Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– AuteursrechtvrijGebedt voor 't ontfangen des H. Avontmaals.
Ga naar margenoot+ O Vriendelijke Godt! ô Spring-bron van gena!
Dewijl' aan uwen Disch wort laaffenis gevonden,
Ga naar margenoot+ Zo komt mijn ziel tot u beballast door de zonden,
Ga naar margenoot+En soek mijn troost by dien voor wien ik schuldig sta.
Ga naar margenoot+Daal nu, ô Heyl'ge Geest, in zegen, op my neer,
Ga naar margenoot+ Gun dat ik in mijn ziel mijn Jesus mach ontfangen;
Ga naar margenoot+ En dat ik al mijn schult mach aan sijn kruyce hangen,
Ga naar margenoot+En over hell' en doot op heden triumfeer.
Ga naar margenoot+O Zaligmaker kom, kom woont dus in mijn hert,
Ga naar margenoot+ Versterk mijn kranke Hoop, vermeer mijn swak Gelove:
Ontsteek mijn Liefde-vyer, en wilt de pijl uytdoven
Ga naar margenoot+Die van des duyvels boog op my geschoten wert.
Ga naar margenoot+O Heere toef doch niet, spreek vrede tot mijn ziel:
Ga naar margenoot+ Vult my, uw leege kruyk, met oly der genade:
Ga naar margenoot+ En stop den afgront toe van alle mijn' misdaden,
Ga naar margenoot+En denk niet tot wat quaat dat wel mijn vlees verviel.
| |
[pagina XXII]
| |
Ga naar margenoot+Maar denk, ô Jesu denk, wy zijn naar u genoemt;
Ga naar margenoot+ Dies bidd' ik, reyk my toe de zegelen van 't leven:
Ga naar margenoot+ Zegt tot mijn ziel, O zoon uw zonden zijn vergeven.
Ga naar margenoot+Behoudt so door gena die gy door recht verdoemt.
Ga naar margenoot+En ruk, Heer, uyt mijn borst al wat 'er u mishaagt;
Ga naar margenoot+ Vermoort daer d' ouden mensch, en doet den nieuwen leven.
Ga naar margenoot+ Geleyt my door uw raadt. Wilt my den keursteen geven
Ga naar margenoot+ Die ider lieveling van u, ô Jesu, draagt.
Gun dat ik eenmaal nu de soetigheden smaak
Ga naar margenoot+ Die in dees hemel-spijs zijn heylsaam opgesloten:
Ga naar margenoot+ Gun dat mijn droeve ziel met troost wort overgoten,
En dat gy Jesus blijft mijn glory en vermaak.
Ga naar margenoot+Kom, Heer, verzadigt dus mijn hongerige ziel:
Ga naar margenoot+ Ik koom, ik klopp', en bidd': Doet in gena doch open.
Ga naar margenoot+ Gun dat ik nu om niet de melk en wijn mach koopen,
Ga naar margenoot+Tot reyniging van 't vleesch, dat diep in zonden viel.
Wel Heere Jesu, ziet ik tree na 't Heyligdom,
Ga naar margenoot+ Vervult gy mijnen mont, vervrolikt gy mijn' nieren,
Ga naar margenoot+ Gun my alhier uw heyl, en laat my namaals vieren
Ga naar margenoot+Uw eeuwig glory-feest. Kom Heere Jesu kom!
|
|