Boertige en ernstige minnezangen(ca. 1710)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] [Even als de Zonnebloem] Toon: Belle Iris. Even als de Zonnebloem, Staat en spiegelt met haar oogen, Steets ter hemel waart getoogen Naar het licht, haar lust en roem. Zo gaat Kupidootje loeren, Op het Vryerlyk geslacht, Om 't zyn pylen toe te voeren, Hoe het daar noch minst op dacht. 2. Daar mê heeft hy 't vuur in 't lyf Die zyn zinnen en gedachten Schynen voorts alleen te trachten Om te raaken aan een wyf. Hierom loopt hy, heel verlegen, Schoenen af, en steenen plat, Tot dat hy heeft gunst gekregen By haar die hy garen had. 3. Kloris is nu al zyn vreugt, Deeze weet hy vaardig te eeren, En zich naar die zon te keeren, Die hem dus het hart verheugt, Zy kan nu geen voet verzetten. Of hy volgt haar op het spoor, En hy blaast de minnewetten, Haar geduurig in het oor. [pagina 76] [p. 76] 4. Zit zyn Kloris in de kerk, Daatlik zal hy zich onthouwen, Daar hy kan zyn zon aanschouwen, En beoogen fel en sterk. Dus beloert hy al haar gangen, Tot dat hy, door liefde en trou, Eens bekomt zyn lang verlangen, En dat Kloris wort zyn vrou. 5. Daar mê is het vryen uit. Maar dit lieven, kussen, eeren, Komt veeltyds in druk verkeeren, Als de Bruit is in de schuit. Doch 't geluk helpt hen door lyden, Daar de een is des anders roem, Die elkander steets verblyden, Als de Zon de Zonnebloem. K. Zweerts. Vorige Volgende