Vv
By den Vader, als het Hoofd des Huisgezins, berust
inzonderheid het oppergezag over de Opvoeding, of ten minsten in eenen veel
hoogeren trap dan by de Moeder: want de Natuur stelt tusschen de Moeder en de
Kinderen eene gemeenzaamheid, welke daartoe veel te groot en te teder is. Daar
vandaan is het, dat de Moeder, wanneer zy gebiedt, of wederstreeft, of dreigt,
meest alle haare strengheid op het Vaderlyk gezag laat te huis komen. Ook leert
mede de algemeene ondervinding dat doorgaans de opvoeding min of meer mislukt,
waar geen Vaderlyk gezag plaats heeft.
Derhalven moet de naam Vader by de Kinderen een
ontwyfelbaar en tevens onwederstaanbaar oppergezag insluiten, en dies te meer
naar maate zy minder vatbaar zyn voor redeneering. Maar ongelukkig! zo de
huislyke Wetgeever willekeurige bevelen geeft, of willekeurige strengheid
oefent. - De naam Vader moet tevens het denkbeeld insluiten
van besten Vriend, van tederhartigsten en verstandigsten Hoeder en
Verzorger.