Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] Nieuwe-Jaars-Zang. Toon: D' Eerste Karileen. KOm mijn Ziel, Ontgespt de taje banden Die de werelt heeft geleyt, Daar in het vleezig hart Zo is gewart, Dat noit uw God te recht word dank gezeyt. Kniel, ay kniel, En breng uw Godt off'randen, Die u het voorleden Jaar Heeft Vaderlijk gevoed en trou behoed. [pagina 132] [p. 132] Voor duyvelsche stricken, vol van ziel gevaar, En die u heden 't Nieuwe Jaar laat zien, En vriendlikheden Aan u noch wil bien, Zo gy U vry Van zonden houd / En doet / Voorts het goet, Ten toon het quaad' u rouwt. [pagina 133] [p. 133] 2. Toon: De tweede Karileen. KEer dan, oogen goddeloos, Die met lust de zond' ten doel-wit koos, En 't gebod / Van u Heer / Hebt gespot / Langs zo meer, En gevollegt Satans boos begeer. Keer, keer u af / Eer Gods straf / U als kaf Hier verstrooyt / En in 't eeuwig pijn-bed gooyt; Daar 't gewach / Van 't geklag / Nacht noch dag Nimmer eyndt; Maar altoos ziel en lichaam pijnt. [pagina 134] [p. 134] 3. Toon: De derde Karileen. WEl, ô Goddelijke Geest, Laat uw stralen Op hem dalen / Die bevreest Zich hier voor u neder spreyt, En sijn schult voor uw Godtheyt open leyt. Heer, ik breng mijn vonnis mee, 'k Heb verdient van u 't eeuwig herten-wee; Maar 'k beroep my Van 't rechtveerdig recht van dy, Tot de troon Van uw Zoon, Vol genade en medely. Vorige Volgende