Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 84]
| |
Toon: Laura.
VRiendelijke Zone Godts,
Die ik eertijds kon genaken,
Die mijn Burcht was en mijn Rots,
En mijn ziel kon vrolik maken,
Dat het klonk door muur en daken,
Tot in d' opper-hemel-troon;
Zeg my, Jesu, hoe kan 't wezen,
Dat ik nu niet, als voor dezen,
In uw gunst en liefde woon?
| |
[pagina 85]
| |
2. 'k Voel een droefheyt in mijn hert,
Die geen tonge uyt kan spreken,
Wijl my steeds geantwoort wert:
Jesus is van u geweken.
En, helaas, dit droeve teecken
Voel ik kenlijk in mijn ziel;
'k Vind des hemels deur gesloten;
Klopp' ik; ik word' wech gestoten.
Heer wist gy hoe bang 't my viel!
3. Doch ik weet het is mijn schult.
'k Heb mijn Godt, dien goeden Vader,
Steeds getergt tot ongedult,
En vergeten dien Weldader:
Ja, als Judas den Verrader,
Heb ik meer het gelt bemint
Als mijn Jesus, die in waarde
Overtreft al 't goet der aarde.
Och hoe was ik zo ontzint!
4. Nu ben ik mijn Vader quijt,
En mijn Heylant is geweken;
'k Vindt een Godt, maar nu ter tijt
Is hy Richter om te wreken;
Jesus wil voor my niet spreken,
En geen Engel heeft 'er macht:
Wel, wat staat mijn ziel te hopen?
'k Zie een poel een afgront open,
Daar ik eeuwig in versmacht.
5. Is een kruymken van gena,
Heer, noch overig gebleven,
Laat dat doch, eer ik verga,
My uyt liefde zijn gegeven!
Gy kunt dooden doen herleven:
Gy kunt werpen in de hel,
En weer redden door vermogen:
Kan 't, Heer, wesen, redt mijn' oogen
Ook van deze tranen-wel!
|
|