steeds zich-zelf gelijk; maar Eén is eindrust voor 't gemoed: wat ijl was maakt hij vol en rijk. Dat gij dien Eenig-Trouwen hadt gevonden, en verkoren om uw onveranderlijken schat en ziels-geliefden Bruidegom - ik wist het, toen uw oogenschijn Hem toeblonk - daar Hij stond in licht - zóó zielsdiep vroom, zóó rustig rein: een groet van aan- tot Aangezicht! Voor velen heb ik, droef, gevreesd, om uwe vreugde vreeze ik niet: het is die ééne blik geweest, die me uw geluksgeheim verried! Vorige Volgende