Boertige en ernstige minnezangen(ca. 1710)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Lof van de liefde ende wyn. Op de zelve wyze als hier vooren. 1. VRinden laat ons vrolyk wezen By de Liefde, by de wyn, Want zy kunnen elk geneezen, Van verdriet, van smart en pyn. Nooit een beter artseny, Wilt gy die slechs wel gebruiken; Gy zult als een bloem ontluiken, Want geen kruidje haalter by. 2. Liefde maakt ons bly van harte, En ook dapper van gemoed; En de wyn verdryft de smarte, En verdunt het zwaare bloet: En maakt voort den blooden stout. Laat de krygstrompetten klinken. Helden minnen, helden drinken, Daar de Kryg veel onlust brout. 3. Wyn en liefde leert vergeeten Wat ons ooit bedroeven kan. Liefde leert ons alles weeten. Wyn maakt een verstandig man. [pagina 39] [p. 39] Alle menschen worden wys Die de Liefd' en Wyn beminnen. Wyn brengt alles goets te binnen. 't Maakt ons jong, al waar men grys. 4. Liefde maakt ook Advocaaten, En de Wyn veel Orateurs. Ieder leert dan beter praaten, Als een koopman op de beurs. Ja een Snyer wordt een Graaf, En een Boertje tot een Koning In zyn allerslechte Woning. Zy bevryen d'armste slaaf. 5. 't Kruidje van de Wyn en Liefde, Is van zulk een grooten kracht, Dat het ieder mensch geriefde, Alzo dra 't is voortgebragt, Door Natuur, die 't alles baart, Wat tot 's menschen heil kan strekken, 't Kan gestorve geesten wekken. Alles naar den rechten aart. 6. Meer van zulk een kruid te roemen, Acht ik hier niet pryzenswaard; Want geen kruiden, nog geen bloemen Hebben ooit dit heil gebaart. Ider neem de proef er van, En hy zal het zo bevinden. Neem het in myn goede vrinden, Jongk en out, en vrou en man. K. Zweerts. Vorige Volgende