Boertige en ernstige minnezangen
(ca. 1710)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 130]
| |
Ben ik slechs niet wat voorbarig,
Of is 't niet de moeite waardt.
2[regelnummer]
Neen gy zyt heden,, En ook altyt zo gezint,
Dat gy, vol van vrolykheden,
Elk onthaalt gelyk een vrind,
Zo hy slechs zyn plicht betracht,
Als uw Jaardag wordt gedacht,
En aan u ook wordt beleden.
Rechte vriendschap hoog geacht.
3[regelnummer]
Dies is ons wenschen,, Dat gy veele jaaren leeft,
En uw jeugt niet mag verslenssen,
(Zo die wensch ooit hecht of kleeft)
Immers wenschen wy u toe,
Dat gy nimmer vreugde moê,
Vrolyk leeft by alle menschen,
Tot uw levens ende toe.
4[regelnummer]
En kan een vryer,, U bekooren hart en zin,
Als hy leeft gelyk een stryer,
Voor den lof van liefde en min;
En u door zyn dienst behaagt,
Of om eens te trouwen plaagt,
'k Wensch dat gy dan zyt noch blyer,
En verliest den naam van maagd.
5[regelnummer]
Dog 't maagdeleven, Dat aan veelen meer bekoort,
Kan u dat genoegen geeven,
Zyt niet om myn wensch verstoort,
'k Wensch dan dat gy nimmer trouwt.
En u 't leven nooit berouwt,
Maar dat gy tot vreugt gedreven,
Steets uw harten lust beschouwt.
6[regelnummer]
Dus voor het leste, Wens ik wat gy wenschen moogt,
Want myn zangeres het beste,
Niet het quaatste altoos beoogt, zal ik morgen jarig zyn,
| |
[pagina 131]
| |
Plaag my weder, heeft het schyn
Dat ik ergens mis in kaatste,
'k Ly het zonder angst of pyn.
Uw broer Kornelis wydt u dat hier nevens gaat,
En toont u noch daar door, hoe hoog zyn blyschap staat,
|
|