Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] LXXI. Toen 't Lente was. Ik plukte bloemen in het groene woud, Met Jeugd en Liefde en Hoop, toen 't lente was. En zingend danste Jeugd op 't jonge gras En Liefde had me een zoet geheim vertrouwd. En Hoop, die schoone prophetieën las In blauwe verten, had, van smeltend goud, Veel luchtkasteelen voor mij opgebouwd En blies nu bellen bij een waterplas. Daar dreef een horde wilde wolken aan En sloeg een zwarten sluier om de zon. En Jeugd vlood heen: zij kon geen storm weerstaan. En Liefde, die zooeven zwoer: zij kon Mij nooit verlaten, ging en Hoop vlood heen, Met Jeugd en Liefde. En zoo bleef ik alleen. Vorige Volgende