Verloren stroom(1920)–Hilarion Thans– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Vroeger Tuinen [pagina 11] [p. 11] [Nog houdt de omheining, als weleer] Nog houdt de omheining, als weleer - een hooge muur - de hoven dicht. De middag groent in schemer neer: een loof-getemperd bovenlicht. Dezelfde mooi-gebogen dreef koel, zwijgend, als een kerkebeuk. Mijn tuinbank - of ze wachten bleef - verscholen onder rooden beuk. De merel, in de koepelkroon, fluit hij deze' avond als van oud? Weer schakelt ginder toon in toon het torenlied zijn keten goud. Hier woonde ik, uur gewaar noch dag, verloren in diep droompriëel - tot ik veel vreemde steden zag, en nam van 't groote Leed mijn deel. [pagina 12] [p. 12] Ik weifel bij de tuinbank die 't geheim van diepe stonden weet... Was dit wellicht mijn laatste lied van eigen lief en eigen leed?... Mechelen. Vorige Volgende