Alle werken
(1969)–Mattheus Gansneb Tengnagel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
Beclaegh-liedt, Op de Stemme Van Cloris1[regelnummer]
Ach! wat een droeve pijnGa naar voetnoot1
Ist hier alleen te zijn;
Al die my immers siet /
Off voormaels heeft ghekent
5[regelnummer]
(Ist niet een groot verdriet?)
Daer word ic van gheschent.Ga naar voetnoot6
2.
Wanneer een jonghe Maeght
Haer teere Maeghdom waeght /
Soo isset al bekaeyt /Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Wat datse doet off laet /
Wat datse saeyt off maeyt
't Doet niet als eyghen quaet.
3.
Indien sy haer vercloeckt
Dat sy een vryer soeckt /
15[regelnummer]
En dat sy met een schijn
Een Jongh-mans oogh bedeckt /Ga naar voetnoot16
So wert sy noch met pijn
Van alle man begeckt.
| |
[pagina 79]
| |
4.
Het is een vaste saeck /
20[regelnummer]
Wie datter neemt vermaeck
Om yemant in sijn net
Te vanghen door sijn list
Die wort wel licht belet
Soo dat hy droevigh mist.
5.
25[regelnummer]
Hoe sit ick nu en kijck
Ghelijck een levend lijck /
Dat alle uyr verwacht
Den loop des levens endt /
De doot haer felle kracht /
30[regelnummer]
Ons door sijn Brant verwent.Ga naar voetnoot30
6.
Ick was een schoone roos /
Die meenigh Jongh-man koos /
De bloeysem van mijn jeught
Die was een lust om sien /
35[regelnummer]
Een yder stont verheught
Als hy my quam bespien.
7.
Maer siet / helaes! mijn druck /
En mijn groot ongheluck;
Doch 't gheen ick nu beclaegh
40[regelnummer]
Dat is dat ick bedroogh /
En dat ick / met behaegh /
Blinden een Jongh-mans oogh.
| |
[pagina 80]
| |
8.
Nu / Maeghden / wie ghy sijt /
Wanneer ghy wort ghevrijt /
45[regelnummer]
Soo wacht u van de last
Die my nu over coomt /
Hierom het nodigh past
Dat Maeghden zijn beschroomt.
Die staet, siet datse niet en valle.
Het brullen der Leeuwen, maeckt den blooden dwee
Kent en versint, eer datje mint.Ga naar voetnoot+
FINIS. |
|