Sorella(1942)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Lenau Uw oogen zie ik afgronddiep en donker. Uw wanhoop hoor ik schreien in den nacht, Met dichterzegen als met vloek bevracht. Uw oogen zie 'k vol waanzinwild geflonker. Melodisch teeder als violeklacht Uw weemoed hoor ik weenen, zoet of klonk er Verbannen engelzang, of troostend blonk er Een blanke ster door zwarte wolken zacht. Uw tranen voel 'k als onweers regendroppen, Die vallen zoel op 't half beschreven blad. De vlammen voel ik van uw vingertoppen, Als, foltrend fel, uw demon u bezat En van uw liefde voel ik 't hartekloppen, Schuw dorstend hert, dat bang om laving bad. Vorige Volgende