| |
| |
| |
De Vijfde Vermakelijkheid
De Vrouw wordt zwanger en Belust op allerlei spijzen.
Na het zuur komt het zoet, zegt het oude Spreekwoord. Zo gaat het jullie ook, o jeugdig Paartje, want ik hoor dat je Vrouw eindelijk zwanger is! Wel wat een vreugd is dat! Gewis, nu zie je dat er niet tevergeefs gedokterd en gemedicineerd is en nu voel je ook wel dat de kruiden niet tevergeefs geschapen zijn.
Hoe goed is het dat je een wijze Dokter en een ervaren Vroedmoer gebruikt hebt. Nu is het tijd om voorzichtig te zijn, want anders zou het blaadje kunnen omslaan en je Vrouwtje zou een miskraam of een ander ongemak kunnen krijgen! En een miskraam is veel erger dan een goede kraam, omdat die de natuur geweldig krenkt en dikwijls zware gevolgen met zich sleept etc. Zo praten de wijfjes.
Maar jij, o vrome Strijder, die je als een dapper Man gekweten hebt, maak nu dat je verdere roem bevecht. Kijk nu niet te nauw, in het bijzonder als je naar de kern van deze Vermakelijkheid zoeken wilt. Want weet dat je nu wat moet verdragen en veel door de vingers moet zien. Je hebt je Vrouwtje nooit in zulk een voortreffelijke toestand gezien, derhalve moet je haar meer vieren en koesteren dan voor deze geschied is. Hoor je haar wat veel kreunen en steunen, knorren en morren? Hetzij tegen de meiden of knechten, ja, al was het tegen je zelf, dan moet je je dat niet eens aantrekken, maar je inbeelden dat zulks geschiedt omdat het zo hoort en niet uit nood, aangezien de zwangere wijfjes het meestal zo doen.
Verheug je in het bijzonder, indien dit zuchten en steunen alleen maar bij dag geschiedt, omdat je het dan soms ontlopen of met ander gezelschap van je af zetten kunt. Want bij nacht zal de goede Vrouw het menigmaal het kwaadst hebben. Voorzie derhalve je kastje wel van dubbele Anijs, Lavaslikeur, Ka- | |
| |
neelwater en Spaanse wijn, opdat je haar wat versterken en te hulp komen kunt. Want het zal dikwijls gebeuren als je in het eerste en zoetste van je slaap bent, dat je Liefstetje je wakker zal maken en zal kermen over pijn onder het hart, over duizelingen en grote flauwte, waardoor alles wat in huis is in rep en roer zal raken en jij zelf, hoe koud dat het wezen mag, in allerijl het bed uit zult moeten. Getroost je dit, want dit is mede een van de Vermakelijkheden die je ten Huwelijk gekregen hebt, ofschoon ze in de Huwelijkse Voorwaarden niet beschreven is.
Doch hiervoor zul je weer de eer hebben, dat als je ergens met haar te eten bent, het beste dat op de Tafel is, aan het zwangere Vrouwtje voorgezet zal worden. Ja, als zij ergens haar lust en graagte op laat vallen, zal terstond een ieder die het merkt haar daarvan opdienen en al zou daar nog zo weinig van in de schotel zijn, het Vrouwtje moet haar lust bevredigen, al zouden al de Mannen daarvan niet een mond vol proeven. En hierdoor wordt het lieve Vrouwtje menigmaal zo vol en overladen, dat zij dikwijls van tafel op moet en de ene misselijkheid na de andere krijgt, hetwelk dan heet, dat zij te hoog of te nauw gezeten heeft of dat het daar te benauwd was door al de ademende mensen of brandende kachels.
En ofschoon zij ziet dat haar dit telkens zo kwalijk bekomt, zal zij toch zo kieskeurig en exquis zijn, dat zij de halve tijd niet weten zal wat zij eten wil of niet, hetgeen dan altijd tot het een of ander wat lekker is, zijn uitslag neemt. Hiervan zal ze weer, naar oude gewoonte, tot overladens toe, smullen. En ziet iemand haar hierover wat stijfjes aan, die wordt terstond door een ander toegevoegd: ‘Zij moet voor twee of misschien voor drie eten.’
En niet alleen dat ze aldus lekkertjes en veeleisend wordt, maar daarnaast zal ze ook zo gesteld raken op haar gemak, dat zij het naaikussen op haar schoot nauwelijks verdragen kan. Ook het zitten bevalt haar niet: het kind mocht ergens aan vast groeien of enig ander gebrek daardoor bekomen. Derhalve
| |
| |
moet zij zich dikwijls wat vertreden, aldus reden gevonden hebbend om alle dagen dan hier, dan daar te gaan om een praatje te verlenen en zodoende haar huis en man zonder Huisvrouw te laten.
En verveelt haar dit ook eindelijk (gelijk alle dingen door het veel genieten tegen gaan staan) dan zal zij je aanporren om met haar hier of daar heen te wandelen en dan het genot van alle snoeperij, naar gelang het seizoen van het jaar, te genieten en op de eerste rustplaats een Roompje met suiker of een Rood Hooglands wijntje te nuttigen en aldus buiten veel te verteren en thuis veel te verzuimen.
En heeft ze een stukje gelopen, och, zij is opeens zo moe geworden, dat, al hing het leven er van af, zij niet een voet meer voort kan. Hier staat de arme hals weer jammerlijk verlegen. Rijden kan ze niet zonder van streek te raken. Gelegenheid van schuit is er niet, aangezien het somtijds wat diep het land in is.
En is het al omtrent waterrijke plaatsen, dan zijn er somtijds geen schuitjes te bekomen of als die er al zijn, dan moet je je aan de bokachtigheid van de Schippers onderwerpen, die, ziende dat je er verlegen om bent en dat er van jou wel wat af kan, zich niet schamen je een onfatsoenlijke som geld af te persen. En soms zijn de vrouwtjes ook zo vreesachtig om op het water te zijn, dat de man dat zelfs in geen geval durft te wagen.
Voorwaar, het is weer geen kleine vreugde, indien uit deze verlegenheid een goede uitweg gevonden wordt. Wel, vermaak je hier dan mee, opdat de andere moeilijkheden je niet al te veel komen te benevelen.
Maar weet ook goed dat, zo ras als je Vrouwtje zwanger is, zij Privilege tot snoepen heeft gekregen, want al waar haar graagte enigszins naar haakt, zal dan met de naam belust benoemd worden. En welke man zou zo wreed en barbaars zijn dat hij zijn Vrouwtje zou kunnen onthouden waar zij op belust is? Immers, indien je een goed Man voor je vrouw wilt wezen, mag
| |
| |
je haar in haar lust niet beletten, want gewis, het kind zou er iets aan overhouden.
En opdat je zulks dan zult kunnen voorkomen en verhoeden, moet je weten, dat de Vrouwtjes als ze zwanger zijn, altijd van de ene lust tot de andere gedreven worden. En haar dit te bezorgen en te kopen, moet jou net zo'n groot vermaak zijn als haar het nuttigen ervan is, zowel om haar als om je kinds wil. Wie zich hier niet naar kan voegen, heeft een ongelukkig lot getroffen, omdat hij dan de vreugde van deze Vermakelijkheid niet genieten zal.
Nochtans, het is zeker dat haar de belustheid telkens vervoeren zal, want is het in de Zomer, het zal al haar lust zijn om Sinaasappelen, dikke Asperges, Aardbeien met wijn en suiker, donkere Kersen en fraaie Morellen, Moerbeien en witte Pruimen, in volle overvloed te eten. En als zij daarvan, op de lange duur, haar meugje heeft verkregen, zal gewis de lust tot grote Perziken en blozende Abrikozen ontvonken en schoon die schaars en duur zijn, zal het vrouwtje haar lust moeten bevredigen of het kind zou er iets aan overhouden.
Beginnen de Appelen en Peren te rijpen, dan heb je weer hetzelfde spel gaande, want een nieuwe snoeplust rijdt haar, als een alledaagse koorts, gedurig door de leden, waardoor ze naar alles wat haar nieuw voor ogen komt een nieuwe en verse lust krijgt. Geniet ze het ene uur mooie Suikerperen of gele Goudappels, het andere krijgt ze lust tot verse Hazelnoten en komen haar een uur of twee daarna de rijpe Okkernoten of witte Druiven voor ogen of in gedachten, och, daar helpt niets aan, de lust moet bevredigd worden, hoe het gaat, gaat het en wat het kost, kost het.
En aldus vervoert haar de lust van het een op het ander, in alles wat de rijke Zomer en de milde Herfst uit hun hoorn des overvloeds neerstorten. Zodat de man wel duizendmaal wenst dat de Zomer en de Herfst eens ten einde zouden raken, opdat dit snoepen en smullen ook eenmaal zou mogen ophouden.
| |
| |
| |
| |
Maar helaas, wat is het? Geen seizoen des jaars of het levert nieuwe vruchten waar de vrouwtjes ook altijd opnieuw op Belust worden. Want is het in de schrale Winter, dan worden zij belust nu weer op sappige Granaatappelen, dan op Druivesap met Kastanjes, dan op Colchesterse Oestertjes, dan op Wafels, dan op Oliekoeken en duizenderhande kooksels die de smul- en snoeplust hun in gedachten brengt. En menigmaal is het eigenlijk geen Belustheid, want dat was hun nog te vergeven, maar een volslagen smulziekte die hun schort, aangezien diegenen die zich valselijk inbeelden zwanger te zijn, ook al over de ene en de andere Belustheid weten te spreken. En hetgeen het ergste is, de belustheid van hen en van de zwangere, richt zich meestal op hetgene dat schaars of het minst te bekomen is, want in het hartje van de winter willen ze menigmaal blanke, vette Baars en grote Stekelpos hebben, die in sommige steden zeer bezwaarlijk en niet anders dan voor een grote som geld te bekomen zijn.
En is die lust bevredigd, terstond staat weer een andere op, die niet anders dan door een warme Marsepein, Pastei of Amandeltaart neergelegd kan worden. Ja, hoe menigmaal, ofschoon het regent, sneeuwt of glad vriest, moet de man of meid op de duistere en late avond uit om op de Kolk koek met Sukade of echte Utrechtse Huwelijkmakertjes of andere snoeperij te halen. En wat wordt er ooit bij dag langs straat geroepen waar haar lust niet door ontstoken en gaande gemaakt wordt?
Ja, door het veel nuttigen van waterachtige vruchten en al te zoete lekkernijen wordt de belustheid dikwijls gevolgd door krimping door het lijf en een lastige overloop van de gal, die menigmaal het Koliek en andere nijpingen veroorzaken. Hier is wederom het spel gaande. De Dokter moet gehaald worden en volgens zijn voorschrift moet deze Klisteer gezet of dit drankje ingenomen worden.
Maar omdat dit aan het vrouwtje zo behaaglijk niet is als de voorgaande snoeperijen, dunkt het haar het best dat men de
| |
| |
Vroedmoer eens ontbood, aangezien die beter kennis van de Vrouwelijke zaken heeft dan de Doktoren. Deze wordt gehaald, toucheert haar en geeft haar goede hoop, zeggend: ‘Neem alleen wat goede Franse wijn met een weinig Oranjeschil, even zachtjes opgekookt, met suiker zoet gemaakt en warmpjes ingedronken. En dan uzelf hier en daar gesmeerd met dit zalfje en dan dagelijks deze en gene medicijnen genuttigd (die meestal uit een Banket- of Pasteibakkerswinkel gehaald worden), wees verzekerd, dat uw pijn spoedig zal genezen. Mits dat u niet nalaat telkens een boterhammetje met Karwij, Driezaad of Kaneelkoekjes te gebruiken, want de Karwij breekt de winden en de kaneel versterkt het hart en het is beide goed voor de vrouw en voor de vrucht. En nuttig elke morgen en elke avond een Roemertje of twee van de beste Spaanse wijn, want dat versterkt de vrucht en brengt de Vrouw een goede verkwikking,’ etc.
Wie twijfelt eraan of zij gehoorzaamt de Vroedmoer veel meer dan zij de Dokter zou doen. En zeker, het is ook een groot onderscheid het ongemakkelijk peuteren van achteren te moeten verdragen of het vriendelijk innemen van zo smakelijke Recepten. Te meer daar het haar nog heugt dat Dokter Drinkvorst placht te zeggen, dat de Medicamenten de juiste werking niet kunnen doen wanneer ze met een warse tegenzin door de patiënt genuttigd worden.
Zo zie je, aanstaande Vader, hoe je nu op een hogere trap van glorie geklommen bent. Want je naam is verheerlijkt door je mannelijke daden en je vreugde wordt vermeerderd omdat je vrouwtje nu zo vriendelijk en blijgeestig uit haar oogjes kijkt omdat je haar contentement gedaan hebt; want ze begroet je niet anders dan met vriendelijke naampjes en je mag zelfs bij haar op allerhande Zomer- en Wintervruchten, ja, duizenderhande lekkernijen en slikkermikjes te gast komen. Zodat, indien je in zes maanden de straat niet zag, je uit het doen van je Vrouwtje perfect zou kunnen zien wanneer het de Aardbeien-,
| |
| |
Kersen-, Appelen-, Peren-, Noten- of Druiventijd is. En geen groter vermaak voor je Allerliefste dan dat je er net zo smakelijk als zij van zult eten.
Belijd vrijuit, uit een oprecht hart, zijn dit geen grote Vermakelijkheden van het Huwelijk? En verheug je, dit zijn nog maar de eerste: de beste komen het leste. Weet dat dit maar een voorbode is van de Zesde Vermakelijkheid, die je veel beter aan het hart en aan de beurs zal kittelen, zulks dat ze je zal doen ondervinden dat er een reeks van Vermakelijkheden in de Huwelijkse Staat te bekomen zijn. Waardoor ik vrees dat je misschien al te bitter beklagen zult dat je niet eerder tot die weelde gekomen bent.
Doch troost je hiermee, dat misschien de medicamenten van dokter en Vroedmoer zulke wenselijke werkingen gehad zullen hebben, dat je daardoor veel Zonen en Dochters gewinnen zult, welke je dan heel vroeg zult kunnen vermanen tot de plicht die je zelf zo lang verzuimd hebt en waarover je je nu te laat begint te beklagen.
Twijfel niet, maar geloof zeker en vast, nu de pan aan het glijden is, dat je lichtelijk elk jaar deze ongemene Vermakelijkheid zult zien vernieuwen. En je Vrouwtje dikwijls in die gestalte aanschouwend, zul je zien dat je naam en roem voortgezet en het geslacht voortreffelijk opgebouwd zal worden. Alles tot glorie van je huis en tot vreugde van je Welbeminde.
|
|