Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 17]
| |
Toon: Derde Karileen.
WIe Geloov' en Liefde heeft,
Is van noode
Dat hem Gode
Hope geeft:
Opdat hy, zo lang hy leeft,
Naar het goet van sijn lieve Jesus streeft.
Maar hier past een taay gedult,
Wijl dat Godt dikwils traag die Hoop vervult:
Doch wie hem vertrouwt,
| |
[pagina 18]
| |
En op sijne woorden bouwt,
Zal in 't endt
Zijn bekent
Dat hy sijn beloften houdt.
2.
Doch verwacht geen aardsch genot:
Al uw hopen,
Laat dat loopen
Op uw Godt:
Acht de werelt, en haar rot,
Slijk en drek, by het zalig hemels lot.
Jesus heeft u vreugt bereyt,
Niet op aard', maar by Godt in eeuwigheyt;
Werpt uw ancker daar,
En gewis gy zult hier naar
Vinden mee
Zulk een ree
Vry van ziel en lijfs-gevaar.
3.
Hoopt dan 't geen gy niet en ziet.
Schoon uw wegen
Zijn gelegen
In 't verdriet,
En dat Godt geen hulp en biet,
Zo verlaat noch uw goede hope niet.
Jesus heeft het al voldaan;
Hoopt op hem, al uw druk zal overgaan:
| |
[pagina 19]
| |
Maar verbeyt de tijt,
Dien hy heeft tot hulp bereyt;
En gy zult
Zien vervult
't Geen hy u heeft toegezeyt.
4.
Komt u eenig twijffel voor,
Dringt in yver
Daar te stijver
Midden door;
Geeft geen booze geest gehoor,
Noch en valt noit door swakheyt uyt dit spoor.
Schoon de Heer u dooden wou,
Hoopt nochtans, hy is vriendlijk en getrou:
Want wie niet en Hoopt,
Is verdwaalt waar dat hy loopt: Ga naar margenoot+
Ja in 't endt
Is 't elendt
Dien hy met sijn ziel bekoopt.
5.
Wel hem die zijn Hope bouwt,
En dien waarden
Vorst der aarde
Vast vertrouwt;
En niet steunt op hout of gout,
En zich zelfs voor onverdienstig houdt;
Maar die al sijn hope stelt
Op dien Helt, die het al heeft neer gevelt;
Die zal eenmaal zien,
Dat het na sijn hope sal geschien,
En sijn Borg
Zal de zorg
Dan voor eeuwig wech doen vlien.
|
|