| |
| |
| |
De Tweede Vermakelijkheid
De Vrouw gaat Huisraad kopen voor het echtelijk huis. Enige Bruiloftsgasten blijken misnoegd, anderen tonen hun dankbaarheid.
Wel, o Nieuwgehuwden, hoe blij moet je nu zijn, nu de Bruiloft over en al die drukte aan een kant is! Nu mag je gerust slapen, ja, een gat in de dag! Nu mag je niet alleen gemakkelijk uitrusten, maar ook elkander in de Minnekunst, in het hanteren van Venus' wapenen met al haar begeerlijke Exercitiën, onderwijzen.
Nu kun je honderd liefelijke aperijtjes en hokus-pokus-kunstjes praktizeren en uitvoeren. Nu kun je Pietro Aretino, die onzedelijke schrijver, en andere lichte kwanten met al hun standjes, de loef afsteken. Nu mag je je verheugen met de zoete nagedachten, hoe heerlijk je gepraald hebt, zowel met kleding, spijs en drank als met alle andere pracht en praal die Madame de Pronklust en Juffrouw Overdaat het allereerst verzonnen en op de baan gebracht hebben. Nu mag je je kittelen met de vermakelijkheden die er gepleegd zijn, hetzij door dansen, maskeraden, Vuurwerken, spelen op Instrumenten, zingen, springen of allerhande capriolen, die de jonkheid gepleegd heeft en die door vreugde, dartelheid of Bacchus' druppelen veroorzaakt werden.
O, hoe vrolijk waren ze allemaal! En hoe delicaat waren allerhande spijzen klaargemaakt! Wat hebben de Kok en Hofmeester veel eer ingelegd! Immers, er is niets op tafel geweest of het was heerlijk en de wijn is van alleman ten opperste geprezen. Ieder heeft smakelijk gegeten en heerlijk gedronken. Wel, dat is immers een zoete nagedachte.
En jij, o Nieuw Vrouwtje, jij bent nu zelf Vrouw en Voogd. Je hebt je nu aan de heerschappij en het grauwen en snauwen
| |
| |
van je nauwziende Voogden (die beroerde Muggezifters) ontworsteld. Nu kun je zelf en ongevraagd alles doen wat je in de zin schiet en daarbij heb je de vriendelijke omhelzingen en liefkozingen van je zielsbeminde. Zeker, dat is een vrolijkheid die alles te boven gaat.
En jij, o Nieuwbakken Man, hoe wentel je nu in weelde! Hoe gewillig doet de milde Venus nu haar schoonste boomgaard vanzelf voor je open! O, je hebt een vreugde die een onervarene in het allerminste niet bevroeden kan.
Wel, geniet je lust ten volle, vervrolijk je op het krachtigste met die malse leden te caresseren en je tijd wel waar te nemen, want na enige dagen, als die eerste omhelzingen wat over zijn, zal misschien de schrale zorg de gordijnen van je bed eens komen openschuiven en je van verre voor ogen stellen wat voor rekeningen je zoal van Juwelier, Goudsmid, Zijden-stoffenwinkelier, Linnenkoopster, Wijnkoper, ja, Koks en Koksjongens te verwachten hebt.
Doch, hier tegenover zul je weer de vreugde hebben dat je je jonge vrouwtje elk ogenblik zo vriendelijk zult horen discoureren om met haar Zuster en Tante huisraad te gaan kopen: donzige bedden en fraaie Pluche en Wattendekens, met kostelijke versieringen. En ze zal jou, haar nieuwbakken Man, zulk een schone lijst voorlezen, dat je er een vreugde aan je hart en een kitteling in je beurs van gevoelen zult.
Want je Bekje praat erover om grote Venetiaanse Spiegels, Indisch Kraakporselein, Fluwelen Stoelen, Turkse Tapijten, Amsterdams Goudleer Behang, kostbare Schilderijen, Zilveren Servies, een Sakkerdaanhouten Kast, een Ebbehouten Tafel, een apart Kabinet en een Luierkastje, diverse webben Servetten en Tafellakens, fijn en grof linnen, kostbare kanten en duizend andere spullen en prullen te kopen, te lang om te verhalen. Want ook de dingen die de huiselijke pronk aangaan, worden alle dagen opnieuw en grootser gesmeed in de hersenen van die lieve en voorzichtige Vrouwtjes.
| |
| |
Zulks, dat de Vrouw, als ze erop uitgaat, wel altijd de Meid, of ten minste de Naaister, aan haar zijde dient te hebben en Hansbuur, die zorgvuldige kruier, haar zeer langzaam met zijn wagen dient te volgen, opdat de gekochte goederen welverzorgd en dadelijk thuisgebracht worden.
Hierover moet je, o Nieuwe Huisvader, niet eens zuchten, maar verheugd en blij zijn, want dit vereist de huishouding. Deze zaken moeten hun gang gaan en deze penningen moeten zeker opgebracht worden, waar ze ook vandaan mogen komen. ‘En dit, zeker, dit alles moet er ten minste wezen,’ zegt de Vrouw, ‘zal er een mens met ere in ons huis mogen komen.’
Je weet, je liefstetje heeft ook wat om in de melk te brokkelen en ook vrij wat ten huwelijk gebracht, ofschoon het uit verscheidene vaste goederen bestaat, zoals huizen, boomgaarden en landerijen die dikwijls buiten de Provincie liggen. Hier kun je tweemaal in het jaar met je beminde om een pleziertje heen gaan om je geest wat te verluchten, om de huur van de huizen, de vruchten van de Boomgaarden en de inkomsten van de Landerijen te ontvangen. Hier zal elk je als zijn Landheer begroeten en naar zijn boerse zwier alle vermaak en onthaal trachten aan te doen. Of het je nu lust op hun hooi- en melkwagen het Land te doorkruisen en de plezierigheden daarvan deelachtig te worden of dat je genegen bent vers Stremsel, vette Room, gerookte Hammen of rijpe Boomvruchten te genieten, alles zal je gewillig toegereikt worden, in plaats van geld.
Want hierover zullen je klachten ter ore komen, dat de oorlog de huizen afgebrand, de boomgaarden vernield en het gewas van het veld verdorven heeft. Hierover dien je de lieden niet moeilijk te vallen, maar te bedenken dat de oorlog dit meebrengt en dat dit krijgsgebruik is. Zijn de onkosten een wat zware belasting, dat kunnen de arme landluiden niet gebeteren. Je weet, de oorlog kost geld, daar moet gegeven worden of men zou het hele hachje kwijt raken.
Je moet je in zo'n tijd vooral vervrolijken met de gedachte,
| |
| |
| |
| |
dat je door dit voortreffelijke Huwelijk nu Heer bent van zoveel hectare land, van zoveel boomgaarden en van zoveel heerlijke huizen en landerijen. Wordt de Kas er op dat moment juist niet veel door verbeterd of vermindert hun waarde, dat moet je vreugde niet benevelen. Zou je je aan zo een kleintje stoten, dan had je wel dagwerk. Men kan alles in deze wereld zo gladjes niet krijgen, want indien je Huwelijksgoed geheel uit Contante penningen bestond, zou je toch weer in verlegenheid zijn, waar je het onbezorgd op interest stellen zou en of er misschien een bankroet uit volgen zou. De huizen en landerijen staan altijd vast en zullen toch na de oorlog het hunne opbrengen.
Derhalve moet je die nevelen uit het hoofd jagen en je laten vervrolijken, omdat je verneemt dat je Familieleden je feestmaal, waarop je hun getrakteerd hebt, ten hoogste prijzen en dat over twee of drie dagen de vrolijke Speelgenoten met hun Juffers en velen van je naaste familie je à la grandessimo zullen komen bedanken voor alle eer en caressen die hun door jouw liberaalheid ten deel zijn gevallen. Hetwelk zij allen met zulk een vriendelijkheid en toegenegen hart zullen doen, dat het je onmogelijk zal zijn hun niet te verzoeken om 's avonds wederom bij je op de portie te blijven en nog een staartje aan die gulle Vermakelijkheid te zetten, en zo de genoeglijkheid, vrolijkheid en vriendelijkheid bij alle familieleden en bekenden voort te planten en uit te zetten.
Weliswaar zul je merken dat er enigen zijn die op de Bruiloft hun contentement niet wel gehad hebben en naar hun merite niet onthaald zijn, omdat die alleenstaande oom, die aangetrouwde nicht en ook andere familieleden op hun juiste plaats niet gezeten hebben, dat Juffrouw Leonora een bloedeloze Hansworst tot Gezelschap gehad heeft en Monsieur Filibert een ouwe totebel en Ronzago een jonge snottebel van weinig jaren heeft moeten onderhouden, dat Sinjeur de Proester te nauw heeft gezeten, een Juffrouw Clara haar halsdoek is gekreukt en dat Kniertje Joosten, Beatris en Lijsbet Gerrits
| |
| |
schier te barsten gedrongen zijn en bijkans geen banket gehad hebben, maar daar moet je je niet eens om bekreunen, want het is zelden elkeen van pas te maken. Het is genoeg dat je zulke zware onkosten gemaakt hebt en hen met je Feest vereerd hebt.
Zeker, zij hoorden vergenoegd en ten zeerste dankbaar te zijn en hun misnoegen hoefde je zulke sommen geld niet te kosten, want had je hen allen thuis gelaten, je had niet meer ondank en vrij wat minder kosten kunnen hebben. Troost je daarmee, als het weer gebeurt, hoef je de ondank zo duur niet te kopen. Veel liever een keer twee, drie Ontvangst gehouden en daarmee die hele hoop op een goed glas wijn getrakteerd en zo afgekapt en vervolgens een klein hoopje genodigd dat je beter beheersen en zekerder vergenoegen kunt.
Veel Vermakelijker is het voor je om te zien, dat de familieleden van je Vrouws kant met elkander afspreken om tien of twaalf dagen na de Bruiloft zich te zamen eens bij je tegoed te komen doen en te tonen dat zij vergenoegd zijn met de eer die je hun aangedaan hebt en dat zij zich genegen tonen om de familiebanden verder aan te kweken en je van tijd tot tijd eens te komen bezoeken.
Dit is weer een nieuwe vreugde! En hier zal het chagrijn niet licht groeien zolang als je hen goed onthaalt en tafel en kelder voor hen open zet. Ja, zelfs je Liefstetje zal er mede een bijzonder welgevallen in hebben.
En dus doende, zul je niet onderworpen zijn (hetgeen vele mannen wedervaart) aan het grommen van je Huisvrouwtje, dat je de familie van haar kant zo schraaltjes trakteert en caresseert, maar je zult in dezen door haar en al haar familieleden ten zeerste geloofd en geliefd worden, ja, het zal een prikkel geven dat zij ook jouw familie op gelijke wijze als een Engel zal onthalen en voor de een of de ander altijd het zonnetje in huis zal zijn. Zodat je 's zomers na de middag altijd een maaltijd van Druiven, Noten, Perziken en andere Zomervruchten zult zien prepareren, welker koude met een goed glas wijn verwarmd moet
| |
| |
worden. En 's winters zullen het Wafel-, Olie- en Pannekoekgebak of de Rokende Aardnoten, Kastanjes of verse Oesters je kunnen verlustigen, die geen van alle zonder een deugdzame dronk wijn wel bekomen zouden. O pit van alle vreugde! Wie zou niet wensen om zulke Tantes, zulke Nichtjes en goede Speelgenootjes mee ten huwelijk te krijgen?
Derhalve, als je de een of andere Neef tegenkomt, por hem op om in jouw huis eens binnen te treden en zich met een glas wijn te verfrissen. O, je zult je vrouwtje bijzondere vriendschap en hem dubbele eer aandoen, indien je hem bij andere nichten en zoete Juffrouwen op een gezellige maaltijd brengen zult, waar de band van vriendschap en familiariteit weer vernieuwd en te vaster verstrengeld zal worden. En wie weet, als je enige ongetrouwde Messieurs inbrengt, of er misschien ook niet een nieuw huwelijk uit geboren zal worden, hetwelk een bijzonder vermaak voor je Liefje zou wezen, want die soort ziet niets liever, dan dat zij, door haar toedoen, ook haar Speelgenootjes aan de man helpen mogen. En dus zul je het getal van je Goede Kennissen zien verdubbelen en je Vrouwtje zal te meer Vriendinnen krijgen, die haar zullen vergezellen en sombere gedachten uit het hoofd zullen drijven.
Als nu je Liefstetje mocht dubben in het kiezen van huisraad en wat die zaken mag aangaan, twijfel niet of deze vriendinnen zullen als wijze Leermeesteressen zijn om je huisvrouwtje, als ze onervaren is, te raden en te onderwijzen wat het kostelijkste en wat de nieuwste mode is, wat het best staat en waar het te koop is. Och, zij hebben de juiste stijl zo precies in het hoofd, dat je met je Liefje niet eens hoeft te disputeren of er een stuk Schilderij boven de schoorsteen staan zal of niet! Want ze zullen dadelijk zeggen: ‘Daar past niets anders dan dubbele Lampetschotels. En die bedstee moet weggebroken worden en er moet een Ledikant, met gekwispelde knoppen en fraaie gordijnen in de plaats gesteld worden.’ En aldus zullen zij als een College van trouwe Raadspersonen, tot plezier en onderrich- | |
| |
ting van je Liefstetje, alles uitmaken. Wel, wat zou je meer kunnen wensen? Praat je van geld? Wel, dat slaat men met hamers: verschaf het maar rijkelijk, de vrouw weet nu waar en waaraan zij het zal besteden. Is de Kas wat schaars? Zwijg toch van die tekst, want je zou het Liefje beroeren en wie weet waar het kwaad voor zijn mocht. Het is geen gebruik dat de Vrouwtjes, in het bijzonder de pasgetrouwde, daar zorgen over hebben. Het is zorg genoeg voor haar als zij er zorg voor draagt en overlegt wat er zoal gekocht moet worden en wat het beste bij elkander schikken zal. Want deze zorg is zo groot, dat zij 's nachts nimmer wakker wordt of zij denkt eraan, ja, het kost haar menig uur slapen, derhalve hoeft niemand dit klein te achten.
En omdat jij, o jonge Man, nu op de eerste trappen in de oefenschool van je geduld getreden bent, past het je niet dat je nu alreeds zou beginnen te reutelen en te prevelen hoe noodzakelijk het is dat het huishouden zuinig behartigd zal worden, dat de koopmanschappen en neringen slecht vallen, dat de gelden traag inkomen en dat deze en gene rekening te betalen zijn. O neen! Je moet zwijgen, al zou je van misnoegen barsten. Want hierdoor zou de huisvrede misschien een krak krijgen en je zou wellicht tot antwoord krijgen: ‘Hoe! Heb ik dan een kale Bruidegom getrouwd?’ Dit zou hard vallen om te horen.
Ga derhalve als bij Pythagoras ter schole, leer te zwijgen en van begin af aan alles met geduld aan te zien, je Vrouwtje haar gang te laten gaan en al je woorden met honing te vermengen. Zo zul je het pit van deze Vermakelijkheid ten volle genieten en met vrolijke stappen tot de volgende overtreden.
|
|