Xx
Xantippe, een Wyf uit den ouden tyd, was zeer
berucht om haaren knorrigen en boozen aart. Haar naam blyft nog de bynaam van
alle booze en knorrige Wyven. In de prent, die hier aan een knorrig Kind
voorgehouden wordt, zyn de vaste trekken van eene Xantippe,
dat is, van een boos en knorrig Wyf verbeeld.
Geen hartstocht mismaakt 's menschen aangezicht afschuuwlyker dan de
knorrige misnoegdheid, en vooral de boosaartige torn; en 't is vooral de Vrouw,
die zich voor de aanwenning van eenen knorrigen en toornigen aart moet wagten.
Om zeer gewigtige redenen beschonk de alwyze Schepper haar by uitnemendheid met een tederer en
bevalliger gelaat. Zy moet haar teder Kroost op haaren schoot en aan haar hart
opvoeden. 't Is haar gelaat waarop het zuigend Kindje geduurig staart, dat het
het eerste kent, en waar in het het hoogste belang stelt. - Eene Moeder van
eenen knorrigen en grimmigen aart is een afgryslyk ding in de Opvoeding. Bezie
eens met nadenken de gezichten van die beklaagenswaardige bloedjes, die zulk
eene ongelukkige Moeder hebben.