Dagboek
(1970)–Adam Tas– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Dagregister van Adam Tas
| |
[pagina 33]
| |
Diary of Adam Tas
| |
[pagina 34]
| |
behandigt van suster Tas,Ga naar voetnoot4. neevens een riem papier van Mr. IJsbrand Vincent door Mr. Fredrik ParanGa naar voetnoot5. overgebragt, als mede 't boek behelsende 't bedrijff van de gebroeders Cornelis en Jan de Wit en elf stuks boekzaalen voor desen aan Mr. StarrenburgGa naar voetnoot6. en naderhand aan Mr. van PuttenGa naar voetnoot7. geleent. Wijders 5 paar vrouwe en twee pr. mans koussen, aan ons door moederGa naar voetnoot8. uijt het vaderland gesonden, twee packjes met poeijer, 't predikatie boekGa naar margenoot+ van de heer Balthazar BeckerGa naar voetnoot9. gezegender geheugenis en een fles van 8 cattjesGa naar voetnoot10. thee door Mr. KinaGa naar voetnoot11. voor ons gekogt; ook 3 aarde kannen met genever van Mr. Pfeijf- | |
[pagina 35]
| |
together with a ream of paper from Mr. IJsbrand Vincent, brought over by Mr. Fredrik Paran, and also the book containing the history of the brothers Cornelis and Jan de Wit, in addition to eleven numbers of the ‘Boekzaal’ lent some time ago to Mr. Starrenburg, and subsequently to Mr. van Putten. Further 5 pairs women's and two pairs men's stockings, sent us by mother from the fatherland, two packets of powders, the book of sermons by the Rev. Balthazar Becker of blessed memory, and a canister of 8 catties of tea, purchased for us by Mr. Kina; likewise 3 earthen jars of gin from Mr. Pfeijffer, as well as 6 lbs. hops from the same, but without invoice - good enough for the farmers. Lastly a letter from Mr. Kina informing me that the vessels ‘De Unie’ and ‘Zandhorst’ had anchored in | |
[pagina 36]
| |
ferGa naar voetnoot12.; als mede 6 lb. hop van denselven dog zonder brief; 't is goed genoeg voor de boeren. Eijndelijk een brief van Mr. Kina, mij schrijvende dat de scheepen de Unie en ZandhorstGa naar voetnoot13. den 11en deser in de Taaffel Bhay ten anker waren gekomen en dat de laaste met timmerhout voor de Caab was vollaaden. Wijders was 't schip Berkenroode, en nog een Zeeuw mede op 't inkomen. Hij schrijft verder voor een tijd van 't comptoir afgeschijden te zijn door een verdoemde commissie hem op den hals gelegt om bij 't lossen der goederen uijt de scheepen, present te weezen.Ga naar voetnoot14. Hij schrijft mij mede dat den derdewaak David Brouwer te Delft zig in den egt hadden begeeven; eijndelijk word mij bekend gemaakt, als dat Hendrik ten DammeGa naar voetnoot15. onlangs boekhouder met ƒ. 30 was geworden en absoluijt cassier en dat in den tijd van vijff jaaren; daar bij werd gevoegd, als dat zoo voort gaat zal hij in 't kort wel gubernator worden, om dat na 't schijnt zijn geluk in dit koninkrijk is vast gesteld, enz. Na dat Mr. Hans de Smit nevens zijn vrouwtje een wijltje hier geweest waaren, de vrouw een teetje gedronken, enz., en wij met elkanderen eenige glaasjes wijn en eenige pijpjes met smookkruijd geconsuminderd hadden, zijn se na hun huijs geslentert. Onder anderen is mij ook verhaald, als dat Juffr. Selijns een jonge zoon heeft ter weereld gebragt, als mede dat zij weder met haar manGa naar voetnoot16. vereenigt is en dat se thans zamen wonen. Off dit van langer duur zal zijn, leerd den tijd. | |
[pagina 37]
| |
Table Bay on the 11th of this month, the latter with a full cargo of timber for the Cape. Further that the vessel ‘Berkenroode’ and another from Zeeland were about to enter. He also states that he has been compelled to be absent from his office for some time because of a damned commission, with which he has been saddled, to be present while the goods are discharged from the vessels. He also writes that the third mate, David Brouwer of Delft, has become married; and lastly he informs me that Hendrik ten Damme has recently become book-keeper at f.30, and a full-blown cashier in the space of five years; to this he adds that, if things continue in this way, he will shortly become governor, for it seems as if his fortune in this realm is assured. After Hans, the smith, and his wife had spent a little time with us, the lady had drunk a dish of tea, etc., and we two together had partaken of a glass or two of wine and smoked sundry pipes of tobacco, they sauntered home. I have been told among other things that Mrs. Selijns has given birth to a son, and that she has again been united with her husband, and that they are now living together. How long this will last, time will show. | |
[pagina 38]
| |
Zondag den 14en.Zondag den 14en. 's morgens betogen lugt met reegen. 't Heeft den voorigen nagt ook braaff geregent, zijnde het thans een gezegent weer, waarvoor we Gode dankbaarheijd schuldig zijn. Op dato ben niet ter kerk geweest, door dien de Heer BekGa naar voetnoot17. op Drakensteijn heeden heeft geleeraard. 't Heeft desen dag bij buijen geregent en zomtijds daaronder gehageld. Mij is verteld dat de Hr. Bek desen dag op Drakensteijn niet heeft gepreekt, aangezien het te veel heeft gereegent. De geestelijke maats in dit land zijn bezonder op haar gemak gezet. | |
Maandag den 15en.Maandag den 15en. 's morgens betogen lugt, ook heeft 'et desen voormiddag nog al soo wat gereegend. Heeden isser met ploegen weder voortgank gemaakt. Ook isser in de nieuwe thuijn mist gereeden en stroo in de hocken gebragt. Des namiddags ben ik na Stellenbosch geslentert om bij Hans de Smit te verneemen, wat dag hij na de Caab zoude rijden, vermids ik van meening ben (zoo God wil) met hem te rijden. Hij heeft mij gezegt van voorneemen te zijn om Woensdagmorgen te rijden, soo het anders bequaam weer is. Vandaar ben ik gewandeld ten huijze van Mr. Mahieu,Ga naar voetnoot18. alwaar de Hr. | |
[pagina 39]
| |
Sunday the 14th.Sunday the 14th. Overcast sky in the morning with rain. It also rained hard during the night, it being now blessed weather, for which we owe thanks to God. I have not been to church to-day because the Rev. Mr. Bek was holding a service at Drakenstein. During the day we had showers of rain and sometimes hail. I am told that Mr. Bek did not give a sermon at Drakenstein because it rained too | |
[pagina 40]
| |
Bek was; moedertje van den BrinkGa naar voetnoot19. quam ook daar; onder 't smooken van een pijp tabak wierde mij verteld, als dat gisteren namiddag voor 't huijs van Jacobus de schoenmakerGa naar voetnoot20. een oorlog was ontstaan, gemelde Jan Hagelse schoenflicker was, met zijn boosaardig wijff geadsisteerd, 't wijf van Christiaan Martensz. (in de wandeling Mosterts Marij genaamt) op de huijd gekomen. 't Wijf van den schoenflicker sloeg Mosterts Marij met een pik tegen 't hoofd dat er 't bloed by neer liep; deselve viel door die slag ter aarden; toen quam de schoenmaker toeloopen en trapten dat nederleggende vrouwe-schepsel met de voeten op de borst, buijk, enz. Ondertusschen was des flickers wijff ook niet stil, maar roerde de vuijsten zoo hard als zij konde en ongetwijffeld zouden se dat schepsel hebben dood geteijsterd, zoo de Hr. Bek niet was op 't mat gekomen en gezegt hadde hier van kennis te zullen dragen; toen lieten se van haar af. Ondertusschen moest het deerniswaardige schepzel zoo toegetakeld na huijs slenteren; na 't aanhooren van dese historie ben ik na mijn kluijs gewandeld; ik vernam 'thuijs komende dat Mr. AppelGa naar voetnoot21. ne- | |
[pagina 41]
| |
hard. The clergymen in this country are certainly fond of taking their ease. | |
Monday, the 15th.Monday, the 15th. Overcast sky in the morning, also a fair amount of rain in the forenoon. Ploughing was resumed to-day; also manure carted into the new garden and straw carried to the pens. In the afternoon I strolled to Stellenbosch to learn from Hans, the smith, on what day he proposed to drive to the Cape, as I intend going with him, God willing. He told me that he intended to make the drive on Wednesday morning, should the weather be favourable. Thence I went to the home of Mr. Mahieu, where I met Mr. Bek; gammer van den Brink also turned up there; over a pipe of tobacco it was related to me how a fight had developed yesterday afternoon in front of the house of Jacobus, the shoemaker; the said blackguard of a cobbler and his ill-natured wife set upon the wife of Christiaan Martensz., commonly known as Mostert's Mary; the cobbler's wife fetched Mostert's Mary a blow on the head with a pick, which drew blood; the blow caused Mary to fall to the ground, whereupon the cobbler ran to her and trampled the prostrate woman upon the breast, the belly, etc.; meanwhile the cobbler's wife did not remain idle, but plied her fists as hard as she could, and they would undoubtedly have killed her if Mr. Bek had not arrived upon the scene and stated that he would take cognizance of the affair, whereupon they left off her. Meanwhile the pitiable creature, who had been so sadly abused, had to drag herself home. After hearing of this incident, I made my way home and on arriving there, learned that Mr. Appel with | |
[pagina 42]
| |
vens Lourens de SmitGa naar voetnoot22. en Jan HarmanszGa naar voetnoot23. t' onsen huijze waaren geweest en dat Appel gezegt hadde morgen ochtent te zullen wederkomen. | |
Dinsdag den 16en.Dinsdag den 16en. 's morgens helder weer dog koeltjes; met ploegen isser nog al voortgevaaren, als mede met mist rijden in de zoogenaamde nieuwe thuijn; des voormiddags ben ik op 't land wesen wandelen en bevond het kooren meerendeels zeer groen en aangenaam te staan; na een wijltje daar geweest te hebben ben ik na huijs geslenterd. | |
Woensdag den 17en.Woensdag den 17en. 's morgens goed weer. Desen morgen te negen uuren ben ik met de paardewagen van Hans de Smit na de Caab gereeden. Wij zijn ten drieGa naar margenoot+ uuren daar aangekomen. Ik bevond dat de vrunden met elkanderen nog in gezondheijd waaren. Mij wierde verhaald als dat het goed aan ons gezonden uijttet vaderland, behouden was overgekomen. Ik bevond datter twaalff vaderlandse scheepen ter rheede laagen, waaronder 4 Zeeuwen waaren, die binnen de drie maanden waaren overgezeijld;Ga naar voetnoot24. tegens den avond heb ik Mr. Fredrik Paran aangetroffen; denselven bejegende mij zeer beleefdelijk. Hij versogt mij in zijn verblijf plaats, alwaar ik mede na toe ging; 't was ten huijze van Abraham Hartog;Ga naar voetnoot25. daar ter plaatse waaren verschijde vrun- | |
[pagina 43]
| |
Lourens, the smith, and Jan Harmansz. had called at our house, and that Appel had said that he would come again the next morning. | |
Tuesday, the 16th.Tuesday, the 16th. Bright morning, though somewhat cold. Fair progress was made with ploughing and carting manure to what is known as the new garden. In the forenoon I walked the lands and found the corn standing green and promising well; after spending a short while there, I sauntered home. | |
Wednesday, the 17th.Wednesday, the 17th. Fine morning. At nine o'clock this morning I left for the Cape with Hans, the smith, in his horse-chaise. We arrived there at three. I found myGa naar margenoot+ friends generally in good health. We were advised that all the goods sent us from home had arrived safely. I found that twelve ships from home were lying in the roadstead, among them four vessels from Zeeland, which had made the passage in under three months. Towards evening I met Mr. Fredrik Paran, who was very friendly wards me and invited me to his lodging, whither I ac- | |
[pagina 44]
| |
den. Ook was 'er de krankebedroever Lussing,Ga naar voetnoot26. die vol zoeten wijns was. Mr. Paran was wacker bezig met den wijnroemer om te laaten gaan, zoodat ik wel haast vernam dat die vrund met goed regt voor een broeder van de natte gemeente mag werden te boek geslagen. Na aldaar een wijl geweest te zijn ben ik na huijs geslentert; dan ik ben bevoorens nog aan 't huijs van oom ten DammeGa naar voetnoot27. geweest. | |
Donderdag den 18den.Donderdag den 18den. 's morgens tamelijk weer. Desen morgen ben aan 't huijs van Mr. OortmansGa naar voetnoot28. koffij weesen drinken. Toen ben ik ten huijze van Mr. CleenveldGa naar voetnoot29. geweest en van daar heb ik bij Mr. WigmansGa naar voetnoot30. den krankbezoeker Joannes Simonis gezogt, dan men vertelde mij dat hij na 't huijs van oom HusingGa naar voetnoot31. was gewandeld, waar ik hem ook hebbe aangetroffen en vervolgens verwellekomt; voorts hebbe hem versogt off met mij geliefde na buijten te rijden, waartoe hij resolveerde, en wierde onse reijze tegens Saturdag vastgesteld; des namiddags ben ik met Mr. Gerrit RemkesGa naar voetnoot32. aan 't huijs van Claas MeijboomGa naar voetnoot33. geweest, die mij verhaalde dat het backen | |
[pagina 45]
| |
companied him, it being the home of Abraham Hartog. Several friends were present, including the sick-comforter Lussing, who was full with sweet wine. Mr. Paran was busily passing round the wine flagon, so that I did right soon realise that this friend may fairly be set down as a tippler. After spending some time here, I went home, but first called also at uncle ten Damme's. | |
Thursday, the 18th.Thursday, the 18th. Fair weather in the morning This morning I had coffee at the home of Mr. Oortmans. Then I called at the home of Mr. Cleenveld, and from there went to look for the sick-visitor, Joannes Simonis, at the home of Mr. Wigmans, but was told that he had walked to the home of uncle Husing, where I did meet him and duly welcomed him. Further I asked him whether he would favour me by riding abroad with me, to which he agreed, and our journey was set down for Saturday. In the afternoon I was at the home of Mr. Gerrit Remkes, who told me that the Governor had forbidden him to bake, but that he had not left off on that account. | |
[pagina 46]
| |
hem door den Gouverneur wel verbooden was, maar dat hij het daarom niet naliet. Vandaar ben ik aan 't huijs van Mr. van der LintGa naar voetnoot34. geweest en verder na 't casteel gestapt om Mr. de WetGa naar voetnoot35. te spreeken; ook hebbe met Mr. Kina gesprooken; toen ben ik na PfeijfferGa naar voetnoot36. geslenterd, van wien 60 Rdrs. op reekening hebbe ontfangen, waar van aan oom Husing hebbe betaald voor 20 pr. coussen voor hem verkogt, 10½ Rijxdrs. voor zuijker, 4 Rijxdrs. en voor 30 ellen bay 15 Rdrs.; aan Christoffel HasewinkelGa naar voetnoot37. voor een fles thee 8½ Rdrs., aan Christoffel LudersGa naar voetnoot38. voor kalk 10 Rijxdrs. Des avonds ben aan 't huijs van Mr. VermeyGa naar voetnoot39. geweest, alwaar verschijde vrunden hebbe gesprooken en ten negen uuren ben na mijn verblijfplaats gestapt. | |
Vrijdag den 19en.Vrijdag den 19en. 's morgens goed weer. Desen morgen ben weder aan 't huijs van Mr. Oortmans koffij wesen drinken. Ook quam daar ten huijze de Hr. Hendrik Trip,Ga naar voetnoot40. geadsisteerd met des Gouverneurs | |
[pagina 47]
| |
From there I went to the home of Mr. van der Lint, and then to the Castle to see Mr. de Wet; I also spoke to Mr. Kina, and then proceeded to Pfeiffer, from whom I received 60 rixdollars on account. Out of this I paid to uncle Husing 10½ Rds. for 20 pairs of stockings sold for him, 4 Rds. for sugar, and 15 Rds. for 30 yards baize; to Christoffel Hasewinkel 8½ Rds. for a canister of tea; to Christoffel Luders 10 Rds. for lime. In the evening I was at the home of Mr. Vermey, where I spoke to various friends, and at nine o'clock I walked to my lodging. | |
Friday the 19th.Friday the 19th. Fine morning. This morning I again had coffee at the home of Mr. Oortmans. Mr. Hendrik Trip also arrived there, attended by the eldest son of the Governor. At the request of the Governor the said Mr. Trip is lodging in the Castle. They say that he has delivered to the Governor letters, among others, one from Mr. Witsen, in which he is thought to have reprimanded the Governor for his careless administration, about which the latter is greatly upset. Mr. Trip also stated that ill reports about the Governor have | |
[pagina 48]
| |
Ga naar margenoot+ oudste zoon. Gemelde Trip heeft op 't versoek van den Gouverneur zijn verblijfplaats in 't casteel; hij heeft aan den Gouverneur zo men zegt brieven overgeleverd, onder anderen eenen van den heer Witsen,Ga naar voetnoot41. die voorn. Gouverneur zoo wat scherp zoude geschreven hebben over desselfs slordige manier van regeeren, waar over denzelven soo vrij wat ontdaan is geweest, ook heeft de heer Trip verteld, als datter in 't vaderland slegte tijdingen van den Gouverneur waaren overgebrieft,Ga naar voetnoot42. en dat zijn zaaken daar niet zeer breed stonden en dat het (zoo 't God belieft) wel eens konde gebeuren dat hij de bons kreeg; men mag desweegen 't beste hoopen, altoos. Men heeft reeds al gesien dat hij de soldaten die omtrent de RochebaijGa naar voetnoot43. wagt hielden, vandaar heeft doen verhuijzen. Men heeft mij aan de Caab vertelt, als datter aan 't strand een jong gebooren kind is gevonden maar dood en meer andere zaken, enz. Desen namiddag ben ten huijze van Mr. CorssenaarGa naar voetnoot44. een poos geweest en vandaar aan 't huijs van Steven Vermeij. Wijders ben ten neegen uuren naar huijs geslentert. Deesen avond zijn twee paarden gezonden van mijn vrouw om op morgen mede na buijten te rijden. | |
Saterdag den 20n.Saterdag den 20n. 's morgens betogen lugt. Desen morgen ben bij verschijde vrunden afschijd weesen neemen; ook ben ik int casteel geweest aan 't huijs van Mr. de Wet, alwaar een bouteljeGa naar voetnoot45. hebben gelaaten om twee flessen sek in gedaan te worden. Ten elff uuren ben ik neevens den krankbezoeker Simonis te paard gestegen om onse | |
[pagina 49]
| |
been received at home by letter, and that his positionGa naar margenoot+ there was not very favourable so that (may it please God) it might well come to pass that he will one day be dismissed; one may accordingly always hope for the best. It has already come to note that he has the soldiers, who were on guard about Rochebaij, removed. They told me at the Cape of a new-born child found dead on the shore, and other things more, etc. This afternoon I was at the home of Mr. Corssenaar for a while, and from there went to the home of Steven Vermeij. I again went home at nine o'clock. This evening two horses were sent by my wife for riding abroad on the morrow. | |
Saturday the 20th.Saturday the 20th. Overcast sky in the morning. This morning I took leave of sundry friends. I was also at the Castle at the home of Mr. de Wet, where I left a demijohn for two bottles of sack to be put into it. At eleven o'clock the sick-visitor Simonis and I mounted our horses for the journey to Stellenbosch. On arriving in the Tiger | |
[pagina 50]
| |
reijs na Stellenbosch te bevorderen; in de Teijgervalleij komende hebben we ons hart met een beekertje wijn wat gesterkt. T'wijl we daar waaren quam Mr. van der HeijdenGa naar voetnoot46. daar met een paardewaagen, van meening zijnde na zijn hofsteede te rijden; als mede Arij van WijkGa naar voetnoot47. met een paardewaagen, op hebbende Jannetje met Eeren.Ga naar voetnoot48. Na een wijnig keuvelens zijn wij van daar voort gereeden. Tegens den avond quamen we thuijs en wierde aldaar alles wel bevonden. | |
Sondag den 21n.Sondag den 21n. 's morgens aangenaam weer. Desen morgen ben ik int geselschap van Do. Simonis en suster BarbaraGa naar voetnoot49. na Stellenbosch gewandeld om te kerk te gaan. De Hr. Bek ter kanssel zijnde geklommen, nam tot zijn text de woorden die men in Joannes Openbaaringboek int 2e hoofddeel opt laaste van vers 10 leest. Na 't eijndigen der godsdienst zijn we met elkanderen na huijs gestapt. Des namid- | |
[pagina 51]
| |
Valley we fortified ourselves with a cup of wine. While there Mr. van der Heijden arrived in a horse-chaise, intending to drive us to his homestead, also Arij van Wijk in a horse-chaise with the Hon. Jannetje aboard. After some discourse we rode on from there and arrived home towards evening, where we found all things well. | |
Sunday the 21st.Sunday the 21st. Pleasant morning. This morning I walked to Stellenbosch in the company of Rev. Mr. Simonis and sister Barbara to attend divine service. Mr. Bek, in the pulpit, chose as his text the words at the end of verse 10 of the second chapter of the Book of Revelations of St. John. After the service we walked home in company. In the afternoon we went to visit Mr. van der Bijl, and at his house encountered Messrs. van der Heijden and Pretorius. We fell into a brisk discourse over a glass of wine and a pipe of tobacco, and left for home in the evening. | |
[pagina 52]
| |
dags zijn we na 't huijs van Mr. van der BeijlGa naar voetnoot50. gewandeld om den selven eens te bezoeken. Wij vonden daar ten huijze de messrs. van der Heijden en Pretorius.Ga naar voetnoot51. Wij geraakten wacker aan 't keuvelen onder 't storten van een glaasje roode wijn en een pijpje smooks en zijn in den avond na huijs vertrocken. | |
Maandag den 22n.Maandag den 22n. 's morgens tamelijk weer. Desen morgen ben met Mr. Simonis na Stellenbosch gewandeld om Mr. Mahieu te besoeken, dan hij was niet thuijs, maar in de vergadering van landdrost en heemraaden. De Hr. Bek was daar in huijs bij juffrw. MahieuGa naar voetnoot52. en de oudste dogter van de hr. van der Lit.Ga naar voetnoot53. De hr. Bek nam ons mede in huijs alwaar men aan 't keuvelen geraakten, onder 't drinken van coffij en 't smooken van een pijpje dampkruijd. Na dat we daar een wijl tijds hadden geweest, zijn we weder na huijs gestapt, des namiddags quamen t' onsen huijze juffw. van der Bijl en Gildenhuijs,Ga naar voetnoot54. neevens nonjeGa naar voetnoot55. Geertuij van der Beijl. Zij geraakten met elkanderen aan 't kaart speelen, en zijn tegens den avond vertrocken; ik ben | |
[pagina 53]
| |
Monday the 22nd.Monday the 22nd. Fair morning. I walked to Stellenbosch this morning in the company of Mr. Simonis to visit Mr. Mahieu, but found him not at home as he was attending a meeting of the landdrost and councillors. Mr. Bek was with Mrs. Mahieu and Mr. van der Lit's eldest daughter. Mr. Bek invited us in and over a cup of coffee and a pipe of tobacco we fell to talking. After a while we went home again. In the afternoon we had a visit from Mrs. van der Bijl and Mrs. Gildenhuijs, accompanied by Miss Geertrui van der Bijl. They had a game of cards and left towards evening. After supper this evening I had a long talk with Mr. Simonis, and then we went to rest. | |
[pagina 54]
| |
desen avond na den eeten een langen tijd met Mr. Simonis in gesprek geweest en toen zijn we onze rust gaan neemen. | |
Dingsdag den 23n.Dingsdag den 23n. 's morgens goed weer. Desen morgen hebbe een briefje aan oom Husing geschreven, en 't oorlogspel van de slag van HochstettGa naar voetnoot56. nevens 't briefje van de gevangens en dooden &a. is aan hem wederom gezonden; ik hebbe 't aan Mr. Simonis ter hand gesteld, met wien na 't huijs van Mr. van der Beijl ben gewandeld, alwaar de heer Bek ook quam. Denselven was van meening om mede na de Caab te rijden, zijnde Mr. van der Heijden met Do. Simonis met de paardewagen desen voormiddag weggereeden en de hr. Bek te paard.Ga naar margenoot+ Voorts ben ik met de messrs. van der Bijl en Pretorius na Stellenbosch gewandeld alwaar we in de Mole zijn geweest;Ga naar voetnoot56. (a) nadat we daar een wijnig getoeft hadden, zijn we na 't raadhuijsGa naar voetnoot56. (b) gewandeld met monsr. du Toijt;Ga naar voetnoot57. wij dronken daar eenige glaasjes wijn en smook- | |
[pagina 55]
| |
Tuesday the 23rd.Tuesday the 23rd. Fine morning. I wrote a letter to uncle Husing this morning, returning the plan of the battle of Hochstett with the list of prisoners, dead, etc., and handed this to Mr. Simonis, with whom I walked to Mr. van der Bijl. Mr. Bek also put in an appear- | |
[pagina 56]
| |
ten eenige pijpjes tabak. Toen gingen we na huijs, alwaar we wat eeten en drinken nuttigden; na den eeten speelde men tot tijdkorting in de kaart tot in den avond. Toen zijn de vrinden vertrocken. Op dato is onse knegt Jacob na de Caab gereeden, omGa naar margenoot+ van daar na de GroenekloofGa naar voetnoot58. te rijden met een briefje van oom Husing om de twaalf veersen dik met kalf voor JantjeGa naar voetnoot59. vandaar te haalen; vorder om eenige beesten voor ons aldaar te laaten wijden; zijnde op dato 54 trekossen van hier na de Groenekloof gebragt om aldaar (door ordre van Oom Husing eenigen tijd te wijden. 3 oude ossen zijn opt pad na de Groeneklooff blijven leggen. | |
Woensdag den 24en.Woensdag den 24en. 's morgens betogen lugt met N.Wt.Ga naar margenoot+ wind. Op dato isser door drie onser slaaven een begin met wijngaardsnijden gemaakt; de resteerende zijn bezig geweest met de muur off walGa naar voetnoot60. op zommige plaatsen wat te repareeren. | |
Donderdag den 25n.Donderdag den 25n. 's morgens betrocken lugt, de wind als boven; heden zijn onse slaaven met wijngaardsnijden weder bezig geweest; andere hebben aan de rivier hout wesen kappen; desen dag zijn door Mr. PleunesGa naar voetnoot61. off zijn macker hier laaten brengen twee paarden onse | |
[pagina 57]
| |
ance there. He likewise intended to ride to the Cape. Accordingly Mr. van der Heijden and Rev. Mr. Simonis set off this forenoon with the horse-chaise and Mr. BekGa naar margenoot+ on horseback. Further I walked to Stellenbosch with Messrs. van der Bijl and Pretorius, where we visited the mill; having tarried there a while, we walked to the council house with Mr. du Toit, and there drank some glasses of wine and smoked a pipe or two of tobacco. Then home, where we had something to eat and drink. After the meal we passed the time by playing cards until evening, when the friends left. To-day our manservant Jacob set off for Cape Town with the intention of riding from there to Groene Kloof with a letter from uncle Husing to fetch the twelveGa naar margenoot+ heifers in calf for Jantje; also to let some of our cattle graze there, 54 draught oxen being this day brought over from here to Groene Kloof to graze there for some time. Three old oxen were left lying by the wayside on the trek to Groene Kloof. | |
Wednesday the 24th.Wednesday the 24th. Overcast sky in the morning withGa naar margenoot+ N.W. wind. This day three of our slaves began pruning the vineyard; the others busy repairing the wall or bank in several places. | |
[pagina 58]
| |
knegt toebehoorende. Zij wilden ze op haar plaats niet langer dulden. | |
Vrijdag den 26n.Vrijdag den 26n. 's morgens was de lugt nog al betrocken; de rivier was desen morgen vrij hoog; 't scheen den voorigen nagt braaf gereegent te hebben. Met wijngaardsnijden isser weder voortgevaaren, ook isser stroo in de hocken gereeden. Wijders is 't oude pershuijsGa naar voetnoot62. wat opgeruijmd. Heden heeft Juffrw. van der Bijl aan ons wat hutspotGa naar voetnoot63. van een dood swijn gezonden. Des namiddags ben ik eens na 't koornland gewandeld en bevond het coorn meerendeels zeer groen te staan. God geve tot den verderen groeij zijnen zeegen. Desen avond viel er een zwaare mist neer die zeer stinckende was. | |
Saturdag den 27n.Saturdag den 27n. 's morgens goed weer, dan 't duurde niet lang of de lugt begon eenigsints te betrecken, ook begon de N.W. wind helder op te blaasen; met wijngaardsnijden is nog al voortgang gemaakt; de resteerende slaven zijn met hout aan de rivier te hacken bezig geweest; des namiddags begon het wacker te regenen. | |
Sondag den 28n.Sondag den 28n. 's morgens betogen lugt; 't hadde de gepasseerde nagt weder gereegent. Op dato isser niemand van ons na de kerk geweest, gemerkt de Hr. Bek desen dag dienst aan Drakensteijn moeste doen, en voor iemand die leezen kan is 't niet raadzaam om wat leezen te hooren, na de kerk te wandelen. Weshalven mijn tijd met leezen en een psalm te zingen desen dag hebbe doorgebragt. | |
Maandag den 29en.Maandag den 29en. 's morgens aangenaam weer, dog koeltjes met Z.Ot. wind. Met wijngaardsnijden is ons volk op dato weder bezig geweest; desen morgen ben nevens mijn vrouwtje op 't koornland wesen wandelen; nadat we aldaar een wijltje herom geslenterd hadden zijn we wederom na huijs gestapt. Des namiddags quam t'onsen huijze de Hr. Bek, de Hr. Stamhorst en Mr. Mahieu; gem. Stam- | |
[pagina 59]
| |
longing to our manservant brought over; they were not prepared to have them on their farm any longer. | |
Friday the 26th.Friday the 26th. Somewhat cloudy in the morning. The river has risen very high. It evidently rained heavily last night. Pruning of the vineyard was resumed and straw carted into the pens. The old presshouse was also cleaned out. Mrs. van der Bijl sent us some stew to-day, having killed a pig. In the afternoon I walked to the cornlands and found the corn standing very green. May God grant his blessing for further growth. This evening a heavy mist, which was very foul, came down. | |
Saturday the 27th.Saturday the 27th. Fine weather in the morning, but not for long for it began to cloud over somewhat. The N.W. wind also began to blow hard. Progress was made with the pruning of the vineyard. The rest of the slaves have been cutting wood at the river. In the afternoon it began to rain heavily. | |
Sunday the 28th.Sunday the 28th. Overcast sky in the morning. More rain had fallen in the night. None of us went to church to-day as Mr. Bek had to take the service at Drakenstein, and for those who can read, it is not worth the effort to walk to church to hear a little reading. Therefore I passed the time this day with reading and singing a psalm. | |
[pagina 60]
| |
horst is een soon van den Amsteldamschen Dr. Stamhorst; de vrinden zaten hier een wijl en keuvelden. Zij bleven des avonds bij ons ten eeten; na den eeten was men, onder 't dampen van een pijpje met smookkruijd, met zoete zamenkoutingen nog bezig totdat de vrunden eijndelijk vertrocken. Heden is onse knegt Jacob uijtGa naar margenoot+ de Groene Kloof weder thuijs gekomen; ook zijn de 12 veerzen van oom Husing voor onse Jan hier gebragt, alle dik met kalf; zijnde dit een pillegift,Ga naar voetnoot64. die wel een dubbelde dankzegginge waardig is. Ook hebbe een brief van Jan KuijpermanGa naar voetnoot65. bekomen, die mij schrijft als dat hij 51 onzer trekossen heeft ontfangen. | |
Dingsdag den 30n.Dingsdag den 30n. 's morgens lieffelijk weer. Met weijngaardsnijden is nog al voortgevaaren. Des voormiddags ben nevens mijn vrouw, suster en Jantje na 't huijs van Willem NelGa naar voetnoot66. gewandeld; ik ben daar ter plaatse met vermaak geweest; de vrunden hebben agt kindertjes bij elkanderen en leeven soo 't schijnt in haar hutje vergenoegt en wel te vreeden. Na dat we aldaar eenige uurtjes stil waren geweest, zijn we met ons geselschap weder na huijs geslenterd. Thuijs komende vond ik daar Claas Vegtman,Ga naar voetnoot67. de Kreupele Vulkaan die twee wijngaardmessen op onse slijpsteen hadde gescherpt, waarvoor de man zig zeer dankbaar thoonde en presenteerde onse paarden de becken schoon te maaken enz. Nadat de man eenige glaasjes wijn hadden binnen geslapt, is hij vertrocken. | |
[pagina 61]
| |
Mr. Stamhorst and Mr. Mahieu paid us a visit. The said Stamhorst is the son of Dr. Stamhorst of Amsterdam. The friends sat talking and stayed for the evening meal. After supper we engaged in pleasant conversation over aGa naar margenoot+ pipe of tobacco until our friends left. To-day our manservant Jacob returned from Groene Kloof, and the 12 heifers in calf for our son Jan arrived here, this being a christening gift, which deserves a double measure of thanks. I also received a letter from Jan Kuijperman informing me that he had received our 51 draught oxen. | |
Tuesday the 30th.Tuesday the 30th. Beautiful morning. Progress was made with the pruning of the vines. In the forenoon I walked to the home of Willem Nel in the company of my wife, sister and Jantje, and found it entertaining there. The friends have eight children in all, and they seem to live happily and contended in their cottage. After spending a few quiet hours there, we strolled home together. On arriving home, I found there the cripple Vulcan, Claas Vegtman, who had been busy sharpening two pruning knives on our grindstone, for |
|