Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] LXVI. Liefde en Muze. Mij leidde Liefde waar een rozenregen Daalde op mijn hoofd, met kus en minnelied. En 'k zwijmde in weelde weg, doch Liefde liet Mijn hand los: - ‘Ga! hier scheiden onze wegen.’ Gelijk een man zijn slaafschen hond gebiedt, Zoo sprak zij; en verwelkte bloemen zegen Mij uit de lokken, warm nog van haar zegen. Ik klemde me aan haar kleed: - ‘Verlaat mij niet!’ Doch streng onttrok zij 't kleed mijn smeekling'handen En ging... Lang stond ik als een beeld van steen. Daar hoorde ik woorden ruischen om mij heen. De Muze sprak: - ‘Volg mij naar schooner landen! Daar troost ik u met snarenspel en zang.’ Toen viel ik haar te voet en weende lang. Vorige Volgende