Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] LXXX. Bergopwaarts. Ik klom bergopwaarts, om tot God te gaan. En stemmen Stegen uit het donker dal: - ‘O, daal en wroet in 't vruchtbaar slijk! het zal U loonen rijklijk en met voedzaam graan. Uw tocht is onnut; toch blijft ge onvoldaan. Steil is het stijgen, woest de waterval En grauw de mist. De zon blinkt overal En ook in 't laagland ziet men bloemen staan.’ Toen wendde ik mij en sprak tot die omlaag: - ‘Heugt u niet meer wat daar geschreven staat: “De mensch leeft niet bij brood alleen?” 'k Ben mensch.’ En 'k hoorde een koor van hoonend lachen.... Vaag, O God! den twijfel uit mijn ziel en laat Mij hooger stijgen! 't Is mijn hoogste wensch. Vorige Volgende