Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] XLIV. In den Tempel. Toen Christus nu den tempel binnentrad, Joeg hij wie handel dreef in 't heiligdom De poort uit, wierp, vol toorn, de tafels om, Waar 't wisslaarsvolk met goud en zilver zat En sprak: - ‘Ontwijdt ge aldus mijn huis? Ik kom, In naam des Vaders, u herinnren wat Daar staat geschreven: Bedehuis zal dat Huis zijn, waar steeds 't gebed ten hemel klom. Doch gij maakt van mijn huis een roovershol!’ En, plannen smedend, schoolden priesters saam Met schriftgeleerden, turend op hun rol. O dichter, volg niet Christus slechts in naam! Al dreige u wraak, verjaag, met toorn of spot, Wie handel drijft in 't heilig huis van God! Vorige Volgende