Alle werken
(1969)–Mattheus Gansneb Tengnagel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 571]
| |
[Ach Laura]Ga naar voetnoot+Stemme: O Kersnacht, &c. Ach Laura / die door u gefloncker /
Maeckt Cloris luyster doof en doncker /
En door u schitterend gesicht
Verzenght de bloemen / en de kruyden /
5[regelnummer]
En Fackel-licht dat daelt in 't Zuyden /Ga naar voetnoot5
Als Delos voor u Toortsen swicht.
2 Ach Bron / wiens Kristalijne stroompjes
Bevocht de struyck van Elze-boompjes /
Tuygh hoe ick om mijn Laura ween:
10[regelnummer]
Tuygh Vleugel-beesjens op te telgen /Ga naar voetnoot10
Hoe Thirsis 't leet niet kan verzwelgen /
Dat hy om Laura heeft geleen.
3 Dwael / dwaelt dan mijn onnoz'le Lammeren /
En wilt om Thirsis misval jammeren:
15[regelnummer]
Knaeut 't voedtsel met een volle toom /
'k Sal u de teugel nimmer snoeren /
Noch oyt van 't Klaver-grasje voeren /
Besproeyd u vacht in Lauraes stroom.
| |
[pagina 572]
| |
4 Laura / wiens wreede hert derf trotsen
20[regelnummer]
Het bars gemoet van klip / of rotsen /
Aensiet hoe Thyrsis om u quijnt /
Met wien 't geluck volhert te schimpen /Ga naar voetnoot22
Terwijl hy teert door Lauraes glimpen /
En als het Was voor 't vyer verdwijnt.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
5 Ick voel mijn Ader-tochten flaeuwen /
De duysternis mijn riff beschaeuwen:Ga naar voetnoot26
Mijn zieltje doelt nu na haer rust.
Vaert wel dan Laura mijn beminde /
En als gy Thyrsis doodt sult vinden /
30[regelnummer]
Segh dan: 'k heb mijn volkomen lust.
M. Tengnagel. |
|