Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 70]
| |
Toon: Sofonia. Amaril mijn waarde son.
O Voldoende groote Godt,
Gy die ider schikt sijn lot,
En die het roet
In heilzaam zoet
Kondt keeren;
't Is aan u, o Heer, dat nu mijn ziele kleeft:
Om dat gy ider woort,
Van al mijn klachten en begeeren,
Hebt verhoort: Wijl gy my geeft
| |
[pagina 71]
| |
Het aardsche goet, In overvloet, Met eeren:
Dies mijn ziel, o Godt, door u in vreugde leeft.
2.
Want, ô Heer, wy zijn nu quijt
Slappe neering, diere tijt:
De koopmanschap
Staat op den trap
Van vreden,
En gy zegent my en ider gunstgenoot.
Gy hebt de pest verjaagt
Uyt onze huyzen; ende steden
Schoon gevaagt:
Gy hebt de doodt
In toom geleyt,
Vol majesteyt;
En heden
Stort gy ons uw milde gaven in den schoot.
3.
U, o vriendelijcke Heer,
Zy alleen de prijs en eer,
De lof en dank
Mijn leven lank
Gegeven:
Maar verleen ons ook, o Vader, die gena,
Dat wy die goed'ren noit
Onnut verquisten in ons leven,
Die gy strooyt:
Maar voor en na
Door uwe hant,
En toorne-brant,
Te beeven:
Op dat wy zijn nu en eeuwig buyten scha.
|
|