‘Ze was zoo lastig, dat ik niet werken kon’, zei ze, op onverschilligen toon, ‘toen moest ik wel -’
‘Zoo, was ze zoo lastig?’ zei mevrouw Schmitz droogjes.
Van mevrouw Poster's gezicht was de blij-verraste uitdrukking van zooeven alweer verdwenen.
‘Ik had Mina toch gezegd, dat ze op moest letten.’
‘Och Mina - Mina heeft zulke vuile handen’, zei Marie norsch.
Mevrouw Poster keek haar aan.
‘Ja, als jij op haar letten wilde, dat zou ik natuurlijk veel liever hebben’, zei ze langzaam.
‘O ja, waarom niet?’ zei Marie, op onverschilligen toon, maar in haar oogen lichtte even een stralendblijde uitdrukking, die de stiefmoeder veel te denken gaf.
Dien middag hadden Toetie en Bertha meer dan eens reden tot ontevredenheid. Want zóó dikwijls scheen Marie het noodig te oordeelen, naar het kleine zusje te gaan kijken, dat het werkelijk storend was voor de anderen.
‘Had Mina maar liever voor haar laten zorgen’, zei Bertha ten slotte ongeduldig.
‘Dat zou je ook niet zeggen, als je haar handen zag! Je moet niet denken, dat ze de moeite neemt om die even te wasschen, eer ze hier komt! - En met zoo'n klein kindje moet je zoo voorzichtig wezen!’
En handig verlegde Marie het kleintje even.