Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] XL Practische Menschen. Zij vreezen vreugde en noemen liefde zonde, Een zonloos leven, deugd en proza, plicht. Zij zengden nooit hun vleugels aan het licht, Als vlinders, in een tuin, bij avondstonde. Geen lied bezielt hun zielloos aangezicht En glazen blik. De wijsheid spreekt bij monde Van dezen: welke spreuk hun waan verkonde, 't Is zuiver goud. 't Zijn menschen van gewicht. Strande ook mijn bootje op onvermijdbre klippen, Zal 'k hun verhalen van mijn droefenis? Geen klacht zal komen over deze lippen. O woud, verberg mij in uw duisternis! Laat mij vergeten, waar uw beken glippen, Hoe koel de mensch, hoe leeg mijn leven is. Vorige Volgende