Ww
De Wol wordt alle jaaren eenmaal van de Schaapen
geschooren. Men maakt 'er Lakens van, en ontelbaare andere Stoffen, en allerlei
Dékens en Koussen en Hoeden - enz.; altemaal zulke dingen, die hier te lande
niemand kan ontbeeren. - Van welk een groot nut is dan de Wol
niet? en hoe veel duizend Kooplieden en Winkeliers leeven niet in ons Land van
het vertier der Wollene Waaren?
Maar hoeveel honderd duizend Menschen kunnen ook niet de kost winnen
door zulke Waaren te vervaardigen? door het wolspinnen, door het weeven, en
vollen, en verwen, en droogscheeren en alles wat daartoe behoort; door het
hoeden - maaken, door het koussen - breijen, enz.
Hoeveel honderd duizend Menschen meer zouden 'er dan nog in ons Land
leeven kunnen, zo wy meer gebruik bleeven maaken van de Wollene Waaren, en zo
wy voor ons eigen gebruik geene andere kogten als zulke, die in ons Land goed
vervaardigd worden, of dan zouden kunnen worden?