Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Stijn Streuvels Mijn wintercel kwam frissche wind doorvaren. De stugge wanden weken - En ik zag De maaiers zwoegen, in den blauwen dag, In zongeweld en zee van blonde baren. 'k Hoorde als een bel een hellen meisjeslach. 'k Zag vroolijk menglen goud van meisjesharen Met blauw van vlas en geel van korenâren. 'k Zag bloemgestrooi en 't wappren van een vlag. Ik rook aroom van akker, vlier en linden, Ik zag een dorpje ombloeid van hagewinden, Ik hoorde een leeuwrik juichen boven 't land. 't Was ál uw gaaf! - Hoe zal ik woorden vinden Om rond uw schoon mijn kroon van dank te winden, O Zonnedichter, aarde's zielverwant? Vorige Volgende