De tien vermakelijkheden van het huwelijk
(1988)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
De Zesde VermakelijkheidEr wordt gezorgd voor de Luiermand en het Kraamgoed en de Vroedmoer en Baker worden besproken. Voorwaar, het is niet onvermakelijk te zien, dat de schortdoek van het vrouwtje van dag tot dag, hoe langer hoe meer, aan het rijzen is en dat heel de wereld ziet dat je je als een man gekweten hebt en elk nu bekennen moet dat je er beiden toe in staat bent. Zeker, dit is een grote Vermakelijkheid! En die vermeerdert geweldig als je Vrouwtje nu zo ver op haar Rekening gekomen is, dat ze leven begint te voelen en voor de Luiermand begint te zorgen. Dan hoef je niet meer te vrezen dat het blaadje zal omslaan en het misschien op een miskraam uit zal draaien. De luiden spotten daar immers oneindig mee als ze zien dat er niets anders op volgt, en ze menen dat het Wroetwijf (met goed geld) de handen gezalfd zijn (gelijk dikwijls gebeurt), opdat ze zeggen zou, dat het echt een schepseltje en geen vuile vergaring of een windei geweest is. En wat de grootste vreugde is: nu ben je de ellende te boven dat je Vrouw je nog langer voor een Droogaard of een Jan Kanniet uitschelden zal, wat voor jou zulke smadelijke namen waren en die je toch allemaal om vredes wil opkroppen moest, omdat je geen andere getuigen bij het stuk had. Nu ben je op de trap omhoog om spoedig met de naam kraamheer begroet te worden, die voor jou toch zeker zo schoon en aangenaam is als die van bruidegomheer tevoren was. O, hoe gelukkig ben je en wat verschaft de Huwelijkse Staat je een vermakelijkheid! Hoe blij moet je vrouwtje wel wezen! Hoe nauwgezet moet ze de maanden, ja, de weken en de dagen tellen! Och, hoe lief moet ze je nu wel niet hebben! Hoe moet ze je omarmen en liefkozen, omdat je haar mand nu zo heerlijk | |
[pagina 61]
| |
gestoffeerd hebt! Nu zie je eerst dat telen van kinderen de echtband vaster maakt en de liefde flink vermeerdert. Het is nu wel tijd dat je bij leven of sterven van vrouw of kind door een Testament de nadelige Huwelijkse voorwaarden verbreekt en het goed van haar op je eigen naam en niet op de hare probeert te krijgen; maar, och arme, zij heeft nu zo veel aan het hoofd, dat ze hierover niet mag worden aangesproken of je zou haar al te bijster lastig vallen. Ook kunnen haar zinnen het niet allemaal verdragen. Derhalve moet je dit nu op zijn beloop laten. Let daar zelf eens op, dan zul je bevinden wat een zorg zij nu op de hals heeft, want tot de Kraam hoort zo veel! De luiermand alleen al is een ding om het hoofd vol muizenesten te jagen, zoveel spullen horen hiertoe, ik laat staan al de andere snorrepijpen die er nog bij horen. Derhalve dien je nu zo goedertieren te zijn, dat je haar over geen andere dingen aanspreekt, want al haar zinnen malen nu zo krachtig in die mallemolen, dat ze nergens anders dan aan haar Kraam denken kan. Luister maar precies naar alles wat ze zegt of praat, het is allemaal over de Kraam en hetgeen er toe behoort, wat er voor de dag komt. Geen wonder, want geen kennis, het zij vrouw of vrijster, komt haar tegen of elk vraagt haar ten eerste: ‘Wel Juffrouw, hoe lang reken je nog?’ Hetwelk dan een Tekst zo rijk van stof is, dat er dikwijls wel drie à vier uren uit gepreekt wordt eer enig toehoorder moe is. Och, dat alle predikers zo gelukkig waren, dat ze altijd zulke grage toehoorders hadden! Onderwijl is er niemand in die tijd blijer dan de dienstmeisjes, die zo lang vrij zijn van roddel aan hun aars te krijgen, want anders is het allereerste woord: ‘Hoe vaar je met je meid?’ Hetwelk de andere Tekst is waar de vrouwen altijd van preken en hun langste predikatiën uit maken. Maar mij dunkt, ik zou hier van de Juffrouw wel tot de meid vervallen. Om dan voort te gaan. Zie hoe druk je lieve vrouwtje het | |
[pagina 62]
| |
heeft om met Jannetje de Naaister te overleggen hoeveel ellen linnen zij kopen moet om haar Luiermand naar behoren te stofferen! Hoe ijverig meet ze de Luiers, de Navelbandjes, Slabbetjes, Borsthemdjes en al de andere spullen! En hoe correct weet ze nu op de Lei met haar boerenkrijtje de ellen, vierendelen en zestiende delen uit te rekenen en op te tekenen alsof ze drie jaren in Bartjens Cijferboek gestudeerd had. Laat je al dit turven rustig vermaken: de uitvoering van de plannen zal je immers geld genoeg kosten. Want morgen gaat ze ter markt om twee à drie lappen linnen te kopen, waarvan het ene heel fijn en het andere wat grover wezen moet. Hoeveel ellen fijne, kleine en nette kantjes zij nodig heeft, moet je maar niet onderzoeken, opdat de Zesde Huwelijksvreugd, die je nu hebt, daardoor niet beneveld wordt. En zou je niet vrolijk zijn? Je hebt nu voor alles een Wenselijke vrouw, bij wie alles, wat ze denkt, wat ze poogt, wat ze doet, met wensen vergezelschapt gaat. ‘Och,’ zegt ze, ‘hoe blij zal ik zijn als alles wat tot mijn luiermand behoort, gekocht is!’ En nauwelijks is dit verkregen of zij wenst om ze gemaakt te zien. Doch daar is tijd voor nodig. En met reden zul je dan verblijd mogen zijn, want het is des naaisters gebruik je zo lang met leugenpraatjes gaande en lopende te houden, totdat de tijd op het nauwst aanstaande is en alles geen langer uitstel lijden kan. Maar eer je ziet dat je Vrouwtje deze wens bekomen heeft, zal ze over twee zaken zulke zware bekommering hebben, dat jij op jouw beurt een nieuwe blijdschap zult ontvangen wanneer ze die verkregen heeft. Want dit zijn zaken van gewicht, te weten het verkiezen van een vroedwijf en bakermoer, aangezien aan de een de gezondheid en het leven van de Kraamvrouw en aan de ander, die van het kind gelegen is. Laat het je niet verdrietig maken, maar veeleer vervrolijken, dat ze je telkens aan de oren lelt en met je probeert te beraadslagen wie ze verkiezen of niet verkiezen zal, want je merkt daaruit | |
[pagina 63]
| |
[pagina 64]
| |
dat je een voorzichtige huisvrouw hebt. Let er maar wat nauw op, dan zul je horen hoe bezorgd ze over alles is, want ze zal je schier elke dag verhalen dat onder het getal van alle Vroedmoers die haar voorgedragen zijn, er niet een is die haar echt bevalt, want Geertje-moer is te jong en onbedreven, Jannetje-moer te oud en suffig, Claartje-moer te groot van handen, Trijntje-moer te sukkelig, Nelletje-moer te baasachtig en Teuntje-moer te veel genegen tot de wijn. In het kort, aan elk gebreekt zoveel, dat de zoete vrouw wel een goed Raadsheer van node had om de beste uit dezen te verkiezen. En eveneens is zij bekommerd over de baker, omdat ze nu al meer dan vier weken versleten heeft om naar het gedrag van deze en gene, zowel onder de familie als de goede bekenden, te vernemen. En zij hoort dat er weinigen gevonden worden of zij hebben het een of andere gebrek en dat is dikwijls vrij groot ook, want de een is te morsig, de ander te traag, die is te verwend, de ander smult te veel, deze is te duur en de ander drinkt te veel, deze heult te veel met de meiden en die met de kraamheer. En die en die zijn wel goed, maar kunnen niet genoeg met de haard omgaan om wat lekkers voor de kraamvrouw te koken, hetwelk ook geen zaak van klein gebrek is. Zie, of ze geen reden heeft om grotelijks bekommerd te zijn! En bemerk in het bijzonder daaruit hoe gelukkig je bent, omdat je een huisvrouw bekomen hebt die al deze zaken nacht en dag met zorgvuldigheid overweegt. Ja zie! Hoewel haar de last zwaar valt, is ze alle dagen uit, bijna van de ochtend tot de avond om voor al deze zwaarwichtigheden zorg te dragen en om ze tot een goed einde te brengen. Wel, wat heb je een huishoudelijke vrouw! Hoe gaat haar dit, boven al wat waar te nemen is, ter harte! En nauwelijks heeft de arme vrouw deze twee grote Hoofdpunten bekomen of zij ziet dat ze nog in zoveel bezigheden steekt dat er geen eind aan is te vinden, want de Kraamstoel, het Kamerscherm, de Wieg met zijn toebehoren, de Bakermat, | |
[pagina 65]
| |
de Vuurmand, het Tobbetje en veel andere fraaiigheden moeten gekocht worden, hetwelk zij door het zorg dragen voor Baker en Vroedmoer tot nog toe versloft heeft. En er valt nog zoveel te kopen zoals Nieuwe Gordijnen, een gewatteerd Bed-of Kraam-jakje, een Doopluier, ja, zilveren Schalen en andere noodzakelijkheden die voor de Kraam en Kraamvisite vereist worden, dat de Man geen moment hoeft te vrezen, dat de penningen in de Kas verschimmelen zullen. Och, was je Vrouwtje maar zo gelukkig dat ze deze zaken achter zich had, dan was het naar wens, want dan zou ze beginnen orders te geven om het huis van onder tot boven schoon te maken, sommige gordijnen en tafelkleden te laten persen, de kast, stoelen en banken te boenen en alles, tot de bedpan en Kamerpot toe, schoon en blinkend te maken. Geen wonder, want als de Vrouw in de Kraam ligt, dan zullen de pottekijksters komen, die alles met een Lynxenoog zullen begluren. Deze zaken vermoeien haar hersenen zo, dat zij de hele dag nergens anders aan denken kan, ja, dit gaat zo ver dat het haar menigmaal 's nachts de slaap belet en geheel weg neemt, zulks dat zij met goede reden dikwijls 's morgens wat laat uitrusten moet. En indien zij 's nachts eenmaal aan de reis naar de VolewijkGa naar voetnoot* moet denken, krijgt ze zulk een beweging door al haar ingewanden, dat het haar onmiddellijk hier of daar schort, zulks dat de man dadelijk het bed uit moet, al is het nog zo koud, om haar wat Anijswater, Spaanse wijn, Kaneelwater of dergelijke dingen toe te reiken, hetwelk dus de ware Muzieksleutel is op de noten waarvan het meeste van de nacht gezongen wordt. Och, hoe gelukkig is de goede Man, dat hij dit allengs gedurende haar zwanger-gaan, van tijd tot tijd, wat | |
[pagina 66]
| |
meer geleerd heeft, zulks dat hij er zich nu te beter naar voegen kan. Doch hiertegenover, o goedertieren Sul, zul je boven de lof der geduldigheid weer die Vermakelijkheid hebben, dat enige naaste Familieleden je de handen zullen komen kussen en dat ze je gelukkig achten dat je nu op die heerlijke trap, van haast Vader te worden, gekomen bent. En ze zullen met alle heusheid en eerbiedigheid verzoeken de eer te mogen ontvangen om Peters (en anderen Meters) van het aanstaande Popje te worden. Welke niet na zullen laten het met liberale geschenken te begiftigen, als dank voor het geluk dat je hen, boven anderen, met dit eerwaardig Peterschap hebt gelieven te begunstigen. Wel, wie zou, om zoveel eer en heerlijkheid, niet zo nu en dan een zwak stuipje van de Vrouw en enige weinige onkosten willen verdragen? Bovendien heb je nu de beste gelegenheid van de wereld om met je uitverkoren Peters (als voor dezen met je Speelgenoten) de Kraamwijn met alle kieskeurigheid uit te proeven, want nu moet de kelder wat rijkelijk gestoffeerd worden, omdat te zijner tijd de Speelgenoten en Speelgenootjes op de langverwachte Kandeel zeker zullen komen, naast het groot getal der Familieleden die je met alle vriendelijkheid zullen komen bezoeken en geluk wensen, ik laat staan degenen die op de Kraamvisite en het Kindermaal verschijnen zullen. Verheug je met deze, tot zo lang de andere Vermakelijkheid zich aandient. |
|