De negerslaven in de kolonie Suriname
(1842)–Marten Douwes Teenstra– AuteursrechtvrijII.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot dat de kinderen blanke Creolen genaamd worden; de Kleurlingen zijn meerendeels vrij geboren, echter vindt men er ook eene menigte vrijliedenGa naar voetnoot(*) en slaven onder. c. De Indianen zijn de oorspronkelijke, of liever vroegere inboorlingen dezer kolonie, en zijn in verschillende kasten of stammen verdeeld, waarvan de Arrawakken en Caraïben de voornaamste en de eenige zijn, welke in eene directe betrekking tot de oude kolonie van Suriname staan; aan de Corantijn en de Maratakka woont een derde stam, Warrau's geheeten, welke tak meer met het nederdistrict Nickerie in betrekking staat. d. Boschnegers zijn óf geboren Afrikaners óf Creolen, welke laatste in de kolonie Suriname van een Negervader en Negermoeder geboren zijn. - Ook vindt men vrijgegevene Negers en derzelver afstammelingen te Paramaribo. Dan van de Indianen en Boschnegers, welke afzonderlijke maatschappijen vormen, zullen wij niet spreken, als niet tot deze onze beschouwing behoorendeGa naar voetnoot(†). e. Slaven zijn Negers of Kleurlingen, waarvan straks nader. Ook verdeelt men de Blanken, Kleurlingen en Slaven in fort- en plantaadjebewoners. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er bevinden zich op de gezamenlijke plantaadjen houten kostgronden, chirurgijns-etablissementen enz., welke de landelijke bevolking der kolonie uitmaken:
Hiervan zijn gehuwd:
Ook verdeelt men de bevolking in:
Dus bestaat de bevolking (ParamariboGa naar voetnoot(*) daaronder begrepen) uit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Blanken worden, uitgezonderd het garnizoen, in 4 hoofdklassen, als: landbouwende, ambtenaren, kooplieden en ambachtslieden, verdeeld. - Daarenboven vindt men te Paramaribo een steeds afwisselend, maar dikwerf groot aantal zeelieden. Wij zullen ons dan, in de eerste plaats, tot de landbouwende, als de meest nuttige klasse bepalen. |
|