Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 68]
| |
Toon: Repicava.'k HEb in tranen,
In zuchten en gebeen,
In smeecken, kermen, ja in zielgeween,
Versleten nu veel dagen achtereen;
Wijl ik Heere Moet leeren Ontbeeren,
Uw zoete vrientschap, dien ik eertijts zag;
Wijl uwen zegen,
Wel eer verkregen,
Mindert dag op dag.
| |
[pagina 69]
| |
2.
Doch, ô Vader,
Schoon gy uw gunst onttrekt,
En my als met een wolk van droefheyt dekt,
Mijn hope blijft nochtans op u gestrekt:
'k Sal vertrouwen,
Ja bouwen,
En houwen
Aan u, ô Vader, die my dus verneert;
En in mijn klachten
Geduldig wachten,
Tot mijn lot verkeert.
3.
Want, ô Vader,
Schoon gy my druk bereyt,
Ik weet nochtans dat uwe goedigheyt
Betendig is tot in der eeuwigheyt.
'k Neem uw woede
En roede,
Ten goede,
Wijl gy, uyt liefde, my ten besten, slaet:
Maar in 't kastijden
Hebt medelijden,
Na mijn swacken staat.
4.
Gy mijn Jesus,
Die, als mijn Advocaat,
Voor 't reyn gezicht uw's lieven Vaders staat,
Ay bidt voor my, dat hy niet langer slaat.
Dek mijn zonden,
Bevonden,
Vol wonden:
En geef dat ik, in vreugt, mijn Godt en Heer
Mach vrolijk zingen,
En hen toebringen
Lof, prijs, dank, en eer.
|
|