Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] XLIII. Spelend Christuskind. Toen vlocht het Christuskind een doornenkroon, Dien hij zich lachend in de lokken stak. En van den groenen Boom des Levens brak Zijn hand twee sterke takken, bloeiend-schoon. Hij voegde kruislings samen tak bij tak. En 't hart der moeder weeklaagde om haar Zoon. Doch, propheteerend, sprak hij: - ‘Zie mijn troon En diadeem! o moeder, wees niet zwak! Trilt niet uw ziel van koninklijken trots, Wijl u tot zoon God gaf den bode Gods, Die al de smart der wereld op zich neemt?’ Doch weenend viel Maria hem te voet. - ‘Eens zult ge een god zijn en van mij vervreemd. Speel met het kruis niet, waar ge aan sterven moet!’ Vorige Volgende