Vox populi... (24 juli 1907)
Daar is in de lage stad, in de typische wijk van de Papenvest en Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat een steegje dat van ouds men de Peerlamoergang noemt en dat een vernuftig bestuur in de tijd met de ‘woordelijke’ vertaalde benaming van Impasse de la Perle d'amour heeft gedoopt.
Het steegje is sinds een tiental dagen in rep en roer. Er woont daar een kindje van acht jaar, een meisje, dat door de dagbladen beroemd is gemaakt omdat het onlangs met een bedelaar medeliep, de Brusselse politie gedurende een volle week te been hield en eindelijk nabij Geraardsbergen door een heldhaftige champetter werd teruggevonden.
De zaak ging verschrikkelijk op iets lijken, dat vermoedelijk veel met de moord der Zwaluwstraat gemeen moest hebben, en men zocht den ‘sater’ op met een koorts, die dadelijk door de gehele bevolking gedeeld werd.
Ge moet, om mij goed te begrijpen, u de verontwaardiging van een stad kunnen inbeelden, welke eens door een afschuwelijke kindermoord werd getroffen en naderhand verbaasd stond tegenover de machteloze pogingen van het gerecht. Een misdaad, die niet gestraft wordt, is gauw een dubbele misdaad, en een nieuwsgierigheid, die men niet bevredigen kan, wordt seffens een op hol losgelaten waanzin.
Dit gebeurde met de zaak van de Zwaluwstraat en was te wege te gebeuren met de zaak van het Peerlamoergangsken. In het eerste geval ging een razend volk het huis bestormen van een dokter, die al zo onschuldig was als de eerste de beste geneesheer van de stad, en, vermits de politie op niemand de hand wist te leggen, werd onder algemeen getier, die arme man tot een onmiddellijke dood veroordeeld. 't En scheelde maar weinig of het vonnis werd, even rap als men het velde, uitgevoerd.
Nu twijfelt niemand meer aan de onschuld van de dokter, maar niettemin is zijn leven, zijn loopbaan gebroken. Van laster, van naamloze laster vooral, blijft er altijd wat over, en, daar er toch zoveel dokters onder de zon lopen, zal men geneigd zijn overal elders zijn dochtertjes ter verzorging te leiden dan bij die ene, de gezwartmerkte, welke door laster, van een meisjesmoord werd beticht.